Ingezonden stuk Rick Bosman en Derk Loorbach, DRIFT
De energietransitie in Nederland loopt zo hopeloos achter, dat hij eigenlijk nog moet beginnen. Op dit moment is het aandeel hernieuwbare energie een magere 4%, waarmee we plaats 25 van de 27 EU-lidstaten innemen. Her en der zien we wel eerste signalen van de onzekerheid en strijd die dit fundamentele veranderingsproces met zich meebrengt.

Figuur 1: Sluiting kolen en gasgestookte centrales (2010-2014, in gigawatt)



2. Energiedemocratie: Dit pad vormt een radicale breuk met het bestaande energiesysteem. Burgers en ondernemers organiseren zich lokaal, vaak in coöperatief verband en nemen het heft in eigen hand. Gezamenlijk investeren zij in zonnepanelen op het dak van het wijkcentrum, gymzaal of school of een windmolen aan de rand van het dorp. Met behulp van smart grids en lokale opslag kan het energiesysteem veel decentraler worden georganiseerd. Steeds meer regio's worden zelfvoorzienend, vaak gedreven door de wens om minder afhankelijk te zijn van ‘winstbeluste multinationals' en ‘discutabele regimes' (lees: Putin).
Hoewel dit tweede pad in Nederland nog relatief marginaal is, zien we het sterker terug in landen waar de energietransitie sneller gaat. In Duitsland levert hernieuwbare energie intussen 27% van de stroom. Meer dan de helft van de hernieuwbare opwekcapaciteit is daar in handen van burgers, boeren en coöperaties, tegen 5% van ‘de grote vier' energiebedrijven. Dit leidt tot een aardverschuiving in energieland. De komst van nieuwe spelers en businessmodellen zet de gevestigde orde onder druk om sneller te verduurzamen. En het conflict dat ontstaat, maakt duidelijk dat er alternatieve oplossingsrichtingen zijn, genereert aandacht, en dwingt publiek en politiek tot keuzes.
““De Nederlandse overheid moet haar huwelijk met de fossielen Shell, Gasunie en GasTerra ontbinden””In Nederland strijken we vooralsnog de plooien liever glad in de polder - bijvoorbeeld met het SER Energieakkoord voor Duurzame Groei. De verwevenheid van de fossiele, ambtelijke en politieke elite speelt daarin een cruciale rol. Voor echte doorbraken zou de Nederlandse overheid gericht transitiebeleid moeten gaan voeren om ons land voor te bereiden op een toekomst die veel minder fossiel zal zijn. Dit betekent ook dat de Nederlandse overheid haar huwelijk met de fossielen Shell, Gasunie en GasTerra moet ontbinden. Geen gemakkelijke opgave, aangezien de overheid voor 20% van haar begroting afhankelijk is van inkomsten uit fossiele brandstoffen. Maar als we nu niet de strijd aangaan over de fundamentele spanningen die de energietransitie met zich meebrengt, dan overkomt die ons vroeger of later, met alle maatschappelijke schade van dien.
Rick Bosman (@r_bosman) is PhD-onderzoeker aan het Dutch Research Institute for Transitions (DRIFT). Zijn onderzoek richt zich op de energietransitie en specifiek de destabilisatie van het fossiele energieregime.
Derk Loorbach (@drk75) is professor socio-economische transities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en directeur van DRIFT
Dit stuk is een verkorte versie van een artikel met dezelfde titel dat onlangs verscheen in Idee, magazine van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, wetenschappelijk bureau van D66.