Zoeken

Energieneutraliteit staat effectieve transitie in de weg

Auteur

Martien Visser

Niet klein en fijn, maar groot en goedkoop is volgens Martien Visser nodig voor een succesvolle energietransitie.

In 2009 hebben volgens een lijstje van Urgenda 30 gemeenten beloofd uiterlijk in 2030 volledig klimaat- of energieneutraal te zijn. Anno 2020 presteert 80% van die gemeenten zelfs minder dan het landelijk gemiddelde.

De wens naar autarkie, zelfbeschikking, is zo oud als de mensheid. Nog een paar maanden en mijn kleindochter zal zeggen: “ikke zelf doen.” Logisch. Wat is er fijner dan onafhankelijk te zijn. Wat is er leuker dan eigen aardappelen, bloemkolen en fruit kweken? Onze autarkiewens verklaart ook de populariteit van campers.

Tegelijk is specialisatie gewenst. Dus zijn er loodgieters, verpleegkundigen en tandartsen. Stel dat we dat allemaal zelf moesten doen! Evenzo zijn er gebieden met havens en industrie en gebieden met landbouw en veeteelt. Een levendige ruilhandel is het resultaat. Ook met het buitenland. Sinaasappels komen uit Spanje en Brazilië. Wijn uit Frankrijk. Auto’s uit Duitsland. Rijst en koffie uit de tropen. Zonnepanelen en accu’s uit China.

Om al die spullen te kunnen kopen moeten we wel wat terug doen: onze verdiencapaciteit. Dat gaat Nederland prima af en verklaart onze welvaart. De wet van de comparatieve voordelen zegt dat wanneer landen gebruik maken van hun relatieve kracht en vervolgens handel drijven, iedereen er beter van wordt.

“Ons streven naar energieneutraliteit lijkt eerder een barrière dan een stimulans”

Onderdeel daarvan zijn schaalvoordelen. Niets mooiers als na het zaaien, onkruid wieden, ongedierte bestrijden en oogsten mijn bloemkool op tafel staat. Tegelijk ligt een identieke bloemkool voor 99 eurocent in de supermarkt. Voor die ene bloemkool gaat dat nog wel. Maar we moeten dat niet overdrijven. Denk aan de diepe armoede van de autarkische Drentse keuterboerderijen destijds.

Van handel drijven wordt je beter. Maar graag wel met verstand. Een voorraadkast is vaak geen gek idee, zo bleek recent met mondkapjes. In 1971 hebben we ons lesje wel geleerd met olie. Laten we vooral niet te naïef zijn!

Ook in de energiewereld leeft de autarkiegedachte. Thuis willen we onze eigen stroom produceren. Als dat niet fysiek kan, dan boekhoudkundig, via salderen. Evenzo willen veel gemeente energieneutraal zijn. Van de elf gemeenten die in 2009 aangaven in 2020 energieneutraal te zijn, gaat alleen Zeewolde haar belofte waarmaken. Hulde. De overige tien gemeenten, ik zal hun namen niet noemen, scoorden in 2017 gemiddeld 3,2% hernieuwbare energie. Dus zelfs ruim ONDER het Nederlands gemiddelde! Ons streven naar energieneutraliteit lijkt eerder een barrière dan een stimulans.

“Men kijkt niet naar eigen kracht en vergeet schaalvoordelen. En vervolgens wordt het te duur en stopt het”

Ook bij hernieuwbare energie zijn schaalvoordelen belangrijk. Wind op zee zou nooit die geweldige kostendaling hebben bereikt zonder opschaling van zowel de windturbines als de grootte van de parken. Dat is waar het bij die goedwillende gemeenten spaak loopt. Men kijkt niet naar eigen kracht en vergeet schaalvoordelen. En vervolgens wordt het te duur en stopt het.

Toch blijft de wens naar autarkie hangen en de uitdrukking ‘klein en fijn’ is niet voor niets populair. Plannen voor grootschalige import van goedkope waterstof uit zonrijke landen worden dan ook standaard door velen weggehoond. Waarom afhankelijk zijn van anderen? Evenzo werd in Nederland met forse afkeuring gereageerd op de plannen van Shell en Gasunie om 10 GW extra wind op zee te laten bouwen en groene waterstof een boost te geven. Zelfs zonder de details te kennen, want die zijn er nog niet. Maar, nee. Foei! Hoe durven ze! Dat willen we niet! Past niet in ons denksysteem! We waren juist zo lekker bezig!

Nu beweer ik niet dat we moeten stoppen met kleine initiatieven. Vele kleintjes kunnen immers een grote maken. Wel moeten we beseffen dat we daarmee ons doel niet gaan bereiken. Het wordt te duur en gaat te langzaam. Neem de 6.000 MW wind op land. Goed voor nog geen 3% van onze energievraag. Hoe lang zijn we daar al mee bezig? Hoeveel maatschappelijke weerstand is daarmee al gecreëerd? En, de stappen tot 2030 zullen we misschien nog kunnen zetten, we zitten dan op 25-30% hernieuwbaar. Maar daarna?

“Is ons streven naar energie-autarkie eigenlijk wel nuttig?”

Een ‘spreadsheet’ oplossing is onze industrie het land uit te jagen. Door sommigen wordt dat gepropageerd. Maar wat wordt dan ons verdienvermogen? Zodat we onze spullen vervolgens uit het buitenland kunnen kopen? Toerisme? Door van Nederland één groot Amsterdam te maken? Het daarmee gepaard gaande vliegverkeer is ook ongewenst. En waar zijn we dan mee bezig? De CO2-emissie die we in Nederland op die manier verminderen, komt net zo vrolijk elders in de wereld uit de schoorstenen. Dat is trouwens al praktijk. In de monitor brede welvaart becijfert het PBL dat onze echte CO2-voetafdruk 50% hoger is dan wat we in Nederland uitstoten. Geen goed idee dus.

Is ons streven naar energie-autarkie eigenlijk wel nuttig? Wanneer we de onvolprezen Wikipedia raadplegen moet je toch gaan twijfelen. Als voorbeeldlanden worden achtereenvolgens Nazi-Duitsland, Cambodja en Noord-Korea genoemd. Een rijtje waar je niet bij wilt staan. Als je immers autarkie wilt, dan moet je je niet beperken tot energie.

Alle reden energieneutraliteit als beginsel te laten varen. Laten we ons concentreren op zaken waar we goed in zijn, dus comparatieve voordelen hebben. Waar we wereldwijd een bijdrage kunnen leveren en waar schaalvoordelen gerealiseerd kunnen worden. Wind op de Noordzee is dus prima. Laten we dat vooral ook stevig aanpakken. Prima hoor, die schattige offshore windparkjes van 700 MW die elk 0,5% bijdragen aan onze energievoorziening. Maar laat dat de noodzakelijk grotere projecten met 10-20 GW niet in de weg staan. En laten we als Europa ook gaan werken aan grootschalige import van zonnewaterstof uit Afrika. Gebruik makend van zonkracht en schaalvoordelen aldaar. Klein en fijn mag dan leuker zijn; groot en goedkoop zijn nodig om de transitiedoelen te bereiken.

Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser