In het door Corona geteisterde onderwijs werken we met ‘open boek’ tentamens. Door korte essays te schrijven, gebruikmakend van hun studiemateriaal en het internet, kunnen studenten laten zien dat ze de lesstof begrijpen en kunnen toepassen. Ik zocht een tentamenvraag voor mijn studenten Economie van Infrastructuren over de regulering van netbedrijven en de uitdagingen van de toekomst. Een vraag over de veranderende technologie in het systeem, de aard van de partijen, het soort van transacties dat gefaciliteerd moet worden, en wat dat zou betekenen voor de regulering van die netten. En daar wilde ik de notie van platforms bij betrekken: Die worden immers gezien als ‘de oplossing voor al uw marktfalen en allocatieproblemen’.
In het eerste deel van hun antwoord zouden ze aangeven dat er sprake is van radicale veranderingen aan de aanbodkant van het elektriciteitssysteem. In plaats van een beperkt aantal kolen- of gasgestookte centrales zal de toekomst een variëteit aan zon- en windgedreven opwekeenheden laten zien. Belangrijke verschillen zitten hem in het feit dat de oude centrales naar behoefte aan- en uitgezet kunnen worden, en dat de variabele brandstofkosten het grootse aandeel in de operationele kosten zijn. Bij zonne- en windenergie is de beschikbaarheid afhankelijk van het weer, en kapitaalinvesteringen zijn de belangrijkste kostenpost. Hier kun je onderscheid maken in investeringen die grootschalig zijn, zoals in windparken en grote zonneweiden, en kleinere projecten zoals ‘zon zoekt dak’ en kleinere windcollectieven.
“De spotmarkt zal door opkomst wind- en zonne-energie steeds minder geschikt zijn als allocatiemechanisme”
De spotmarkt zal hierdoor steeds minder geschikt zijn als allocatiemechanisme. In plaats daarvan zullen subsidiestromen, lange-termijn contracten met grootschalige afnemers en abonnement-achtige arrangementen voor prosumers en andere afnemers de voornaamste transacties gaan vormen. Aan de consumentenkant van de markt zullen er naast de prosumers ook verbruikers komen die hun afname enige tijd kunnen uitstellen, of die stroom tijdelijk kunnen opslaan. Daar kunnen ze een actieve rol mee gaan spelen in de markt, door hun diensten ter beschikking te stellen aan andere marktpartijen. Dat kan bijvoorbeeld door middel van zogenoemde aggregators, die de opwekking, de opslag en het niet-consumeren van groepen veelal kleinere partijen opkopen, bundelen en verder verkopen aan bijvoorbeeld de producenten of traders, die in balans moeten blijven.
Kortom, er ontstaat een veelheid aan transacties tussen een groot aantal partijen. En dat wordt mogelijk gemaakt door een intelligente digitalisering van al die transacties. Enerzijds stelt dat het systeem operationeel in staat om de transacties uit voeren en het net in balans te houden. Anderzijds verschaft het de financiële administratie om de actoren te betalen en te factureren. Digitalisering vergroot de beschikbaarheid, het gebruik, de opslag en de overdraagbaarheid van informatie, waardoor de beschikbare middelen en diensten in het systeem efficiënter kunnen worden gebruikt. Maar er zullen natuurlijk bedrijven nodig zijn die zich toeleggen op het verwerken van al deze data en het ter beschikking stellen van de inzichten daaruit als prikkels aan de andere partijen.
“Kunnen de netbedrijven mogelijk zelf transformeren tot platform?”
Het begrip dat ik dan graag toegelicht zou zien door de studenten is dat van het platform: Een datacommunicatiesysteem dat al die transacties tussen actoren mogelijk maakt. Door het verwerven van inzicht in al die transacties is een platform beter in staat de juiste vragers en aanbieders bij elkaar te brengen. In essentie verlaagt het de transactiekosten van partijen voor het zoeken, onderhandelen, uitvoeren en controleren van transacties. Tegelijkertijd biedt zo’n platform ook de contractuele en fysieke infrastructuur om de transacties af te handelen, al dan niet toegeleverd door derde partijen.
De hoofdvraag is dan natuurlijk in hoeverre de huidige netbedrijven zich tot dergelijke platforms verhouden. Kunnen ze mogelijk zelf transformeren tot platform? De kern van hun huidige gereguleerde taak is dat ze, zonder te discrimineren, partijen die daar behoefte aan hebben de mogelijkheid verschaffen om energie te transporteren, als onderdeel van de levering. Maar de essentie van platforms is natuurlijk dat ze nu juist wél discrimineren. Op basis van een slimme afweging suggereren ze de meest geschikte match tussen vragers en aanbieders van diensten en oplossingen voor de afwikkeling daarvan.
“Hoe vermijd je dat passieve gebruikers onbillijk behandeld worden t.o.v. actieve prosumers?”
Die afwegingen worden gemaakt door ‘al lerende’ de algoritmen aan te passen om ze steeds slimmere keuzes te laten maken. Maar dat beïnvloedt wél de concurrentieposities van al die aangesloten producenten, prosumers, consumenten, etc. Hoe vermijd je dat passieve gebruikers onbillijk behandeld worden ten opzichte van actieve prosumers? Hoe beïnvloed je de keuze van opweklocaties zodanig dat er recht gedaan wordt aan landschappelijke en sociale overwegingen? En, waar komt de meerwaarde van die slimme keuzes uiteindelijk terecht?
Het zijn die algoritmen die het geheim van de smid zijn bij de huidige platforms en daar tot kritische vragen leiden. En de slimme studenten zullen dan ook de vraag stellen hoe dat er uit gaat zien in de regulering van de netbeheerders in de vervulling van hun publieke taak.