Op de COP 26 dineerde ze met Mark Rutte, een dag later startte ze een grootschalige petitie tegen zijn beslissing om investeringen in fossiele brandstoffen in het buitenland door te laten gaan. Aniek Moonen (24) is voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging (JKB), een lobbyorganisatie die belangen van jongeren in het klimaatdebat aan de man brengt in de politiek. In die rol balanceert ze tussen activisme en pragmatisme: “Activisme is niet altijd jezelf vastketenen aan een boom, het is ook zorgen dat je mee kan praten wanneer de beslissingen worden genomen.”
-Je was vorige maand aanwezig bij de COP 26 in Glasgow. Daar heb je gedineerd met premier Rutte. Ten eerste, hoe kom je met de premier aan tafel?
Moonen: “De juiste mensen voor je winnen. Bij Buitenlandse Zaken werkt iemand die groot fan is van ons. Zij heeft gezegd: ‘Wanneer jullie in Glasgow zijn, zorg ik dat jullie aan tafel kunnen met Mark Rutte.’ Voor haar ook geen eitje, maar het is gelukt. Maar voor mij was de aanwezigheid van Rutte niet het belangrijkst. Het was belangrijker dat Sandor Gaastra, directeur-generaal Klimaat en Energie bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), en Jaime de Bourbon de Parme, speciaal gezant Klimaat, er waren. Meestal is dit soort ontmoetingen heel gehaast en vooral een fotomomentje. Daarom was het voor ons heel bijzonder om anderhalf uur te kunnen praten met deze mensen. We waren verspreid over drie tafels met drie thema’s en daar werd tussen gerouleerd. Aan mijn tafel hadden we het over binnenlands klimaatbeleid, daar zat Gaastra de hele tijd bij, en de Bourbon de Parme en Rutte wisselden door van thema naar thema. Dus die zagen we elk maar dertig minuten. Maar met Gaastra heb ik een héél goed gesprek gehad. Over, bijvoorbeeld, dat jongerenparticipatie meer moet zijn dan het afvinken van een checkboxje aan het einde van het beleidsproces. Het is belangrijk dat dat terechtkomt in de hoogste regionen. Hij heeft toen gezegd: Zodra er een regeerakkoord op hoofdlijnen ligt, mogen jullie naar het ministerie van EZK komen om het met ons te hebben over de uitvoering. Zo’n kans is geweldig. En Rutte, tsja. Voor de foto is het leuk dat hij er is. Dat vindt hij van ons en wij van hem. Het was belangrijk dat Rutte er was, maar hij is niet degene die we persé wilden spreken. De inhoudelijke gesprekken kun je beter voeren met de gespecialiseerde bewindslieden en ambtenaren.”
“Als partijleider en premier zou hij keihard zijn best kunnen doen om het draagvlak te vergroten”
-Typisch Mark Rutte?
“Ja, hij zegt het zelf! Hij is de kapitein van het schip, maar de individuele onderwerpen zijn niet voor hem weggelegd. Dat merk je aan het gesprek: Zijn inhoudelijke kennis over klimaatbeleid is niet zijn sterkste kant. Toch hebben we die avond een heel goed gesprek met hem gehad en was zijn boodschap naar ons: ‘wij willen hetzelfde’.”
-Wat zei hij dan te willen?
“Sneller vergroenen et cetera. Het was weinig concreet. Dus wij zeiden dat we van zijn ambitie weinig terugzagen in de uitvoering. En we hebben het gehad over draagvlak. De vraag is natuurlijk hoe je als rechtse partij navigeert in het klimaatdebat zonder al je zetels kwijt te raken aan klimaatsceptische partijen op je rechterflank. Hij framet daarbij draagvlak als een gegeven, alsof hij er zelf geen invloed op heeft. Als partijleider en premier zou hij keihard zijn best kunnen doen om dat draagvlak te vergroten. Dat hoor je als leider te doen in tijden van crisis. Bij corona doet hij het tenslotte ook, en klimaatopwarming is zeker niet een minder groot probleem. Dan zegt hij: ‘Ja, ja, ja. Daar zit ook wel wat in’.”
-Waar heb je je inhoudelijk op gericht?
“Het oprichten van een klimaatautoriteit. Daar pleiten we al twee jaar voor. Een klimaatautoriteit is een soort wetenschappelijke adviesraad die de overheid kan adviseren over het behalen van klimaatdoelen. In het VK hebben ze er een, the Committee on Climate Change. Zij stellen vast met welke jaarlijkse emissiebudgetten en welk beleid het Verenigd Koninkrijk in 2050 klimaatneutraal kunnen worden. Rutte draaide zich om en vroeg aan Gaastra: “Wat vinden wij hiervan?” Die zei dat zo’n autoriteit er waarschijnlijk wel komt. Van de Gaastra’s moeten we het hebben.”
“De overheid heeft een informatieachterstand over wat jongeren belangrijk vinden”
-En de dag na het diner?
“De dag na het diner heeft het kabinet ervoor gekozen het verdrag tegen het investeren in fossiele energie in het buitenland niet te ondertekenen. Bleken onze neuzen toch niet zo dezelfde kant op te staan. Ik ging het diner zonder verwachtingen in en na afloop was ik tóch wel weer enthousiast. Zeker bij Gaastra kregen we echt gehoor. Onbewust denk je: ‘misschien maken we nu wel echt een verschil’. Als er binnen 24 uur zo’n teleurstellende beslissing op je dak komt, wordt je optimisme ook weer de grond ingeboord. Was ik toch in de praatjes getrapt.”
-Maar minder dan een week later tekent Rutte toch. Toen Twitterde Jesse Klaver: ‘Activisme werkt!’
“Het is een samenkomst van factoren geweest dat het verdrag is ondertekend. Wij zijn een petitie gestart die binnen drie dagen tienduizend keer is ondertekend, er is een klimaatmars geweest en mede daardoor kwam de Kamer in opstand. Een perfect voorbeeld van dat activisme werkt, inderdaad.”
-Dus er wordt naar je geluisterd?
“Dat is altijd moeilijk te zeggen. Vorig jaar is het Nationaal Groeifonds opgericht vanwege de coronacrisis. Wij hebben toen voor elkaar gekregen dat daar een zogenoemde generatietoets in komt. Dat betekent dat elk ingediend verzoek ook getoetst wordt aan de effecten op de langere termijn, voor verschillende generaties. De 20 miljard in het Groeifonds zou dan dus duurzamer worden uitgegeven.
Hoewel het dus wel gelukt is om die toets aan het fonds toe te voegen, werden we helemaal niet betrokken in de vormgeving. Het ministerie van Binnenlandse Zaken had ons wel beloofd dat we vroegtijdig zouden worden betrokken, maar deelde een paar weken geleden dat de toets ‘af’ was en dat we naar de informatieavond mochten komen. Een typisch voorbeeld van hoe jongerenparticipatie niét moet. Te vaak nog wordt de input van jongeren gezien als iets ‘leuks voor erbij’, in plaats van een manier om beleid effectiever te maken. Kijk maar naar ons beleid rondom elektrisch vervoer. Het kabinet spendeert miljarden om elektrische auto’s aantrekkelijker en goedkoper te maken dan benzineauto’s. Maar mijn generatie hoeft helemaal niet persé een eigen auto, als het openbaar vervoer maar goed geregeld is. Zulke voorbeelden zijn er genoeg. De overheid heeft een informatieachterstand over wat jongeren belangrijk vinden, die niet voldoende wordt overbrugd.”
“Als je ideeën goed genoeg zijn, gaan mensen binnen het systeem naar je luisteren”
-De JKB denkt graag mee over implementatie. Dat staat tegenover het activisme van Extinction Rebellion. Wat denk je dat meer zin heeft?
“Ja, dat is altijd een groot punt van discussie. Ga je van binnenuit het systeem veranderen of van buitenaf? De grote protesten van de afgelopen paar jaar, mede georganiseerd door Extinction Rebellion, zijn essentieel geweest om aandacht te krijgen voor de belangen van jongeren. De JKB is opgericht omdat we zagen dat dat momentum begon te groeien, maar er nog niemand een stap verder deed en zei: ‘We zijn het niet eens met hoe het nu gaat, dus hier zijn alternatieven’. Nu zitten we vaak aan tafels bij talkshows, komen we langs op het ministerie en hebben we persoonlijk contact met Kamerleden en zelfs fractievoorzitters. Als je ideeën goed genoeg zijn, gaan mensen binnen het systeem naar je luisteren. Zoals die medewerker van BuZa die ons bij Rutte aan tafel kreeg. Zo kun je jongeren het beleidsproces zelf inschuiven. Dat is onze manier. Daarvoor moet je compromissen sluiten, af en toe teleurgesteld worden en te allen tijde constructief blijven. Het is vermoeiend, maar we krijgen wat gedaan.”
Geschreven door: Liam van de Ven