Jos Cozijnsen: "Vier redenen waarom het Klimaat- en Energieakkoord voor 2030 een stap vooruit is"
Zoals vaak past het citaat van Goethe op een EU-akkoord: "Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt". Niet genoeg, maar wel een goede stap. Het CO2-doel wordt aangescherpt, maar nog niet voldoende. Duurzame energie is belangrijk, maar er blijft ruimte voor kolen en kernenergie onder het strengere CO2-plafond. Een echt Europees compromis dat, zoals de EU President Van Rompuy zei "Wel naar boven, maar niet naar beneden kan worden bijgesteld".
Het op 23 en 24 oktober door regeringsleiders gesloten EU Klimaat- en Energieakkoord voor 2030 is naar mijn mening om vier redenen een goede stap:
1. De EU heeft nu een juridisch bindend CO2-doel van "tenminste" 40% ten opzichte van 1990. Als in het mondiaal Klimaatakkoord van 2015 de meest ontwikkelde landen vergelijkbare inspanningen op zich nemen, wil de EU haar CO2-doel aanscherpen. Het Verenigd Koninkrijk bepleitte bijvoorbeeld 50% met gebruik van internationale credits. Dus met internationale onderhandelingen is iets te winnen; want 40% wordt door experts nog niet voldoende geacht voor een trend naar het uiteindelijke doel van maximaal 2 graden opwarming van de aarde.
2. Lidstaten zijn vrij zelf te bepalen welke bijdrage energieopwekking en -besparing hebben. CO2-beprijzing krijgt daardoor een centraler plek. Hierdoor zal de CO2-prijs minder kunnen dalen door dure subsidies. Daarvoor krijgen 10 EU-landen, waaronder Polen, Bulgarije en Roemenië n , nog gratis CO2-rechten voor hun energiecentrales. Het 27% duurzame energiedoel geldt voor de EU als geheel.
3. Het EU-emissiehandelssysteem moet versterkt worden. Doel van het EU-akkoord is een "well-functioning, reformed Emissions Trading System with an instrument to stabilise the market in line with the Commission proposal". De Commissie heeft daar voorstellen voor gedaan, waaronder het plaatsen van het overschot in een Markt Reserve. Er is groeiende interesse om dat al vanaf 2018 te doen. In mijn vorige column vertelde ik dat dit EU-akkoord daarvoor een belangrijke stap zou betekenen.
4. Een marktinstrument voor niet-ETS sectoren. De helft van de CO2-emissies valt onder emissiehandel; maar niet voor sectoren als gebouwde omgeving, transport en landbouw. Lidstaten mogen in deze sectoren behaalde extra CO2-reducties verkopen aan andere lidstaten. Ruimte dus voor financiering van ‘Domestic Offsets'. Nederland gaat daar in een binnenkort te bespreken Green Deal voor een nationale koolstofmarkt waarschijnlijk al ervaring mee opdoen.
““Het is te verwachten dat Polen versterking van het emissiehandelssysteem niet zal blokkeren””
Polen aan boord
Naast deze stappen vooruit is het de EU-regeringsleiders gelukt Polen aan boord te krijgen voor een scherper CO2-doel, in ruil voor compensatie van extra emissierechten. Hierdoor is te verwachten dat Polen versterking van het emissiehandelssysteem niet zal blokkeren. Polen kan hier zelfs voordeel bij hebben door een hogere veilingopbrengst. De EU-top gaat namelijk uitgebreid in op de benodigde verandering om een CO2-handel het belangrijkste instrument voor klimaatbeleid te laten blijven.
Kans op ambitie voor emissiehandel
Een bijzondere passage is de volgende:
"Free allocation will not expire as long
as no comparable efforts are undertaken in other major economies. The
benchmarks for free allocations will be periodically reviewed in line with technological
progress in the respective industry sectors. Future allocations will ensure better alignment with changing production
levels in different sectors"
Ik interpreteer dat als volgt: de in het Energieakkoord afgesproken dynamische
allocatie is op de kaart gezet, wat een nieuw overschot voorkomt. De benchmarks
voor allocatie van rechten worden strenger en de industrie houdt gratis
emissierechten tot er internationaal ‘level playing field' is. Dat kan best
door het sluiten van het Klimaatakkoord in 2015 het geval zijn. Ik zei al, er
is ambitie te halen met de internationale onderhandelingen.