Margit Deimel (Nuon): "Vroeg en open communiceren sleutel voor welslagen projecten"
Windturbines zijn de laatste jaren veel groter geworden, evenals de windparken in Nederland. Ook staan ze vaak dichter bij oprukkende bebouwing terwijl de bevolking zich, mede dankzij sociale media, al snel begint te roeren. "Vroeg en open over plannen communiceren is het sleutelwoord. En laat de lokale bevolking op een of andere wijze ook meeprofiteren", zegt Margit Deimel, ruim tien jaar ontwikkelaar windenergieprojecten bij Nuon/ Vattenfall.
Waarom heeft de windenergiesector zoveel moeite met het vinden van draagvlak voor haar projecten?
Deimel: "Toen ik tien jaar geleden begon, ging het om kleinere turbines in kleinere aantallen die langs een snelweg of parallel aan een kanaal werden gezet. Nu zijn de turbines bijna drie keer zo hoog en staan ze in grotere aantallen dichterbij woningen. Dat wringt soms, zeker als het nieuws vooral aandacht aan activisten besteedt en sociale media ermee aan de haal gaan. Over succesverhalen hoor je veel minder."
Op welke manieren kan de sector de bevolking beter bij deze projecten betrekken?
"Er zijn voorbeelden waarbij de lokale bevolking (mede)initiatiefnemer is van een windpark of op andere wijze intensief bij de ontwikkeling daarvan betrokken is. In Zeewolde hebben 63 gezinnen het initiatief voor het Prinses Alexia-windpark genomen. Iedereen kan daarvan meeprofiteren, ook mensen die zelf geen turbine op hun grond hebben. Bij de opschaling van meer dan 70 turbines in de Wieringermeer is dat niet mogelijk. Daar kan je niet iedereen in één keer bereiken. Wij zijn daarom aan tafel gaan zitten met vertegenwoordigers van belangengroepen en omwonenden en hebben een omgevingsraad ingesteld, de eerste van Nederland."
Wat is de juiste toonzetting?
"Natuurlijk draait het vooral om financiële vergoeding. Maar er is meer. Het geheim van een succesvol project schuilt soms in kleine dingen, een fietspad waaraan behoefte is, een vergadering van de omgevingsraad die we in een lokaal restaurant houden, een bouwkeet die door lokale partijen wordt bemand. Over bestaande windparken ontvangen we vrijwel geen klachten, het is meer de vrees van tevoren. Achteraf valt het eigenlijk altijd mee. De lokale bevolking is - terecht - bezorgd om de kwaliteit van leven. Als dat geborgd of billijk gecompenseerd kan worden, slagen de meeste projecten."
““Het geheim van een succesvol project schuilt soms in kleine dingen””
In hoeverre moet de windenergiesector zelf over de brug komen met toezeggingen over zaken als inspraak en vergoedingen?
"Wij hebben ons als branche - via de koepelorganisatie NWEA - gecommitteerd aan een nieuwe gedragscode waarin zaken als communicatie, omgeving, inspraak en participatie zijn vastgelegd. Die gedragscode wordt onderschreven door Greenpeace, Stichting Natuur en Milieu en provinciale milieufederaties. Per megawattuur krijgt de lokale bevolking nu 40 tot 50 eurocent die men aan lokale projecten kan besteden. Omgerekend komt dat neer op zo'n 3.000 euro per turbine. Zo profiteert de plaatselijke bevolking van windparken mee."
(Foto: NUON)