Jan Paul van Soest: "Telderstichting schetst valse tegenstelling tussen ingrijpen tegen klimaatrisico's en planeconomie"
De reactie van Stephan de Vries, medeauteur van het rapport ‘Zeker van Energie' van de Teldersstichting op mijn kritische column over de klimaatstandpunten in dat rapport is allesbehalve overtuigend.
De Teldersstichting heeft voor zijn klimaatparagraaf niet, in tegenstelling tot wat De Vries schrijft, ‘het hele spectrum van het debat' bekeken. Er zijn géén klimaatwetenschappers geraadpleegd, over klimaatverandering is slechts gesproken met gekleurde niet-wetenschappers die standpunten huldigen die al lang als onhoudbaar zijn afgevoerd. Een later artikel legde nog eens genadeloos bloot waar het Teldersrapport op klimaatgebied de mist in gaat.
Eenzijdige consultatie geeft eenzijdige conclusies: een verwrongen beeld van de klimaatwetenschap en daarmee een te rooskleurig beeld van de klimaatrisico's.
Een meer reële risicoperceptie zou, zo laat De Vries doorschemeren, voor de beleidsvisie van de Teldersstichting niet zoveel uitmaken: "(deze...) zou niet veel afwijken van wat hij heeft gelezen in ons rapport. Liberalen trekken over het algemeen genomen niet snel de conclusie dat de staat een (zeer) sturende rol moet krijgen aangemeten." Waarna hij die sturende rol definieert als een staat die zich richt op technologiekeuzes, gedragsbeïnvloeding en subsidiestromen. Alsof een ‘(zeer) sturende rol' meteen detailregulering impliceert.
Onzin: een klimaatsceptisch-liberale visie tegenover een klimaatserieuze planeconomie zetten is een valse tegenstelling. Van belang is juist een klimaatserieuze liberale visie als alternatief voor de sceptische slappe hap die nu het Teldersrapport kleurt.
Het verschil, zal ik zelf dan maar beargumenteren als De Vries het niet uit zijn pen krijgt, zit niet in het type sturing, niet in de keuze van de instrumenten, maar in de hoogte van de koolstofprijs die wordt bepleit.
“De vrijheid van het individu mag slechts worden beperkt als hij anderen fysieke schade toebrengt, aldus John Stuart Mill”
Een liberale sturingsvisie op basis van een wetenschappelijke in plaats van ‘sceptische' risico-inschatting kan prima worden vormgegeven met instrumenten die voor liberalen aanvaardbaar zijn als ze eenmaal het idee hebben doorgeslikt dat de staat gezien de klimaatrisico's een rol te vervullen heeft. Die bittere pil is te verteren op grond van een belangrijk liberaal beginsel, het schadeprincipe: De vrijheid van het individu mag slechts worden beperkt als hij anderen fysieke schade toebrengt, aldus John Stuart Mill (een van de grootste liberale denkers aller tijden), en al eerder de Franse Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uit 1789. Vervolgens kiest een rechtgeaarde liberaal natuurlijk wel voor een type instrument dat de vrijheid verder zoveel mogelijk intact laat: ofwel een emissiehandelssysteem met een zodanig beperkt CO2-quotum dat een 2-gradendoelstelling ermee wordt gehaald, of de contramal van zo'n systeem, een dusdanige CO2-prijs dat de langetermijnkosten van klimaatverandering in de prijzen van nu worden verwerkt. Dat is meer een kwestie van praktische voor- en nadelen dan dat het ene instrument liberaler zou zijn dan het andere.
In beide gevallen zal een CO2-prijs van minimaal 90 euro per ton ontstaan (emissiehandel) dan wel worden opgelegd (beprijzing). Zó zou een liberaal beleid eruitzien dat de klimaatrisico's volledig, volgens de wetenschappelijke inzichten, onder ogen wenst te zien in plaats van sceptisch bagatelliseert.
Dat is dan ook de hamvraag aan de Stephan de Vries: welke CO2-prijs (via quotering/emissiehandel dan wel beprijzing te realiseren, dat is hier om het even) staat de Teldersstichting ten principale voor? Wees daar helder over, daaraan kan iedereen aflezen in welke mate de liberale denktank de klimaatwetenschap accepteert.
Jan Paul van Soest is partner bij De Gemeynt, samenwerkingsverband van adviseurs, denkers en entrepreneurs, zie www.gemeynt.nl