Provincies spelen een essentiële rol in het vormgeven van Nederlands klimaatbeleid. In de praktijk zien wij dat de meest recente inzichten en technologieën voorlopen op het klimaatbeleid. Zo is de vraag naar duurzame elektriciteit in 2030 tot twee keer groter dan initieel geraamd in het Klimaatakkoord 2019, de basis voor het Nederlandse klimaatbeleid. Hogere EU-doelstelling, meer elektrificatie van onder andere vervoer, gebouwde omgeving en industrie en de waterstofambities verhogen deze vraag.
Daarnaast versterken geopolitieke ontwikkelingen en toegenomen onzekerheid over onze energievoorziening het verlangen naar energie-onafhankelijkheid. Er moet meer gebeuren dan voorzien en dat vereist aanpassingsvermogen en out-of-the-box denken van zowel markt als beleidsmakers.
Daarom roepen wij op: Voer ambitieus klimaatbeleid in de provincies, zet de standaard voor de rest van Nederland en ga voor het hoogst haalbare, niet het minimaal vereiste. Hierbij onze adviezen.
1. Reserveer voldoende ruimte voor de duurzame energievoorziening
Er is meer elektriciteit uit hernieuwbare bronnen nodig dan ooit en ondertussen is op veel plekken het elektriciteitsnet overbelast. Daarnaast heeft Nederland te maken met andere opgaven die ruimte vragen, zoals het woningentekort. Nieuwe zonne-energieprojecten staan daardoor vaak als laatste in de rij.
Het is daarom belangrijk dat provincies rekening houden met duurzame energie-opwek en uitbreiding van de elektriciteitsinfrastructuur in de ruimtelijke plannen. Daarbij moet er slim worden gekeken hoe dat optimaal uitgevoerd kan worden, dus opwek en verbruik lokaal matchen en ruimte beschikbaar maken rondom gunstige plekken in relatie tot de elektriciteitsinfrastructuur.
- Wijs daarom concrete gebieden aan voor energie-opwek, bijvoorbeeld combinaties van woonwijken die van duurzame energie worden voorzien door een lokaal zonneveld. Of denk aan geschikte plekken rondom elektriciteitsnetaansluitingen.
- Stem opwek en consumptie lokaal op elkaar af, waardoor vraag en aanbod van elektriciteit zoveel mogelijk samenkomen. Stimuleer daarnaast het gebruik van slimme oplossingen om het elektriciteitsnet te ontlasten, zoals het aftoppen van pieken (curtailment), cable-pooling en opslag. Werk daarbij samen met de netbeheerders en de markt.
2. Maak effectief gebruik van de beschikbare ruimte
Zoals Minister Jetten in zijn Zonnebrief erkent, levert zonne-energie op daken, binnenwateren en land een essentiële bijdrage in de transitie naar duurzame energie. Maar de uitrol van zonne-energie gaat niet vanzelf en vergt veel aandacht van alle betrokken partijen. Duurzame energieprojecten lopen in de praktijk vertraging op of worden soms zelfs stopgezet vanwege weerstand. Dit terwijl het goed mogelijk is om de energietransitie hand in hand te laten gaan met natuurversterking én de belangen van omwonenden.
- Differentieer daarom gronden op basis van geschiktheid voor verschillende opgaven. Gronden van ‘lagere’ waarde kunnen beschikbaar worden gesteld voor de energietransitie, dit sluit niet per definitie landbouwgrond uit. Denk aan vervuilde gronden waarbij we niet hoeven in te leveren op vruchtbare grond of concurreren met ander gebruik van deze grond, zoals vuilstorten, geluidswallen, baggerdepots, dijken, vloeivelden, veengebieden, onderloopgebieden en daken.
3. Neem sneller besluiten over duurzame energieprojecten
Door de oorlog in Oekraïne willen we onze energievoorziening extra snel onafhankelijk van import maken. Zon- en windenergie kunnen daarbij helpen. Tegelijkertijd kunnen we de energierekening voor consumenten en bedrijven fors verlagen, en lokale werkgelegenheid verschaffen. Redenen genoeg om te versnellen.
Ondanks al deze ontwikkelingen raken zonne-energie en windenergie op land steeds verder in de knel. Met de volgende oplossingen kunnen provincies de uitrol van duurzame energieprojecten op korte termijn versnellen:
- Verkort vergunningsprocedures ten behoeve van energieonafhankelijkheid. Stel daarom bij de start van een project een gezamenlijke planning op met initiatiefnemers en regel dat processen en onderzoeken parallel lopen in plaats van volgordelijk.
Met deze drie adviezen kunnen provincies problemen overwinnen en de energietransitie versnellen. Maar niet alleen dat. Zij kunnen het voortouw nemen met nog ambitieuzer klimaatbeleid en een voorbeeld zijn voor de landelijke politiek. Wij nodigen provincies dan ook van harte uit om in gesprek te gaan en samen te werken aan echte oplossingen voor het klimaat.