Zoeken

Rob de Wijk: "Energie-export Rusland staat onder druk"

De afgelopen tijd wil het niet echt boteren tussen Rusland en Nederland. Poetin's bezoek aan Amsterdam werd overschaduwd door protesten tegen de Russische homowetgeving. De arrestatie van Greenpeace-activisten door Rusland hielp de relatie ook al niet, evenals onrechtmatig gedrag tegen diplomaten zowel in Nederland als Rusland. In Nederland werd geschokt gereageerd op de tamelijk assertieve wijze waarop Rusland reageerde. Dit was het soort spierballentaal waar Nederland geen antwoord op had. Onbegrip alom.

““De Russische energiesector genereert 60 procent van de federale revenuen””

De reactie van Nederland was om meerdere redenen naïef. Rusland is geen Nederland. Tijdens de Gouden Eeuw zouden onze leiders net zo gereageerd hebben als het Kremlin nu. Die tijd heeft Nederland achter zich gelaten. De afgelopen eeuwen is Nederland van wereldmacht een middelgrote industriële mogendheid geworden. De laatste klap was het verlies van onze koloniën en momenteel wordt de Nederlandse positie ondermijnd door de opkomst van nieuwe wereldmachten zoals China. Rusland schaart zich daar maar al te graag onder. Bovendien leidt Rusland aan een vernederingscomplex: de Sovjetunie stortte in en het nieuwe Rusland moest de Duitse eenwording accepteren. Rusland moest ook aanvaarden dat bondgenoten zich bij vijand NAVO aansloten en het land kon weinig uitrichten toen westerse landen op de Balkan, in Irak, Afghanistan en Libië militair intervenieerden. Voeg daarbij dat Rusland geregeerd wordt door een sterke man, en het is duidelijk dat zo'n land niet zwak wil overkomen.

Voorlopig kan Rusland zich niet met opkomende machten als China meten. De economische vooruitzichten zijn op zijn zachtst gezegd minder goed. Het slechte Russische verdienvermogen zit hem in een vergrijzende bevolking, een verouderde, vervuilende industrie en een achterlopende energiesector die 60 procent van de federale revenuen genereert. Die revenuen vormen de machtsbasis van Poetin. Daarmee ‘koopt' hij de loyaliteit van de Russische top en kan hij door subsidieregelingen, onder meer voor brandstof, de kosten voor het levensonderhoud van de bevolking laag houden zodat die niet in opstand komt. Lopen die inkomsten terug, dan vervalt zijn machtsbasis en is er een toenemende kans op sociale onlusten of erger.

““Een ‘illiberal democracy’ als Rusland heeft een tien keer grotere kans op instabiliteit dan een democratie””

De energie-inkomsten zijn onder druk gekomen door de machtsstrijd tussen het Kremlin en de oligarchen, hoge belastingen en stringente overheidscontrole op de energiesector. Daardoor is onvoldoende in deze industrietak geïnvesteerd. Voorts zorgde de Amerikaanse schalierevolutie voor prijsdalingen. De Amerikaanse behoefte aan LNG daalde zodat dit vloeibare gas in Europa en Japan kon worden afgezet. Inmiddels breken Europese landen langetermijncontracten met Rusland open en bedingen een lagere prijs. Voeg daarbij de mogelijk tijdelijk verminderde Europese vraag als gevolg van de crisis en de structureel mindere vraag als gevolg van duurzame energie of wanneer Europa zelf schaliegas gaat winnen, en het wordt duidelijk dat Poetin een uitdaging heeft.

Studies hebben uitgewezen dat anocratieën of ‘illiberal democracies' die zoals Rusland het midden houden tussen democratie en autocratie, een tien keer grotere kans op instabiliteit in de vorm van sociale onrust of politiek geweld hebben dan een democratie. Echte autocratieën, zoals Qatar, waar de heerser onlusten makkelijker de kop kan indrukken, hebben een vijf keer hogere kans op instabiliteit.

Kortom, Rusland is een ‘rentier state'; een land dat te eenzijdig van één inkomstenbron afhankelijk is. Die inkomstenbron staat nu onder druk en voor een autocratie ‘light' als Rusland levert dat een megaprobleem op. Omdat Rusland van oudsher voor zijn interne problemen een externe zondebok aanwijst, is de kans groot dat het de komende jaren niet blijft boteren tussen Nederland en Rusland. En dat geldt eigenlijk ook voor de relatie tussen Rusland en de overige Europese landen.

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.