Ab de Buck, themaleider ‘Energie in de industrie' bij CE
Delft
Is het hebben van een gasbel nog een voordeel?
De Buck: "Ons beeld is dat dat heel beperkt is. De gasprijzen zijn binnen Europa aan het convergeren. Wel heeft Nederland natuurlijk een goede infrastructuur, zowel fysiek als op kennisgebied, alsmede een stabiel overheidsbeleid. Bovendien zijn hier sterke industriële clusters waarbinnen de bedrijven goed op elkaar zijn ingespeeld.
‘We
verwachten dat op sommige markten, zoals de chemie en de olieraffinage,
consolidatie gaat plaatsvinden door een forse overcapaciteit. Bepaalde
bedrijven in Europa gaan omvallen, zoals raffinaderijen en kraakinstallaties. Maar
op dat terrein staat Nederland redelijk sterk."
Hoe zit het met het vestigingsklimaat -
wil de energie-intensieve industrie ook op lange termijn in Nederland blijven
én hier investeren?
"Met name in Rotterdam is de positie relatief goed. Als er productiecapaciteit in Europa wordt verplaatst, zal dat juist mogelijk richting Rotterdam zijn. Maar Europa staat op dit moment ongunstig ten opzichte van de Verenigde Staten. We zien dat bedrijven als Dow met voorrang in Amerika investeren. Dat komt door de lage gasprijzen en doordat schaliegas goedkope grondstoffen voor de basischemie oplevert. Wel is het onduidelijk hoe lang deze situatie zo blijft. Recent heeft de VS besloten om LNG naar de Europese markt te exporteren. Wij schatten in dat het prijsverschil in gas tussen de VS en Europa kleiner gaat worden.
Die LNG-import is voor Nederland trouwens een interessante kans. Hogere koolwaterstoffen die in LNG zitten, zoals ethaan en protaan, zijn aantrekkelijke grondstoffen voor de chemische industrie. Als de LNG-terminal op de Maasvlakte deze stoffen zou afscheiden, kun je forse besparingen realiseren voor kraakinstallaties. Nederland zou hier creatief naar moeten kijken - gas heeft meer te bieden dan warmteopwekking."““LNG-import is voor Nederland een interessante kans””
Zullen Nederlandse bedrijven ook in de toekomst voor gas kiezen?
"Ik zie de
komende twintig jaar weinig alternatieven voor de productie van warmte en
stoom. Alternatieven als geothermie en biomassa zijn aanzienlijk duurder."
U volgt de warmtekrachtmarkt op de voet
en spreekt van ongunstige marktcondities. Hebben WKK-installaties wel een
toekomst?
"Over het geheel genomen kampen WKK-installaties inderdaad met moeilijke marktcondities. Flexibele eenheden, zoals die in de glastuinbouw, doen het verhoudingsgewijs wel beter dan must runs. Reden is dat zij kunnen bijschakelen op het moment dat ze meer betaald krijgen omdat de vraag hoog is. De must runs hebben die flexibiliteit natuurlijk niet. In het algemeen zitten WKK-installaties met hetzelfde probleem als de gascentrales, die op dit moment bijna allemaal uit staan: lage elektriciteitsprijzen door goedkope kolenprijzen, import van hernieuwbare stroom en hoge gasprijzen."