Zoeken

Europees energiebeleid op de schop

Commissaris Energie Unie Šefčovič wil debat over gezamenlijk inkopen energie

De nieuwe Europese Commissie kan aan de slag. Op 22 oktober stemde het Europees Parlement ruim in met de voorgestelde ploeg van Voorzitter Jean-Claude Juncker. Een van de topprioriteiten is het energiebeleid, dat mogelijk drastisch op de schop gaat met als einddoel een Europese Energie Unie. De Slowaak Maroš Šefčovič wordt hiervoor verantwoordelijk als Vicevoorzitter Energie Unie. Hij gaat in deze functie liefst zeven Eurocommissarissen aansturen - een kwart van de hele Commissie.

Premier Rutte is weinig enthousiast over de nieuwe functie van Vicevoorzitter voor de Energie Unie. "Het is meestal geen goed teken als je op een onderwerp een Commissaris gaat plakken."

Er is de aanloop naar de aanstelling van de Commissie-Juncker nogal wat gedoe geweest rond de posten van energiebeleid. De kandidaat voor het vicevoorzitterschap, de Sloveense ex-premier Bratušek, had een zwakke hoorzitting bij het Europees Parlement en werd vervolgens weggestemd. Ook de kandidaat voor de post van Klimaat en Energiebeleid, de Spanjaard Miguel Cañete, had het moeilijk, vanwege vermeende belangen in de oliesector.

Cañete mocht uiteindelijk blijven, maar Juncker heeft wel het nodige geschoven. Vanwege zijn banden in de oliesector valt de portefeuille ‘Duurzame Ontwikkeling' nu niet meer onder verantwoordelijkheid van de Spanjaard, maar onder de Nederlandse Commissaris Frans Timmermans. Wat de Nederlandse Commissaris daarmee gaat doen, is nog niet geheel duidelijk. Bij de stemming in het Europees Parlement voor de voltallige Commissie heeft Timmermans in ieder geval gezegd dat hij duurzaamheid ook ziet in de vorm van banen in de groene industrie en het terugdringen van energieverbruik. Vicevoorzitter Šefčovič heeft de leiding in de klimaatonderhandelingen. Eerder was het niet duidelijk wie van de twee commissarissen naar de VN-Klimaattop eind volgend jaar in Parijs zal gaan.

Hoewel Šefčovič onverwacht werd gepromoveerd tot Vicevoorzitter - hij zou oorspronkelijk de portefeuille Transport gaan doen - heeft hij bij de ingelaste extra hoorzitting een stevige visie neergelegd op de Energie Unie. De directe aanleiding is uiteraard de Oekraïne-crisis. Šefčovič heeft dat in zijn hoorzitting benadrukt, naast het wijzen op de lopende klimaatonderhandelingen. "Het gebruiken van gas als een politiek wapen [door Rusland] is compleet onacceptabel", zei hij in het Europees Parlement. "De tijd voor een Europese Energie Unie is aangebroken."

““We geven jaarlijks 400 miljard euro uit aan energie-inkopen, die kunnen we beter inzetten””

Deze Unie rust volgens Šefčovič op vijf pijlers. Ten eerste energiezekerheid, het meest gevoelige thema met mogelijk ingrijpende gevolgen. Šefčovič roept op tot een ‘debat' over het aan de Commissie geven van de onderhandelingsbevoegdheid voor energiecontracten met niet EU-landen. Verder wil hij het gezamenlijke inkopen van gas "onderzoeken, met inachtneming van de competitie en de regels van de Wereldhandelsorganisatie WTO... We geven jaarlijks 400 miljard euro uit aan energie-inkopen, die kunnen we beter inzetten."

Verder wil Šefčovič de energiebronnen diversifiëren, onder meer door een zuidelijke corridor voor Kaspisch gas te creëren, intensiever samen te werken met Noorwegen en gas uit Algerije halen.

Andere pijlers zijn de interne energiemarkt als ‘ruggengraat' van de Energie Unie, het verkleinen van de vraag naar energie, het verminderen van de CO2-uitstoot en meer investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Een deel van het nog op te zetten ‘Juncker-investeringsfonds' van 300 miljard euro wordt waarschijnlijk voor deze pijlers ingezet, bijvoorbeeld om connecties tussen energienetwerken te verbeteren.

De Commissaris voor Klimaat en Energiebeleid, Miguel Cañete, krijgt vooral een ondersteunende rol voor Šefčovič. Hij wordt verantwoordelijk voor de meest urgente infrastructuurprojecten, het vergroten van het de diversiteit in de energiemix en het Klimaatpakket van de Unie voor 2030. Cañete zal verder het Europees Emissiehandelssysteem draaiend moeten houden.