Sible Schöne: "Het is niet meer reëel om te verwachten dat de energieprijzen blijvend zullen stijgen".
De winning van schaliegas en onconventionele olie en de eerste stappen in de winning van hydraatgas veranderen het debat over de duurzame energievoorziening. Er is, zoals het zich nu laat aanzien, voor 250 jaar schaliegas en voor honderd jaar of meer onconventionele olie. En als hydraatgas winbaar wordt komt daar nog eens duizend jaar of meer gas erbij. De voorspellingen over onconventionele voorraden uit de jaren '90 van de vorige eeuw worden hiermee bewaarheid. Als we hier de kolenvoorraden bij optellen, is de conclusie dat we nog voor 2.000 jaar of meer aan voorraden fossiele brandstoffen hebben. Uiteraard heeft dit grote gevolgen voor de prijs. Het is niet meer reëel om te verwachten dat de energieprijzen blijvend zullen stijgen. Wat gaat dit betekenen?
Het lijkt me dat allereerst het klimaatbeleid er anders uit moet gaan zien:
- Alle studies over een effectieve aanpak van het klimaatprobleem concluderen dat een sterke verhoging van het tempo van energiebesparing verreweg de belangrijkste optie is. Het idee dat energiebesparing min of meer vanzelf gaat als gevolg van stijgende prijzen kan de ijskast in. In plaats daarvan zal energiebesparing vooral via (voortschrijdende) normstelling en verplichtingen moeten worden geregeld. Bijvoorbeeld bij nieuwbouw en grootschalige renovatie van woningen en kantoren zal op een of andere manier duurzame warmte verplicht moeten worden voorgeschreven. De energiebesparingseis in de milieuvergunning moet naar 10 jaar terugverdientijd. En ook de CO2-Prestatieladder moet zich ontwikkelen tot een harder instrument.
- Ook bij duurzame energie lijkt normstelling de meest logische optie: een CO2-norm voor kolencentrales en mogelijk toch de leveranciersverplichting. Ook kan met name voor wind op land een echte markt voor groene stroom van waarde zijn.
- Het belang van CO2-opslag wordt nog groter. Om de twee graden doelstelling te halen mogen we deze eeuw nog maar 25 keer de huidige uitstoot produceren. Met andere woorden: zonder CO2-opslag mogen we vanwege het klimaat maar 1% van de fossiele voorraden gebruiken. Vanwege de voorzieningszekerheid gaat dat niet gebeuren. Dus wordt CO2-opslag onvermijdelijk.
Maar het gaat niet alleen om klimaatbeleid. Ook de positie van Europa verandert. Europa lijkt de slag om goedkope energie te verliezen, met mogelijk grote gevolgen voor de energie-intensieve industrie. Deze kiest nu al voor de VS en China. De vraag is of we dit laten gebeuren of dat we via een heldere industriepolitiek deze bedrijfstakken een toekomst bieden. Het lijkt mij eerlijk gezegd te simpel om het allemaal maar te laten gebeuren. Vanuit een oogpunt van duurzaamheid is daarbij wel belangrijk dat deze bedrijfstakken blijven inzetten op besparing, duurzame energie en de bio-based economy. Dat kan als de opbrengsten van het emissiehandelsysteem hiervoor gericht worden ingezet. Zo'n koppeling kan ook helpen de weerstand van de industrie tegen het emissiehandelsysteen weg te nemen.
Beide onderwerpen zijn ook in politieke zin aan elkaar gekoppeld. Het is van groot belang om snel helderheid te krijgen over de toekomst van de energie-intensieve industrie. Deze industrieën zullen anders jarenlang het debat over de verduurzaming van de energievoorziening negatief beïnvloeden, te beginnen met het SER-proces. Daar schiet niemand wat mee op.
Sible Schöne is Programmadirecteur van Klimaatbureau HIER.
Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium