Op 24 februari, de dag dat Russische troepen Oekraïne binnenvielen, kwam in één klap een einde aan de Europese, in het bijzonder Duitse politiek van appeasement ten opzichte van het Rusland van Poetin. De overtuiging, gekoesterd door generaties van Duitse politici, dat na de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog juist hun land de plicht had om op zijn minst een werkbare zakelijke relatie met het Kremlin te onderhouden, lag aan gruzelementen. Bondskanselier Olaf Scholz sprak kort na het begin van de vijandelijkheden in de Bondsdag van een Zeitenwende.
De reactie van de westerse mogendheden op de invasie op 24 februari was snel. Een sanctiepakket zonder weerga heeft de Russische economie midscheeps getroffen. De buitenlandse reserves van de Russische centrale bank zijn grotendeels bevroren. Het regende im- en exportverboden. Westerse bedrijven met vestigingen in Rusland hebben zich al dan niet onder druk schielijk teruggetrokken uit het land.
“Tussen al het militaire en economische geweld werd één sector, althans door de Europese Unie, ontzien: energie”
Tussen al het militaire en economische geweld werd één sector, althans door de Europese Unie, ontzien: energie. Europa is als geheel enorm afhankelijk van de import van Russische fossiele brandstoffen, in het bijzonder aardgas. Per land verschilt die afhankelijkheid, maar met name Duitsland – dat zich volgens critici in de decennia die achter ons liggen op dit punt aan het Kremlin heeft uitgeleverd – en een reeks van Oost-Europese landen zouden direct grote economische problemen ondervinden van een onmiddellijke importstop. Vandaar de terughoudendheid van de EU in het algemeen en de genoemde lidstaten in het bijzonder om dit faciliterende deel van de Russische oorlogsmachine hard te treffen. Wel zijn zij het erover eens dat de Russische invoer zo snel mogelijk moet worden beëindigd. Sommige landen gaan daar verder in dan andere. De Europese Commissie meent dat de EU al dit jaar met een derde minder Russisch gas toe kan en in 2025 kan stoppen met de import. Polen en Estland hebben aangekondigd nog dit jaar te zullen stoppen met de invoer van Russisch aardgas. Litouwen heeft bekendgemaakt dat het nu al zover is.
Naarmate de oorlog in Oekraïne zich voortsleept en de menselijke en materiële tol voor de Oekraïners steeds ondraaglijker wordt, groeit de druk op nu nog aarzelende regeringen om Rusland economisch en financieel volledig te isoleren. Over wat precies de consequenties zouden zijn van een totale economische boycot (dus inclusief een verbod op kolen-, olie en gasimport) verschillen de specialisten van mening. Vorige maand bracht het Centraal Planbureau (CPB), een analyse uit van de economische gevolgen voor Nederland van internationale handelssancties tegen Rusland. De auteurs wijzen erop dat die zich niet beperken tot de gasvoorziening. Naar verhouding importeert Nederland niet zoveel aardgas uit Rusland (ca. 15%) als bijvoorbeeld Duitsland (40%), maar door de verwevenheid met de rest van de wereld zijn we bijzonder kwetsbaar voor verstoringen in productie- en distributieketens elders. Nederland, zo concludeert het CPB, zou op middellange termijn relatief hard geraakt worden, doordat het zo afhankelijk is van internationale handel.
“Een andere spelbreker is de begrensde LNG-capaciteit, zowel aan de aanbod- als vraagkant”
Het CPB blijkt mede op basis van studies van andere instellingen zoals de Brusselse denktank Bruegel somber over de mogelijkheid om de voor Europa bestemde hoeveelheid dit jaar al door andere bronnen te vervangen. Gasproducenten moeten zich houden aan bestaande langetermijncontracten en kunnen hun productie niet zomaar verhogen of verleggen. Een andere spelbreker is de begrensde LNG-capaciteit, zowel aan de aanbod- als vraagkant, die het productie- en importvolume fysiek beperkt. Als gevolg hiervan zou Europa op korte termijn slechts 60% van de Russische leveranties kunnen compenseren en zouden voorraden binnen zes à zeven maanden opraken. Europese afnemers zouden in deze omstandigheden elkaar overbieden om nog niet gecontracteerde volumes te bemachtigen, met als onvermijdelijke gevolg dat de prijs van aardgas nog verder zou stijgen.
De tekst loopt hieronder door.
Niet iedereen deelt het pessimisme in de CPB-analyse. Een van hen is Sweder van Wijnbergen, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam, ooit secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken (destijds nog zonder Klimaat) en nooit verlegen om een scherpe observatie. In een opiniebijdrage in de Volkskrant schreef hij dat het werkstuk van het CPB “paniek zaait” en zich baseert op “achterhaalde modellen uit de jaren vijftig”. Van Wijnbergens kernbezwaar is dat het CPB geen rekening houdt met substitutiemogelijkheden, in het bijzonder voor kolen en olie. Hij schetst een scenario waarin de Europese Unie, net als inmiddels de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, overgaan tot een boycot van Russische olie. “Landen als China en India zullen met groot enthousiasme de Russische ‘Oeral-olie’ oppikken die niet meer wordt geleverd aan West-Europa, al zullen ze daarvoor een stevige korting eisen van Rusland.” Het gevolg daarvan, aldus de hoogleraar, is dat er meer olie uit andere bronnen op de wereldmarkt komt, zodat geen olieschaarste zal ontstaan en een prijsexplosie zal uitblijven.
“De gevolgen voor de aardgasmarkt zouden wel eens kunnen meevallen, meent Van Wijnbergen”
Ook de gevolgen voor de aardgasmarkt zouden wel eens kunnen meevallen, meent Van Wijnbergen. Hier, schrijft hij, zijn er tal van substitutiemogelijkheden die het CPB buiten beschouwing laat. Denk aan het (deels) afschakelen van gascentrales en opvulling van het daardoor ontstane gat in de stroomvoorziening door nu onderbenutte kolencentrales. Het “mooie” daarbij is dat er meer dan voldoende steenkool is, onder meer in landen zoals Australië die in het westerse kamp zitten. “Slecht voor het klimaat”, erkent Van Wijnbergen, “maar een acute crisis kan erdoor worden vermeden.” Hij besluit met de conclusie dat de problemen binnen de (korte) termijn die we hebben, al met al oplosbaar zijn.
Het optimisme van Sweder van Wijnbergen is gebaseerd op de overtuiging dat marktwerking de grootste problemen zal voorkomen of op zijn minst verzachten. Hiertegen pleit dat landen op het oog irrationele beslissingen kunnen nemen uit ideologische (Brexit) of machtspolitieke overwegingen (de oorlog tegen Oekraïne), waarbij de economische schade wordt onderschat of op de koop toe wordt genomen. China heeft niet alleen belang bij voldoende en goedkope olie, maar balanceert ook op een dun geopolitiek koord tussen aan de ene kant de VS en de EU en aan de andere kant strategisch partner Rusland. India op zijn beurt wil Rusland niet te veel voor het hoofd stoten, omdat het grootste deel van zijn wapens van Russische makelij is, maar heeft daarnaast de VS nodig als gevolg van al jaren slepende territoriale conflicten met Pakistan en China.
“In Nederland is het Groningengas de olifant in de kamer”
Alles overziende is het aannemelijk dat Europa op energie- en economisch gebied een gure periode te wachten staat. Afgezien van de gevolgen van het conflict met Rusland werken ook andere factoren in ons nadeel. De inflatie bevindt zich op een historisch hoog niveau. De Europese Centrale Bank is, zo viel op te maken uit een vergadering van de Kamercommissie Financiën op 6 april met de president van De Nederlandsche Bank en een aantal topeconomen, in een soort Catch 22 beland, doordat ze voor het rentebeleid moet kiezen tussen twee tegenstrijdige doelen: Inflatiebeteugeling door renteverhoging en bescherming van een aantal zuidelijke, met schuld beladen eurolanden, waarvoor een blijvend lage rente juist van levensbelang is.
Hoe dit drama zich verder zal ontrollen, valt niet te voorspellen. Bij elke nieuwe onthulling van Russische wreedheden tegen de Oekraïense burgerbevolking zal de roep om een totale energieboycot luider klinken. Inmiddels zijn we aan het vijfde sanctiepakket van de EU toe, dat onder meer voorziet in een kolenboycot. Onder druk van vooral Duitsland, dat sinds de start van de Energiewende zijn afhankelijkheid van steen- en bruinkool heeft zien groeien, gaat die pas in augustus in, zodat het land voldoende tijd heeft om naar alternatieve leveranciers om te zien. Om die reden zullen volgens onder andere de Duitse krant F.A.Z. enkele zeer vervuilende bruinkoolcentrales langer in bedrijf worden gehouden, dan wel uit de mottenballen worden gehaald. De voor deze beslissing verantwoordelijke politicus is Robert Habeck, minister van Economische Zaken en, pikant, co-voorzitter van de klimaatbewuste Grünen.
In Nederland is het Groningengas de olifant in de kamer. Gasunie, dat verantwoordelijk is voor de leveringszekerheid, adviseerde het kabinet om in het licht van de Russische inval geen onomkeerbare beslissingen te nemen over de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Grijpskerk om de productie zo nodig op te kunnen voeren en voor de komende winter voldoende buitenlands hoogcalorisch gas op te kunnen slaan. De verantwoordelijke bewindsman, staatssecretaris Vijlbrief, liet op 1 april in een brief aan de Tweede Kamer echter weten Groningen juist duidelijkheid te willen geven over de sluiting van het gasveld. Of hij dat standpunt vol kan houden, staat te bezien. Vijlbrief weet dat natuurlijk ook en hield daarom alvast een slag om de arm: “Extra gas winnen uit het Groningenveld is een ultimum remedium”.