Zoeken

‘Hoeveelheid gas in kleine velden zet zoden aan de dijk bij afbouwen import Russisch gas’

Met infrastructuur kleine gasvelden als troef, sorteert Element NL voor op een duurzame toekomst. Energiepodium sprak met voorzitter Menno Snel van Element NL.

Met de nieuwe naam Element NL én een ambitieuze Actie Agenda, sorteert de Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA) voor op een duurzame toekomst zonder fossiele brandstoffen. Het vergroten van de productiecapaciteit uit de kleine gasvelden en het vergroten van de gasopslag zijn volgens voorzitter Menno Snel op de korte en middellange reële mogelijkheden om de Nederlandse afhankelijkheid van importgas te reduceren en de leveringszekerheid te garanderen.

Vergeet de naam NOGEPA. Verwijzend naar de exploratie en productie van olie en gas dekte die de lading de afgelopen decennia uitstekend, maar die match zal in de toekomst steeds minder worden. Op maandag 16 mei werd in Den Haag daarom met een nieuw logo een nieuwe naam gepresenteerd, Element NL, én een ambitieuze Actie Agenda waarin de woorden ‘olie’ en ‘gas’ naar de achtergrond zijn verdwenen. “Met Element NL als hun branchevereniging, zien de twaalf aangesloten bedrijven voor zichzelf een duurzame toekomst weggelegd binnen de waterstofeconomie en op het gebied van Carbon Capture and Storage (CCS), de afvang en opslag van CO2”, vertelt Menno Snel, die in de zomer van 2021 als onafhankelijk voorzitter werd aangetrokken om vorm en vaart te geven aan de transitie. “Onze leden doen onderzoek naar mogelijke gasvoorraden in onze bodem én onder de Noordzee en zorgen na een boring voor de winning van het aardgas. Ze kennen de bodem als geen ander en beschikken over een infrastructuur die relatief vlot geschikt kan worden gemaakt voor de productie, het transport en de opslag van waterstof. Lege gasvelden lenen zich bovendien heel goed voor de ondergrondse opslag van CO2. Vergeleken met waterstof is dat een tijdelijke, maar daarom niet minder perspectiefrijke transitieoplossing, in de komende decennia waarin we op zoek moeten gaan naar andere bronnen van energie.”

“Als er één land is dat als het ware gemaakt lijkt om met relatief geringe investeringen een sleutelrol te gaan spelen binnen de waterstofeconomie, dan is het Nederland”

Snel benadrukte op 16 mei dat de Element NL-leden staan te popelen om de kansen te grijpen die vooral de waterstofeconomie biedt. “Voor hen maar zeker ook voor Nederland, dat alles heeft om uit te groeien tot dé Europese of zelfs mondiale waterstofhub. De industrie, de logistiek, de infrastructuur, de kennis, de nabijheid van windenergielocaties… Als er één land is dat mede dankzij zijn unieke ligging als het ware gemaakt lijkt om met relatief geringe investeringen een sleutelrol te gaan spelen binnen de waterstofeconomie, dan is het Nederland.” Snel voegde er aan toe dat de olie- en gasindustrie de tijd en de ruimte moet krijgen om de transitie door te kunnen voeren en schoof gas naar voren als dé transitiebrandstof. “Nederlands gas wel te verstaan. Dat is in veel opzichten beter dan importgas. Het gaat gepaard met minder uitstoot van methaan en CO2, het levert veel werkgelegenheid op én het leidt tot inkomsten voor de Nederlandse schatkist.”

Van die Nederlandse schatkist naar het Groningenveld is het maar een kleine stap. Een van de grootste aardgasvelden ter wereld leverde de Staat de afgelopen decennia zoveel inkomsten op, dat een stevig fundament voor een welvarende verzorgingsstaat kon worden gelegd. De afloop van dat verhaal mag echter bekend worden verondersteld: Omdat de gaswinning in Groningen tot ernstige bodemdaling en aardbevingen leidde, heeft de regering onder grote politieke en maatschappelijke druk besloten het Groningenveld niet meer maximaal te benutten. Snel: “De kleine gasvelden elder in Nederland en onder de Noordzee waar Element NL over gaat, zijn klein bier vergeleken met het Groningenveld. Maar ik voeg daar altijd aan toe: Ze zijn klein maar niet marginaal, want bij elkaar opgeteld leveren deze gasvelden behoorlijk veel aardgas.”

“Zeker op zee zien we ruimte voor versnelling van de gaswinning, maar daar hebben we overheid wel keihard bij nodig”

Sinds 2014, het jaar waarin het politieke besluit werd genomen om de gaswinning in Groningen gestaag terug te schroeven, is Nederland volgens Snel een netto-importeur van gas. “Zolang de internationale energiemarkt goed functioneert, hoeft dat helemaal niet erg te zijn. De oorlog in Oekraïne heeft echter pijnlijk aan het licht gebracht dat voorzieningszekerheid geen vanzelfsprekendheid meer is en dat het risico bestaat dat je als klein land op energiegebied afhankelijk kunt raken van landen waar je niet afhankelijk van wilt zijn. Rusland in dit geval. ”

Op de dag dat Rusland bij het eerste ochtendlicht Oekraïne binnenviel, donderdag 24 februari, begonnen op de (toen nog) NOGEPA-burelen volgens Snel niet meteen de telefoons te rinkelen. “Conform de proactieve brancheorganisatie die we zijn, zijn we zelf gaan bellen met de ministeries en de organisaties die verantwoordelijk zijn voor de energievoorziening in Nederland. Met onze leden hadden we al aardig in kaart gebracht wat de extra productiecapaciteit van de kleine gasvelden was en in de dagen die volgden hebben we dat beeld gefinetuned: 80 miljard kubieke meter. In de wetenschap dat Rusland jaarlijks 7 tot 8 miljard kubieke meter gas aan Nederland levert, kun je dat met een gerust hart een hoeveelheid noemen die zoden aan de dijk zet.”

Snel voegt er echter aan toe dat het de Element NL-leden tijd kost om de huidige productiecapaciteit op te voeren. “Dat komt mede door de trage vergunningprocedures. Zeker op zee zien we ruimte voor versnelling, maar daar hebben we overheid wel keihard bij nodig. Met het oog op toekomstige investeringen, willen we van de overheid daarnaast de erkenning dat de kleine gasvelden kunnen bijdragen aan zowel de voorzieningszekerheid als aan de energietransitie. Natuurlijk is het reduceren van het gasverbruik een goede eerste stap, uiteindelijk moeten we toe naar een wereld zonder fossiele brandstoffen. Maar zeker vanuit Nederlands perspectief is gas tot die tijd het alternatief met de meeste positieve impact op de schatkist, de werkgelegenheid en het klimaat. Ook vergeleken met het vloeibare aardgas oftewel LNG, dat nu noodgedwongen vanuit de Verenigde Staten wordt geïmporteerd. We zouden het hier ook kunnen produceren, als schaliegas, maar dat doen we niet omdat er nogal wat vraagtekens kunnen worden gezet bij de impact op het milieu, de veiligheid en de gezondheid.”

“Op de lange termijn zal blijken dat de kleine gasvelden als het ware de weg hebben bereid voor de waterstofeconomie”

Ruim een week na de inval van Rusland in Oekraïne, bracht NOGEPA/Element NL in een persbericht naar buiten dat ‘wordt geïnventariseerd welke mogelijkheden er op korte, middellange en lange termijn zijn om ervoor te zorgen dat Nederland voldoende energie heeft om in zijn behoefte te voorzien’. “Op de korte en middellange termijn kunnen de kleine velden een nog belangrijker rol gaan spelen. Op de lange termijn zal blijken dat ze als het ware de weg hebben bereid voor de waterstofeconomie. Als ‘vereniging voor energie van Nederlandse bodem’ wil Element NL een sleutelrol spelen bij die transitie door, moleculen en elektronen met elkaar verbindend, ook open te staan voor organisaties en bedrijven die niet voortkomen uit de olie- en gassector.”

In het verlengde daarvan nodigde Snel de overheid op 16 mei namens Element NL uit om te participeren in een ‘Transitie Deal’ tussen overheid en industrie die de energietransitie in het algemeen en de waterstofeconomie in het bijzonder moet stroomlijnen. “Een beetje naar Engels voorbeeld, waar bedrijfsleven en overheid elkaar op dit gebied al een paar jaar geleden hebben gevonden. We hebben elkaar nodig, moeten samen investeren en er ook met goede onderliggende regelgeving samen voor zorgen dat de waterstofeconomie van de grond komt. Om het met één relatief eenvoudig voorbeeld te illustreren: Onze ambitie om alle offshore platforms te elektrificeren, wordt nooit realiteit als de overheid er niet voor zorgt dat er op de Noordzee stopcontacten komen waar wij kunnen inpluggen.”

De Actie Agenda van Element NL

‘Alle eigen broeikasgasemissie brengen wij stapsgewijs naar nul’ is het eerste van dertien actiepunten in de Actie Agenda die Element NL op 16 mei presenteerde. Een overzicht:

  1. reductie van broeikasgassen
  2. elektrificatie van offshore installaties
  3. opstellen best practices CO2-reductie blauwe waterstof
  4. reductie emissies bij ontmanteling
  5. invoering producentenverantwoordelijkheid
  6. transparantie, monitoring en rapportage eigen emissies
  7. platform CCS
  8. productie van blauwe waterstof
  9. uitbreiding onshore energy hubs
  10. raamwerk voor waterstof en CCS door systeemintegratie
  11. human capital agenda
  12. samenwerking kennisinstituten
  13. operationele samenwerking met de windsector

Meer informatie: www.elementnl.nl

Tekst : Cees de Geus