Zoeken

‘Productie van groen gas houdt de vraag niet bij'

Groengasspecialist Ruud Paap van de New Energy Coalition meent dat de huidige subsidieregelingen van de overheid niet in staat zijn om kansrijke groengasprojecten van de grond te tillen.

Paap is programmamanager groen gas bij de New Energy Coalition (NEC) in Groningen. De NEC is in 2018 opgericht door de Stichting Energy Valley, het Energy Delta Institute en de Energy Academy van de Rijksuniversiteit Groningen. De New Energy Coalition wil, zo lezen we op de website, “bijdragen aan een duurzame energietoekomst en aan de ontwikkeling van Noord-Nederland als toonaangevende, dynamische energieregio.” In de afgelopen jaren hebben bijna 150 bedrijven, overheden, ngo’s en kennisinstellingen zich als partner bij de NEC aangesloten.

Paap houdt zich bezig met de productie uit bio-grondstoffen van methaan houdende gassen, oftewel biogas, bioLNG en groen gas. Een deel van zijn werk bestaat uit business development, maar ook kennisdeling speelt een belangrijke rol om groengasprojecten van de grond te tillen. Hij is hoofdauteur van de vorig jaar verschenen brochure Panorama Groen Gas, die producenten en andere geïnteresseerden een gedetailleerd overzicht biedt van zo ongeveer alles wat er bij de productie en distributie van groen gas komt kijken, beleidsmatig, technologisch, economisch en juridisch.

“Als we in het buitenland gekapt boshout in kolencentrales inzetten om emissies te reduceren, zullen weinigen dat duurzaam vinden”

-In plaats van bio-grondstoffen wordt vaak gesproken van biomassa. Qua duurzaamheid is die bron niet onomstreden. Terecht?

Paap: “Dat hangt van de herkomst en het gebruik af. Als we in het buitenland gekapt boshout in kolencentrales inzetten om emissies te reduceren, zullen weinigen dat duurzaam vinden. Maar het begrip biomassa omvat zoveel meer. Ons voedsel bestaat uit biomassa, mest is biomassa, rioolwaterzuiveringsslib is biomassa. Er zijn duizend-en-één combinatiemogelijkheden tussen biomassastromen en in het gebruik ervan, waarvan een aantal aantoonbaar slecht, de meerderheid gewoon prima en enkele zelfs heel goed zijn. Helaas is die nuancering in de discussie vrijwel verdwenen. Zelfs het gebruik van houtsnippers is goed te verdedigen, zolang het maar een afvalproduct is dat over niet te grote afstanden hoeft te worden getransporteerd. Op dit moment gebruiken we vooral natte biogrondstoffen zoals rioolslib, mest en residu uit de levensmiddelenindustrie om biogas te maken. Die worden in vergisters door bacteriën omgezet in methaan en enkele andere verbindingen. Deze technologie is rijp en wordt daarom al volop toegepast. Een andere methode is vergassing. Daar doet de temperatuur het werk. Die technologie is nog in ontwikkeling; er zijn daarom nog maar weinig vergassingsinstallaties.”

-Toch wordt daar veel van verwacht om de doelstelling voor 2030, een productie van twee miljard kuub groen gas per jaar, te kunnen realiseren.

“Ja en dat is ook terecht, maar daarvoor moeten we eerst een stap verder gaan. In Nederland willen we groen gas maken, dat wil zeggen duurzaam gas dat in het aardgasnet kan worden bijgemengd. Dat kunnen we al goed met biogas uit natte grondstoffen en met de vergassingstechniek zijn we bijna zover. Ik pleit er daarom voor om deze technologieën extra te ondersteunen, want ze hebben de potentie om grote hoeveelheden groen gas te produceren en dat kunnen we heel goed gebruiken.”

“We hebben nu een enorm arsenaal aan duurzame opwekking van stroom, waardoor een groot deel van Nederland op slot zit”

-Technologie is één ding, beleid een ander. Je hebt een tijdje geleden in een opinieartikel geschreven dat de overheid op dit punt tekortschiet. Waarom?

“Voor alle duidelijkheid: mijn kritiek geldt niet de SDE-regeling* op zich. De doelstelling was bij de invoering om de productie van zoveel mogelijk duurzame energie te bevorderen tegen zo laag mogelijke kosten. Daar is SDE goed toe in staat gebleken. Dat geldt ook voor de opvolgers SDE+ en SDE++, hoewel daarin vooral CO2-reductie voorop staat. Helaas komt groen gas er in deze regelingen niet goed af. Het zijn vooral duurzame elektriciteit en CCS die profiteren. En dat terwijl we voor een succesvolle energietransitie zowel elektriciteit als gas nodig hebben. De oorzaak hiervan is dat SDE in de eerste plaats naar de productiekosten van duurzame energie kijkt. Hoeveel kost het maken van een kilowattuur stroom en hoeveel een kuub groen gas? Dat is belangrijk maar niet meer dan de helft van het verhaal. Energie moet ook getransporteerd worden en de gebruiker moet het kunnen toepassen. Met andere woorden, het draait uiteindelijk om de systeemkosten als geheel. Wat is er dus gebeurd? We hebben nu een enorm arsenaal aan duurzame opwekking van stroom, waardoor een groot deel van Nederland op slot zit. We hebben het allemaal in de krant kunnen lezen: Er is momenteel geen ruimte voor nieuwe projecten, doordat het stroomnet het aanbod niet aankan. Het gevolg daarvan is dat volgens ramingen van Netbeheer Nederland 40 miljard euro moet worden geïnvesteerd in verzwaring van het net. Ter vergelijking: Om de gasnetten toekomstbestendig te maken, dat wil zeggen geschikt voor een volume van drie miljard kuub groen gas, is 300 miljoen euro nodig. Ook als je dat terugrekent naar de investeringskosten per kilowattuur getransporteerde energie, is het verschil enorm.”

“Het is wat mij betreft zinniger om groengasprojecten direct te subsidiëren”

-Wat moet de overheid doen om deze scheefgroei te herstellen? De regeling baseren op systeemkosten in plaats van productiekosten?

“Dat zou kunnen maar is vrij ingewikkeld, want hoe bereken je die precies? Waarschijnlijk is die complexiteit ook de reden dat dit tot nu toe niet is gedaan. Het is wat mij betreft zinniger om groengasprojecten direct te subsidiëren. We kennen de ambities van het kabinet: twee miljard kubieke meter groen gas in 2030 of 20% van de gebouwde omgeving. Dat betekent dat je nu al moet beginnen om de productiecapaciteit uit te breiden. Bijvoorbeeld door daarvoor een apart potje te reserveren in de SDE++, zoals vanaf volgend jaar ook de bedoeling is.”

De tekst loopt hieronder door.

-Er is geregeld verzet tegen de bouw van biogasinstallaties wegens de veronderstelde stankoverlast. Loopt de groengassector daardoor niet hetzelfde risico als de bouwers van windparken, die vaker wel dan niet met bezwaren van omwonenden hebben te maken?

“Dit probleem heeft meerdere lagen. De overlast die bewoners vrezen heeft te maken met geur én verkeersbewegingen. Dat laatste aangezien de grondstoffen nu eenmaal over de weg moeten worden aangevoerd. Door installaties op industrieterreinen te bouwen kun je verkeersoverlast beperken. Wat betreft de geur hebben we als sector inmiddels grote stappen gezet. Moderne groengasinstallaties ruik je niet meer dankzij overdekking van de grondstoffenontvangst, de voornaamste oorzaak van geurhinder in het verleden. De rest van de installatie is een gesloten systeem dus daar heb je als omwonende geen last van.”

-De gassector promoot als tussenstap naar een volledig duurzame energievoorziening de inzet van hybride warmtepompen als meest kosteneffectieve oplossing. Terecht?

“Tja, goede vraag. Een warmtepomp is op niet al te koude dagen heel efficiënt. Dan kun je met één kiloWattuur elektriciteit tot wel vier kiloWattuur warmte produceren. Problemen ontstaan, zoals bekend, wanneer het echt koud wordt. Dan kan het rendement enorm teruglopen tot zelfs één op één. Op zulke momenten stijgt de vraag naar elektriciteit zodanig dat je zeer zware stroomnetten nodig hebt om te kunnen leveren. Daarbij zwijg ik nog over dat andere bekende probleem dat een standaard warmtepomp in die omstandigheden in de meeste huizen onvoldoende warmte produceert om een behaaglijke temperatuur te creëren. Een hybride warmtepomp lost die problemen op."

“Systeemintegratie is daarom ook een belangrijk punt voor de New Energy Coalition”

-Het kabinet wil de toepassing van groen gas en inzet van hybride warmtepompen bevorderen. Lokale overheden worden echter geacht hun eigen energietransitieprogramma’s in te richten. Er ligt inmiddels een wetsvoorstel** dat gemeenten in staat moet stellen om wijken in dit kader desnoods gedwongen los te koppelen van het gasnet. Dat lijkt tegenstrijdig. Kan dit niet beter centraal worden geregeld?

“Ik denk dat er geen alternatief is voor de huidige aanpak. Door centralisatie wordt de kloof tussen beleid en burger nog groter dan nu al het geval is. Bovendien is het voor de centrale overheid heel lastig om te beoordelen wat op wijkniveau allemaal mogelijk is. De gemeenten hebben de taak te verduurzamen en daarbij de keuzevrijheid voor burgers zoveel mogelijk in stand te houden. In bepaalde gevallen is dat niet mogelijk. Waar het gasnet verdwijnt, verdwijnen groen gas en hybride warmtepompen mee, maar in veel gevallen – denk vooral aan de oudere wijken, monumentale binnensteden, en dergelijke – zal dat niet gebeuren, omdat 100% elektrisch gewoon geen werkbaar en betaalbaar alternatief is.”

-Is groen gas ook een goed alternatief voor aardgas in de industrie of moet die het toch vooral hebben van waterstof en elektrificeren?

“Dat is een lastige kwestie, want niet alleen de industrie is geïnteresseerd in groen gas. In het zware verkeer groeit de belangstelling voor bioLNG in de brandstofmix, vooral voor de lange afstanden waar elektrificeren te duur en onhandig is. Er bestaat een bijmengverplichting in Europa voor transportbrandstoffen. Daar kan je ook bioLNG voor gebruiken, zodat de waarde van dat product stijgt. Al met al kan de productie de vraag niet bijhouden. In Nederland kunnen we als alles meezit per jaar maximaal twee miljard kuub groen gas maken. Dat volume zou alleen al in de gebouwde omgeving nodig zijn. Aan de andere kant is er ook nog nieuwe technologie in ontwikkeling, we hadden het daar zojuist over. Stel dat we die over tien jaar grootschalig kunnen toepassen, dan zouden we het productievolume kunnen verdubbelen tot vier miljard kuub. Maar ik ben bang dat dit nog steeds niet voldoende is om alle mogelijke toepassingen te voorzien van groen gas.”

-Vier miljard kuub is nog steeds erg weinig, afgezet tegen het huidige totale aardgasverbruik van ruim 40 miljard.

“Zeker, maar daarom is het zo belangrijk dat we alle opties benutten: naast groen gas energiebesparing, elektrificatie, warmtenetten, geothermie. Anders kunnen we de kloof tussen ambitie en resultaat niet dichten. Dat bevestigt nog eens dat we energievoorziening als systeem moeten benaderen. Vroeger was het eenvoudig met elektriciteit en warmte uit fossiele bronnen. Nu rust de productie op wel tien, vijftien pijlers. Systeemintegratie is daarom ook een belangrijk punt voor de New Energy Coalition. Duurzame stroom is niet altijd beschikbaar. Het is dus mooi als je kunt switchen naar gasvormige moleculen: waterstof en groen gas. Daardoor ontstaan ook kansen en nieuwe oplossingen.”

* Stimulering Duurzame Energieproductie

** Het Wetsvoorstel Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie (WGIW)


Tekst: Anton Buijs