Zoeken

‘We doen hier niets aan de energietransitie zonder overleg met de Amelanders’

Ameland wil in 2035 energieneutraal en fossielvrij zijn. Echter, oorspronkelijk wilde Ameland dat al in 2020 bereikt hebben. Dat is niet gelukt. Zal het Ameland wél lukken om in 2035, vijftien jaar eerder dan de rest van Nederland energieneutraal te zijn? “Zonder ambitie gebeurt er helemaal niks.”

Als je Ameland op rijdt vanaf de veerboot zie je rechts de VVV met het hele dak vol zonnepanelen en vlakbij links een tankstation. Dat laatste is, als het aan Johan Kiewiet ligt, over een tijdje misschien niet meer het geval. “Kijk, daar staat hij”, wijst hij vanuit zijn keuken naar buiten. “Zie je hem? Die blauwe daar.” Er staat een elektrische deelauto die hij introduceert onder de bewoners van Ameland om proefritten mee te maken. Iemand heeft hem net geprobeerd en weer op zijn oprit met elektrische laadpaal geplaatst. Kiewiet: “Zo proberen we mensen er gevoel voor te laten.” Kiewiet probeert zo bij te dragen aan de energietransitie, en bovendien het gemak voor de eilanders te vergroten. “Als je naar de wal gaat, moet je je eigen auto meenemen. Dat is best prijzig, dan ben je zo 50 euro kwijt. Bovendien zitten door het toegenomen toerisme de boten zo vol in de zomer, dan kan je auto er niet meer bij. Dus daarom willen we deze auto’s ook aan de vaste wal zetten. Je kunt hem voor 35 euro huren, dat scheelt vervuilende benzine én geld.”

“Ik ben die man van de energie”

Kiewiet is een belangrijk gezicht achter de energietransitie op Ameland. Hij gaf er zijn goedverdienende baan bij de NAM 12 jaar geleden voor op om de energietransitie op Ameland vorm te geven. In het begin klom hij nog daken op om bij bewoners zonnepanelen aan te leggen, inmiddels is hij vooral mogelijkheden aan het verkennen, zoals het idee van de elektrische deelauto’s. Bovendien is hij de trekker van de Amelander Energie Coöperatie, die groene stroom levert aan bewoners. Een derde van de Amelanders maakt er gebruik van. Inmiddels kent iedereen hem op Ameland. “Ik ben die man van de energie”, zegt hij grappend.

Ook de gemeente van Ameland zet vol in op de energietransitie van het eiland. Onder invloed van de toenmalige burgemeester Albert de Hoop, had Ameland in 2016 en 2017 ambitieuze plannen. Het eiland wilde in 2020 energieneutraal zijn, in navolging van het Deense eiland Samsø waar een delegatie Amelanders in 2016 haar licht op ging steken. Bovendien wilde het eiland een proeftuin zijn voor de energietransitie en tekende daarvoor een convenant met netbeheerder Liander, energiebedrijf Eneco, TNO, GasTerra, de NAM en Phillips. Het bleek alleen moeilijker dan gehoopt om al zo snel energieneutraal te zijn. Kiewiet schat dat Ameland op dit moment 30% van zijn elektriciteitsverbruik groen is. Ambtenaren Luc van Tiggelen en Erwin de Boer, denken dat de schatting van Kiewiet wel zo’n beetje klopt. Waarbij ze opmerken dat elektriciteit op dit moment maar in 20% van de totale energiebehoefte van Ameland voorziet. 30 % van 20 % is dus ongeveer 7% duurzame energie, alle zonnepanelen en andere initiatieven op Ameland ten spijt. Toch blijven ze er hard aan trekken. Van Tiggelen doet de gesprekken met bedrijven en regelgevers, De Boer is de techneut en spreekt veel met de eilanders. “We wisten van tevoren dat we 2020 niet gingen halen, maar als je geen ambitie hebt, dan gebeurt er helemaal niks”, zegt Van Tiggelen.

“We zijn alles zelf aan het ontdekken, en soms blijkt iets in de praktijk toch minder goed uit te pakken dan voorzien”

Aan de ambitie ligt het dus niet. Waaraan wel? Eén belangrijke reden is dat de NAM nog een productieplatform naar gas heeft voor de kust van Ameland. “Binnen de territoriale wateren”, aldus Kiewiet. Dat boorplatform verbruikt ‘evenveel als het hele eiland bij elkaar,’ en stoot daarbij bovendien veel stikstof uit. Het verbruikt niet alleen veel energie (dat het inmiddels voor een klein deel uit groene stroom haalt, er zijn elektriciteitskabels van en naar de wal aangelegd, maar eerder uit het opgeboorde gas), maar levert dus ook nog steeds gas. In 2035 is de gasbel leeg en zal het boorplatform sluiten, is het idee. Dat betekent een enorme klapper. In 2035 energieneutraal is nu de nieuwe ambitie van Ameland, vijftien jaar voor 2050, de doelstelling van het akkoord Parijs.

Als het boorplatform sluit, betekent dat dus enorme winst. Maar er ligt nog meer dwars. De grootste redenen waarom het nog niet gelukt is, wijt Kiewiet aan bureaucratische regels in combinatie met het pionieren dat hoort bij de energietransitie. “We zijn alles zelf aan het ontdekken, en soms blijkt iets in de praktijk toch minder goed uit te pakken dan voorzien.” Als voorbeeld van een bureaucratische regel die tegenwerkt noemt De Boer de onmogelijkheid om batterijen te gebruiken door netbeheerders, als oplossing voor congestie in het energienet. “Als je een accu oplaadt en weer leeg trekt, dan zit daar prijsverschil in, dus dat mag niet want deze bedrijven mogen niet verdienen.” Dat betekent een stagnering. Ook hebben de Amelanders zaken uitgeprobeerd die toch minder energiewinst bleken op te leveren dan gedacht, zoals HR-e ketels. Ze maken naast warmte ook elektriciteit, maar bleken onderhoudsgevoelig met hoge onderhoudskosten.

“We betrekken Amelanders bij de besluitvormingen over elke stap in het proces”

De Amelander Energie Coöperatie loopt wél goed. Een les geleerd op Samsø: zorg dat mensen zelf betrokken zijn en doe het samen. Door je als Amelander aan te sluiten bij de coöperatie ben je verzekerd van groene stroom die op het eiland wordt opgewekt. Van de 3.700 inwoners van het eiland hebben nu 1.200 die stap gezet. Om die groene stroom te bewerkstelligen is er in 2016 onder andere een zonnepark van 10 hectare aangelegd. Hoewel niet iedereen van dat idee gecharmeerd was, vooral vanwege het zicht. “We hebben dat opgelost met een dijkje”, zegt Kiewiet. Waarmee hij maar wil zeggen dat de mening van álle Amelanders heel belangrijk is.

De tekst loopt hieronder door.

Iets wat Van Tiggelen en De Boer onderschrijven. “We betrekken Amelanders bij de besluitvormingen over elke stap in het proces.” De Boer toont een folder waarin vier routemogelijkheden naar alternatieven voor aardgas worden voorgelegd aan de bewoners, met daarin per optie de kosten, wie die voor zijn rekening moet nemen, en de aanpassingen die wel of niet aan de woning en de straat nodig zijn. En, per optie: ‘wat we wel weten en wat we nog niet precies weten’. De vier smaken zijn: geothermie, waterstof, individuele elektrificatie met een warmtepomp en collectieve elektrificatie met een warmtepomp. “De bevolking beslist”, zegt Van Tiggelen. “Wij hebben geen voorkeur.”

De Boer, die veel met bewoners praat: “Iedereen zit met andere dilemma’s: heb je een huur- of koophuis, wat zijn je mogelijkheden op het dak - er zijn best wat rieten daken op Ameland - en welke zorgen heb je nog meer?” Via bijeenkomsten wordt er met de bewoners gepraat.

“Ik ben toen een andere boodschap gaan vertellen. Niet: ‘we willen energieneutraal worden’, maar ‘we willen zelfvoorzienend worden’”

Een van die bijeenkomsten was recent nog in ’T Koaikershuus, een horecagelegenheid iets buiten het dorpje Buren. “Jij hebt hier vast behoefte aan”, zegt de uitbaatster als ze ziet dat ik wat zit te rillen nadat ik ben aangeschoven voor een lunch. Ze heeft een elektrische deken in haar handen. Links van de tafel staat een mobiele elektrische kachel. Het oude en sfeervolle boerderijtje is tochtig, vertelt ze. Alle warmte stijgt meteen naar boven en gaat via het dak naar buiten. In de wintermaanden is ’T Koaikershuus daarom gesloten. “We stoken waar het kan nu bij en delen elektrische dekens uit, meer kunnen we helaas niet doen.” De eigenaar wil niet isoleren, verzucht ze. De hoge stookkosten en de gasrekening zijn voor haar en niet voor de eigenaar.

Dat geldt waarschijnlijk voor veel meer horecagelegenheden op het eiland. Wie er moet investeren en wie opdraait voor de huidige kosten zijn niet altijd dezelfde personen. “Uiteindelijk zijn veel mensen gevoelig voor het financiële argument”, zegt Kiewiet. Maar als dat aan dovemans oren gericht is: Hoe overtuig je mensen die niet de lasten, maar wel de lusten van een pand hebben en zelf niet opdraaien voor de energierekening? En hoe heeft Kiewiet de ruim 30% van de eilanders voor de energie coöperatie gewonnen? “Voor het argument van het milieu redden loopt gemiddeld ongeveer 10% van de bevolking warm”, vertelt hij. ‘Maar ik wil die andere 90% ook meekrijgen. Ik ben toen een andere boodschap gaan vertellen. Niet: ‘we willen energieneutraal worden’, maar ‘we willen zelfvoorzienend worden, en minder afhankelijk zijn van grote energiebedrijven.’ Dat sloeg aan en daarmee kwam het percentage op 20 % van de bevolking. De laatste 10 % komt mede ook door de gestegen gasprijzen en doordat mensen toch zien dat hun energierekening daalt en het echt wat oplevert, bijvoorbeeld ook om zonnepanelen op je eigen dak te laten leggen en je huis te isoleren.

“Het is voor ons maar goed dat nog niet iedereen al aan de zonnepanelen wil”

De eigenaar van ’T Koaikershuus ten spijt, de meeste mensen willen wel isoleren en zonnepanelen. “We kunnen het bijna niet bijbenen”, zegt Van Tiggelen daarover. “Het is voor ons maar goed dat nog niet iedereen al aan de zonnepanelen wil.” De panelen worden gelegd door een Amelands bedrijf, dat voorlopig dus nergens over te klagen heeft. Het argument van zelfvoorzienend zijn valt goed bij de eilanders. Bij de provinciale statenverkiezingen ging bijna 40% naar de BBB. Terwijl 95% van de Amelanders (mede) leven van het toerisme. Een echte boerenomgeving is het dus niet per se. Maar het gevoel het zélf te willen doen en met elkaar op het eiland is sterk aanwezig. Kiewiet: “Dat is er altijd al geweest. Ik weet nog dat ik een arm brak als kind en de nacht met veel pijn moest wachten omdat ik pas in de ochtend naar de vaste wal en het ziekenhuis kon.” Ook vertelt hij over de jaren ‘60, toen de Waddenzee bevroren was en mensen met de slee naar de vaste wel gingen om eten en andere bevoorrading te halen. Van dit soort ervaringen krijg je een sterk gevoel van op elkaar aangewezen zijn.

Het eilandgevoel en zelfvoorzienende argument kan dan sterk zijn, toeristen zijn voor inkomsten zeer gewenst. Dat is ook één van de redenen om voorop te lopen en nieuwe versnellers van de energietransitie uit te proberen. Zo vertelt De Boer trots over een brandstofcel bij Ballum die afgelopen jaar zijn kunsten mocht vertonen. De cel was overgekomen uit Frankrijk en zet waterstof en zuurstof om in elektriciteit en andersom elektriciteit in waterstof. Zo kan de opbrengst van de zonneparken tijdelijk worden omgezet in waterstof en vervolgens weer in elektriciteit, zonder het elektriciteitsnet te belasten. Daarmee is er ook ruimte voor nóg een zonnepark op Ameland, vertelt Van Tiggelen. En, ook belangrijk: “Er kwamen meer dan tweehonderd mensen kijken, die vervolgens ook van onze horeca gebruik maakten.” Van zo’n brandstofcel zijn er maar een paar in Europa en inmiddels is deze cel weer retour naar Frankrijk.

“Er zijn ideeën om een brandstofcel te bestellen die hier blijvend kan staan”

De nieuwste aanwinst is de getijdevlieger van het bedrijf SeaQurrent. Ook hier is Ameland weer een testlocatie. Deze zogenoemde ‘TidalKite’ surft ongeveer zes meter onder water en uit het zicht dwars op de stroming en beweegt van links naar rechts. Door de trekkracht wordt een hydromotor aangedreven, die op zijn beurt weer een generator aanzwengelt en zo wordt de groene stroom opgewekt. Een elektriciteitskabel brengt de stroom aan land. Er kunnen 700 huishoudens mee van stroom worden voorzien volgens SeaQurrent.

De eigenaar van de boot die met toeristen langs een schelpenbank naar de zeehondjes verderop gaat kijken kijkt met enige scepsis naar alle initiatieven: “Er wordt nu van alles ingezet, maar ik geloof eigenlijk veel meer in kernenergie. Waarom niet dat goed uitzoeken en goed inzetten? Al die verschillende methodieken zijn op zichzelf ook weer milieuvervuilend. Weet je dat er hele schepen worden gebouwd om windmolens te onderhouden?” Hij is zeker niet tegen de energietransitie, benadrukt hij, maar zou graag meer tijd nemen. Over zijn schouder kijkend manoeuvreert hij de boot ondertussen achterwaarts de haven weer in, terug op de ligplaats. De zeehondjes lieten zich ook vandaag weer goed zien. Er is nóg een reden voor hem om het allemaal even af te wachten. Als hij zijn huidige motor zou vervangen door een elektrische, kost hem dat 400.000 euro. Zijn boot kostte een half miljoen. “Dan kan ik net zo goed opdoeken. Ik wacht liever op een waterstofmotor.” Als het aan de gemeente ligt is dat misschien geen verre toekomstmuziek. De Boer: “Er zijn ideeën om een brandstofcel te bestellen die hier blijvend kan staan.”

“De belangrijkste lessen van Ameland”

Tekst: Janneke Juffermans