Zoeken

Laat klimaatbeleid niet alleen aan links

Auteur

Rik Harmsen

Een breder gedragen klimaatbeleid kan volgens Rik Harmsen niet alleen steunen op plannen die vooral linkse partijen leuk vinden

Er is iets vreemds aan de hand. Klimaatbeleid lijkt vooral een linkse aangelegenheid, maar in Nederland is links altijd een (grote) minderheid geweest. Heeft links zo’n grote invloed op het klimaatbeleid? En zo ja, hoe kan dat dan?

Nederland helt politiek gezien al sinds jaar en dag licht over naar rechts. Afhankelijk van hoe je rekent, heeft rechts een krappe of iets ruimere meerderheid in de Tweede Kamer. Ook coalities bestaan altijd uit minimaal één (grote) rechtse partij met als hoogtepunt of dieptepunt (afhankelijk van uw perspectief) het kabinet Rutte I waaraan geen enkele linkse partij deelnam.

Tegelijk is er een hardnekkig beeld dat we links klimaatbeleid zouden voeren. Deels is dat natuurlijk slimme framing van tegenstanders van het huidige beleid. Het is altijd fijn om je af te zetten tegen maatregelen die effect hebben op omgeving of portemonnee en net te doen of je daar zelf niets mee te maken hebt en/ of dat er makkelijke andere oplossingen zijn. Een wakkere krant is zeer bedreven in het bespelen van dat sentiment.

“Dat links vaak het voortouw heeft genomen, betekent nog niet dat het klimaatbeleid ‘links’ is”

Maar zit er ook een kern van waarheid in? Een blik op de recente politieke geschiedenis laat zien dat klimaatbeleid zeker niet uitsluitend een zaak is van linkse partijen, maar de stelling dat links er meer prioriteit aan geeft is wel te onderbouwen. Laten we een blik werpen op de recente regeringscoalities. Waar Balkende II vooral bezig was met saneren van de overheidsfinanciën en de minister voor milieu nog afschafte, werd die door het centrumlinkse Balkenende IV weer in ere hersteld en ging deze PvdA-minister enthousiast aan de slag met ambitieus milieu- en klimaatbeleid. Waar Rutte I met gedoogsteun van de PVV weinig energie stak in klimaatbeleid (om over het natuurbeleid maar te zwijgen), bezuinigde Rutte II met de PvdA op zo ongeveer alles, maar niet op klimaatbeleid.

Los van landelijk beleid is met een blik door de oogharen ook wel te concluderen dat in gemeenten en provincies met een meer links (en progressief) signatuur klimaatbeleid voortvarender wordt aangepakt dan in gemeenten en provincies waar deze partijen ontbreken c.q. een kleinere bijdrage , aan het openbaar bestuur.

Dat links vaak het voortouw heeft genomen, betekent nog niet dat het beleid ook ‘links’ is. En wanneer is klimaatbeleid eigenlijk links? Moeten windmolens dan linksom draaien? (doen ze niet overigens). Of moet de energierekening dan inkomensafhankelijk zijn? Lastig om objectief te bepalen.

“Zo is een grootschalige vergroening van de belastingen nog niet écht serieus doorgevoerd”

Wat wél duidelijk is, is dat linkse partijen een duidelijk stempel hebben gedrukt op het klimaatbeleid. Op twee manieren, ten eerste kreeg klimaatbeleid, zoals gememoreerd, meer aandacht als er linkse partijen meededen aan een regeringscoalitie. Ten tweede zijn er technologieën c.q. beleidskeuzes doorgevoerd, die met name uit de koker van linkse partijen kwamen. Zo is onder Balkenende IV en later in het Energieakkoord fors ingezet op duurzame energie (wind, zon, biomassa). Waar Rutte in de verkiezingscampagne van 2012 zich nog afzette tegen windenergie, werd er door toedoen van de PvdA een ambitieuze paragraaf opgenomen in het regeerakkoord.

En dit soort ideeën komt niet alleen van linkse politieke partijen maar ook van bijvoorbeeld NGO’s. En hoewel NGO’s formeel politiek neutraal zijn, hebben ze doorgaans een links imago. En dat beeld is wel ergens op gestoeld. Er is een aantal politici politici dat vroeger voor NGO’s heeft gewerkt, terwijl er doorgaans weinig VVD-recruiters worden gesignaleerd bij de hoofdkantoren van Greenpeace en Milieudefensie. En Milieudefensie is zelfs uitgesproken links in haar pleidooi voor klimaatrechtvaardigheid.

De tekst loopt hieronder door.

Dat betekent natuurlijk niet dat alle ‘linkse’ klimaatplannen ook doorgevoerd worden. Er zijn door linkse partijen en NGO’s veel verdergaande voorstellen gedaan die niet of alleen gedeeltelijk zijn doorgevoerd. Zo is een grootschalige vergroening van de belastingen nog niet écht serieus doorgevoerd. Een ook rekeningrijden of een vleestaks zijn (nog) niet gerealiseerd.

Maar hoe zit het met ‘rechtse’ klimaatmaatregelen? En wat zijn dat eigenlijk? Het Europese emissiehandelssysteem is zeker gebaseerd op ‘rechtse’ principes, het gaat uit van een prijs op CO2 en het marktmechanisme, iets waar rechtse partijen doorgaans voorstander van zijn. In de praktijk wordt dit systeem door rechts én links gesteund waarbij er wel stevige meningsverschillen zijn over inrichting en doelstelling. Kernenergie en CCS zijn onderwerpen die, interessant genoeg, door met name rechtse partijen worden omarmd. CCS komt in Nederland nu langzaam van de grond, maar plannen voor nieuwe kerncentrales zijn (nog) ver weg. Maar verder? Wat zijn nu typisch concrete maatregelen die vooral aan de rechterkant populair zijn?

“Links heeft klimaatverandering veel meer én veel eerder als groot probleem aangestipt”

Terug naar de vraag, hoe kan het dat links zo zijn stempel drukt of weet te drukken op het klimaatbeleid? Daar zijn vermoedelijk meerdere oorzaken voor, maar het helpt natuurlijk als je klimaatbeleid tot een van de prioriteiten maakt en er concrete ideeën voor hebt. De kans is dan een stuk groter dat die plannen, zeker bij regeringsdeelname, ook omgezet worden in concreet beleid.

Daarbij speelt nog iets, namelijk de vraag hoe serieus partijen de klimaatwetenschap en haar conclusies nemen. Ook daar is een opvallend verschil. Links heeft klimaatverandering veel meer én veel eerder als groot probleem aangestipt.

In 2009 waren het vooral politici aan de rechterkant die meegingen in de kritiek op het IPCC, waarbij PvdA-minister Cramer de klimaatwetenschap verdedigde. Hier kan nog aangevoerd worden dat ook linkse politici (deels) meegingen in de kritiek. Maar de stelling dat met name in rechtse kringen lang is geflirt met klimaatscepsis is niet heel gewaagd. En ook vrij recent zijn er nog oprispingen geweest van rechtse politici. Om over rechts(populistische) politici in andere landen maar te zwijgen.

Dus het beeld dat linkse partijen druk bezig waren om klimaatbeleid te realiseren, terwijl er aan de rechterkant nog ‘nagedacht’ werd over de vraag of we überhaupt wel een probleem hebben, is niet helemaal uit de lucht gegrepen. Dan is het ook niet raar dat áls er klimaatbeleid wordt gevoerd, er vooral ideeën worden uitgevoerd die concreet zijn bedacht door met name linkse partijen.

“Met alleen een stuk of wat kerncentrales komen we er niet, er is meer nodig”

De vraag is, is dat een probleem? Dat hangt uiteraard van uw perspectief af. Maar beleid dat op een krappe politieke meerderheid of zelfs een minderheid leunt is niet erg stabiel. Onder Rutte II werd daarom voor het eerst een poging gedaan om een bredere maatschappelijke en politieke basis te leggen onder het klimaatbeleid. Op verzoek van deze coalitie ging de polder aan de slag en die leverde in 2013 het Energieakkoord waaraan bedrijven, vakbonden, milieuorganisaties en tal van andere partijen deelnamen. Er werden tal van afspraken gemaakt en doelstellingen vastgelegd voor 2020 en 2023. Het akkoord werd bekrachtigd met brede politieke steun en alle partijen gingen aan de slag. Hoewel niet iedereen onverdeeld gelukkig terugkijkt op de gemaakte afspraken en niet alle doelen (tijdig) zijn gehaald, zijn veel afspraken uit dit akkoord uitgevoerd. Onder Rutte III, met D66 en ChristenUnie die op klimaatterrein als ‘links’ bekend staan werd in 2019 het Klimaatakkoord afgesloten met doelstellingen voor 2030. Opnieuw met brede politieke en maatschappelijke steun.

Ondanks die steun wordt klimaatbeleid in brede zin nog vaak en vanuit diverse hoeken aangeduid c.q. weggezet als ‘links’. Politici die zich hard maken voor klimaatbeleid krijgen de al dan niet complimenteuze term klimaatdrammer opgeplakt. Bovendien schuurt het dat het klimaatakkoord als één pakket wordt gepresenteerd, waarbij telkens wordt gewaarschuwd om er geen bouwstenen uit te trekken. Vanuit de Tweede Kamer komt ook regelmatig de oproep om meer regie te nemen en het primaat meer bij de politiek te leggen.

Oké, doe dat dan ook. Dat betekent wel dat rechtse politieke partijen met serieuze voorstellen moeten komen. Kernenergie? Oké maar kom dan met een concreet uitgewerkt voorstel in plaats van steeds bij iedere verkiezing belletje te trekken. En met alleen een stuk of wat kerncentrales komen we er niet, er is meer nodig. Veel meer. Dus wat moeten we nog meer doen? Het eerste hoopvolle signaal dat hier echt serieus naar wordt gekeken, is inmiddels afgegeven.

“Alle politieke partijen zouden moeten erkennen dat klimaatbeleid hoe dan ook ergens pijn doet”

Maar het vergt ook wat van links. Een breder gedragen klimaatbeleid kan niet alleen steunen op plannen die vooral linkse partijen leuk vinden. Dus geen taboes, of erger, ontkennen dat er een taboe zou zijn. En dat geldt niet alleen voor kernenergie en CCS. Misschien moet het klimaatbeleid wel meer overgelaten worden aan bedrijven dan links lief is. En misschien moeten die daar wel belastinggeld voor krijgen.

En tot slot, álle politieke partijen zouden moeten erkennen dat klimaatbeleid hoe dan ook ergens pijn doet. Elke maatregel heeft nadelen en er worden altijd belangen geraakt. Het spelletje ‘wie kan de meeste maatregelen afschieten’ kennen we nou wel. Het is tijd voor politieke partijen die zeggen wat ze wél willen. Het is tijd voor een breed gedragen politiek akkoord waarin pósitief wordt uitgeruild.

Dat het kan, laat bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk zien. Ze zijn er hopeloos verdeeld over zo ongeveer alles, maar er is brede politieke steun voor klimaatbeleid. Laten we dat in Nederland ook proberen. De urgentie is groot genoeg.

Rik Harmsen

Rik Harmsen is branchespecialist Wind op Land bij de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA). Hij schreef deze bijdrage op persoonlijke titel. Rik is te volgen via Twitter op @RikHJHarmsen