Zoeken

Crisis what crisis???

Auteur

Aad Correljé

De gasmarkt wordt geconfronteerd met een vrij snel toenemende vraag naar gas, maar waarom volgt het aanbod dan niet, vraagt Aad Correljé zich af.

De afgelopen tijd zijn we overvallen door de gascrisis! Alsof de ontwikkelingen van de afgelopen periode niet te voorzien waren… Natuurlijk, het moment en de specifieke samenloop van de huidige omstandigheden zijn niet te voorspellen. Maar feit is dat er op een markt met de karakteristieken van de gasmarkt altijd dit soort prijsbewegingen kunnen ontstaan. Nu praten we over compensatie. Maar de vraag is eerder hoe we het kalf bij de put vandaan houden, voordat het verdrinkt.

Voor de huidige marktuitspatting wordt een reeks oorzaken aangewezen. Het uitvallen van de gasvraag door Corona, met lage investeringen en het knijpen van de gasproductie als gevolg. De geleidelijke sluiting van Groningen. Het verschepen van alle LNG naar Azië. De afname van de gasproductie in de Noordzee en in Nederland. De hoge consumptie in het voorjaar. De Russen die niet meer leveren dan ze contractueel verplicht zijn. Onderhoud in het Noorse systeem. En de gasopslagen die niet voldoende gevuld zijn.

“Bij een overaanbod van gas zullen individuele producenten niet onmiddellijk minder gaan produceren”

En dat allemaal in een situatie waarin de vraag naar energie weer aan het stijgen is als gevolg van de economische opleving na Corona. Van belang is hierbij dat dat synchroon gebeurt in een groot deel van de wereld en ook in Europa. In Nederland heeft dat een flink effect op de gasvraag, omdat onze industrie en de tuinbouw gasgestookt zijn. En wat betreft de dekking van onze behoefte aan stroom moeten we, door het sluiten van kolencentrales en bij een lager uitvallende productie van wind en zonne-energie, terugvallen op gasgestookte centrales.

De gasmarkt wordt dus geconfronteerd met een vrij snel toenemende vraag naar gas, maar waarom volgt het aanbod dan niet? De afgelopen decennia zijn we er immers van overtuigd geraakt dat op de vrije markt de prijs ervoor zal zorgen dat zowel de gasproducenten als de consumenten rationeel zullen reageren op verschuivingen in vraag en aanbod. En dat ze dus onmiddellijk meer of minder zullen gaan produceren en consumeren al naar gelang de mate van schaarste, daarbij geïnformeerd door de prijs in verhouding tot hun productiekosten of hun nut als afnemers.

Op veel markten werkt dat best wel aardig. Op de gasmarkt is dat echter niet het geval, want zowel de producenten als de consumenten kunnen zich niet onmiddellijk en significant aanpassen in hun productie of gebruik. Dat vergt grote investeringen in gaswinning en infrastructuur. Die worden pas gedaan als er een zeker uitzicht bestaat op een voortdurende vraag naar gas en een voldoende hoge gasprijzen. Het omschakelen van gasgestookte installaties en ketels zal ook pas echt op gang komen als overduidelijk is dat gas duur en schaars zal blijven. Bij een overaanbod van gas zullen individuele producenten niet onmiddellijk minder gaan produceren. Er bestaat dus een vertraging in het aanpassen van vraag en aanbod met gevolgen voor de prijs, die sterk kan oplopen maar ook erg laag kan worden.

“Noem het opportunisme… of rationeel gedrag!”

Een bekend middel om de gevolgen van deze inherente instabiliteit tegen te gaan, is het afsluiten van lange termijncontracten voor een substantieel deel van de gasleveringen, waarbij de prijs over een bepaalde periode en met vertraging gerelateerd wordt aan de (volatiele) spotmarkt. Dat biedt bovendien zekerheid en tijd voor investeringen. Die spotmarkt fungeert dan vooral voor het flexibel verhandelen van teveel en te weinig gecontracteerd gas. Hierdoor worden sterke prijsfluctuaties beperkt, terwijl te leveren en af te nemen volumes min of meer zeker gesteld worden. Ook beperkt het de gevolgen van prijsopdrijvende speculatie.

Tegelijkertijd echter beperkt dit soort contracten de te behalen voordelen voor de kopers bij lage prijzen, en voor de verkopers bij hoge prijzen. Noem het opportunisme… of rationeel gedrag! In periodes van een relatief overaanbod van gas en een lage prijs, zoals de afgelopen jaren het geval was, neigen kopers ertoe zoveel mogelijk van hun gas op de spotmarkt in te kopen, waardoor het aandeel van lange termijn gecontracteerd gas afneemt. Dit was ook de kern van het streven naar concurrentie onder het Europese gasbeleid. En onder bescherming van de leveringszekerheid vanuit Groningen is de rol van dergelijke contracten in Nederland helemaal geminimaliseerd.

“Je kunt sommige consumenten compenseren; maar wie dan wel en wie niet?”

Bij schaarste en hoge prijzen, zoals nu, zijn er dan ook geen zekerheden voor de voorziening en ‘redelijke’ prijzen, integendeel. Bovendien hebben de producenten in een dergelijke marktsituatie een belang om slechts de lange termijn gecontracteerde hoeveelheden te leveren en hun leveranties op de spotmarkt te reduceren. Die leveren dan immers de hoogste prijs op, terwijl ze op termijn een opdrijvend effect hebben op de nog bestaande lange termijncontracten. Onderhoud aan installaties, de hoge binnenlandse vraag, of de verkoop van gas aan kopers die wel lange termijncontracten hebben, zijn dan de argumenten. En paniekaankopen van afnemers en speculatie doen de rest.

Je kunt hopen op een milde winter en op het ‘opportunisme’ van producenten om toch weer meer gas te gaan leveren en zo wat meer te profiteren van de hoge prijzen. Je kunt sommige consumenten compenseren; maar wie dan wel en wie niet? Je kunt ze afschakelen. Maar je kunt ook overwegen om de in de gasmarkt inherente onzekerheden aan te pakken met de middelen die daarvoor bestemd zijn. En dat zijn geschikte contracten.

Aad Correljé

Aad Correljé is universitair hoofddocent Economie van Infrastructuren aan de TU Delft en verbonden aan het Centre for International Energy Policy (CIEP),. Aad is te volgen via Twitter op @CorreljeA