Reactie Climate Action Network Europe op betoog Rob Aalbers
Onlangs betoogde Rob Aalbers van het Centraal Planbureau op deze site dat de kosten van zonnecellen er niet toe doen. Volgens de onderzoeker blijft het aandeel van zonne-energie in Europa een fractie van de markt tot in de verre toekomst, ook al zakt de prijs van zonnepanelen nog verder. Voor Aalbers is de waarde van deze panelen zo weinig waard omdat zij slechts in de zomer echt produceren.Ik weet niet zeker of de honderdduizenden gezinnen, die de afgelopen jaren zonnepanelen hebben geïnstalleerd en van een lagere energierekening profiteren, het met hem eens zijn. Dezelfde twijfel zal bestaan bij Nederlandse bedrijven die lagere (en in sommige gevallen zelfs negatieve) spotprijzen betalen. Maar ik weet zeker dat de meeste serieuze economen buiten het Centraal Planbureau de logica van Aalbers niet overnemen.
Zo heeft Deutsche Bank recent een rapport uitgebracht met de conclusie dat zonne-energie de dominante energiebron wereldwijd wordt. Solar power wordt competitiever dan gebruikelijke bronnen, zal vijfduizend miljard dollar opbrengen in de komende vijftien jaar, en gaat enorme hoeveelheden fossiele brandstoffen vervangen. Tegen 2030, zo voorspelt Deutsche Bank, is de markt voor zonne-energie vertienvoudigd, zijn meer dan honderd miljoen klanten toegevoegd aan het bestaande clientèle, en springt het marktaandeel naar tien procent. Tegen 2050 beslaan met zonnepanelen en -cellen geproduceerde energie zelfs dertig procent van de markt, waarbij opkomende economieën de grootste spurt tonen. Zelfs het conservatieve International Energy Agency gaat ervan uit dat zonne-energie de grootste energiebron tegen 2050 zal zijn.
““Aalbers zou moeten weten dat zonnepanelen niet alleen in de zomer een goede productie leveren””De heer Aalbers gaat er verder gemakshalve van uit dat iedereen in Nederland of Europa woont, waar elektriciteit vooral via het net wordt geleverd. In werkelijkheid hebben bijna drie miljard mensen geen toegang tot elektriciteit, laat staan tot een grid. Voor hen is de (controversiële) back-up capaciteit geen issue - het gaat deze drie miljard mensen in de eerste plaats om stroom. En zonne-energie is daarvoor de beste oplossing, omdat het niet afhankelijk is van de ontwikkeling van een net. Daarom zijn zo veel beleidsmakers in ontwikkelingslanden nu actief bezig met het aanjagen van het gebruik van zonnecellen.
Terug naar Nederland. Aalbers zou moeten weten dat zonnepanelen niet alleen in de zomer een goede productie leveren. Ook in de winter zijn zij efficiënt, met name op de koudste dagen. Een strakblauwe winterdag leidt steevast tot enorme hoeveelheden geproduceerde zonne-energie, vergeleken op uurbasis met de zomer. Die productie zakt alleen in bij bewolkte en korte dagen. Maar dat betekent niet dat de zonnecellen dan werkeloos naar boven kijken, zelfs in Nederland.
Zelfs in nachtelijke uren zijn systemen voor zonne-energie nuttig, dankzij nieuwe commerciële technologie die warmteopslag mogelijk maakt. Zo gebruikt de Gemasolar centrale in Spanje gesmolten zout om energie vijftien uur op te slaan, en levert zo energie gedurende de nacht. Zonnecellen blijven dan ook geen belofte, maar worden de leidende energiebron in de wereld.
Jean-François Fauconnier is beleidscoördinator voor duurzame energie bij Climate Action Network Europe.