Het is zo makkelijk gezegd: Nederland moet niet meer voor andere landen voedsel, bloemen en chemische producten produceren en moet geen grondstoffen, fruit, koffie en kleding importeren uit het buitenland. Dán wordt de binnenlandse en internationale carbon footprint immers verminderd en wordt natuur in binnen- en buitenland behouden.
Ik pleit ook voor het verminderen van onze carbon footprint in binnen- en buitenland. Maar dan door de productie en import- en exportketens te verduurzamen. Daarbij kan de behaalde CO2-reductie bovendien via de CO2-markt meer zorgen voor de extra financiering daarvoor. Met de Climate Neutral Group helpen we tientallen bedrijven in de voeding (Van zuivel, tot koffie, thee, chocola, bananen, ananas) en retail door onze ‘climate neutral certified’ en top keurmerk klimaat bedrijven impact te laten maken op de carbon footprint van de landbouw en boeren daarvoor te laten belonen (dat betreft dus de indirecte emissies in de keten, zogenoemde ‘scope-3’ emissies). We vragen ze niet om minder koffie of melk te produceren, maar een 25% lagere carbon footprint in 2030. De resterende emissies moet men elders compenseren om de impact naar 0 te brengen. Indien mogelijk kan men ook ‘plant-based’ en ‘cultivated proteines’ vervangers in het assortiment opnemen. Misschien lukt het, wat de Jonge Klimaatbeweging bepleit, om in 2040 alleen maar plant-based te eten. Maar om zeker te weten dat we de CO2-doelen halen, zal je ook alternatieve CO2-reductiemogelijkheden toe moeten laten.
“De verantwoording van ons land afschuiven helpt niet”
Want als de productie en import wordt overgenomen door andere landen zijn we nog verder van huis. Het risico is namelijk dat de soja en houtproducten dan allemaal naar China gaan, zonder enige vorm van verduurzaming. En als de productie van chemie naar andere Europese landen gaat, neemt de CO2-emissie toe.
Ook econoom Mathijs Bouman zegt eerder voor verdere loskoppeling van CO2-emissies en productie te zijn dan louter krimp. En vertrekkend RABO CEO Wiebe Draijer ziet ruimte voor extensivering van landbouw met minder CO2 en meer natuur. Diversificatie en verduurzaming en productie naar behoefte is ook een bruikbare aanpassing van de Nederlandse glastuinbouwsector: Meer LED-verlichting en zon en gebruik van afgevangen CO2 in plaats van gas stoken, dat nu ook te duur en onzeker wordt en wellicht wintergroenten verbouwen in plaats van chrysanten, schrijft het FD.
Het Wereldnatuurfonds vindt dat Nederland te klein is en verwijt Nederland zoveel te produceren dat we viermaal ons landoppervlak nodig hebben of acht keer ons landbouwareaal. Maar als Nederland die productie stopt, wordt er hoogstwaarschijnlijk elders in de wereld meer dan vier keer zoveel land en meer dan acht keer zoveel landbouwgrond gebruikt, met een nog grotere carbon footprint. Dus de verantwoording van ons land afschuiven helpt niet. Het is een fout te denken dat alle landen zelfvoorzienend kunnen zijn; samenwerken en handel kan het ontbreken in de meeste landen van grondstoffen en energievoorziening, havens, logistiek of vrede juist verhelpen, en de voedselvoorziening verbeteren, mits dat duurzaam is en de CO2-emisssie worden teruggebracht.
“Wat positief zou werken is de importbedrijven, die actief bos beschermen en CO2-emissies verminderen, te belonen”
Op zich wil het WNF ook dat “handelaren in veevoer met een concreet stappenplan moeten komen hoe ze ervoor gaan zorgen dat in 2025 natuurvernietiging en mensenrechtenschendingen uit de toeleveringsketens zijn verdwenen.” Daar zijn Friesland Campina en Agrifim bijvoorbeeld ook mee aan de slag gegaan. Ze willen voortaan alleen ontbossingsvrije soja in de voedselketen. Milieudefensie juichte deze benadering ook toe. De eerste concrete lading kwam in juli aan.
Hetzelfde doet zich voor in de aankomende Europese ‘due diligence’ regelgeving. Bedrijven moeten aantonen dat ze niet bijdragen aan tropische ontbossing als ze zaken importeren zoals leer, rubber, palmolie, mais, hout, meubels, cacao, koffie, et cetera. Als ze dat niet kunnen aantonen, moeten ze een boete betalen. Dat is een negatieve benadering: straffen als je te laat bent. Wat echter positief zou werken is de importbedrijven, die actief bos beschermen en CO2-emissies verminderen, te belonen. En de CO2-reducties kunnen dan deels het bosland en deels Nederland helpen haar CO2-doel te halen. Bedrijven die investeren in bosbescherming kunnen daar carbon credits voor krijgen (#REDD credits). Het Nederlandse bosbeschermingsinitiatief “REDD+ Business Initiative” pleit daarvoor bij regering en Kamerleden.
Er is op dit moment een groot aantal initiatieven bezig de CO2-markt robuuster te maken en dubbeltelling en greenwashing te voorkomen. Dit zal als resultaat hebben dat voortaan alle bedrijven, net zoals Climate Neutral Group dat al deed, alleen betrouwbare carbon credits gaat gebruiken (zie ook onze Voluntary Carbon Market Update) én een absoluut reductiedoel hebben.