Zoeken

Politiek; doe voorzichtig met het PBL (en vice versa)

Auteur

Erik Klooster

Het PBL vervult volgens Erik Klooster een onmisbare rol in het Nederlands klimaatbeleid en moet dat vooral blijven doen. Maar gegeven de belangrijke rol die het PBL binnen de huidige klimaatdiscussie inneemt, zou het goed zijn wanneer de data en modellen waarop het PBL zijn aanbevelingen doet openbaar worden.

Het klimaatakkoord staat eigenlijk nog maar net in de steigers en de volgende verkiezingen dienen zich alweer aan. Wie kan het zich nog herinneren, maar tijdens de verkiezingen van maart 2017 speelde het klimaat nauwelijks een rol van betekenis.

Een lange formatie volgde, waarin vooral aandacht was voor Europa en immigratie. Als we mogen geloven was het de Turkije-deal die ervoor zorgde dat GroenLinks uiteindelijk niet deelnam aan Rutte IV. En klimaat dan? Dat was de sluitpost. Aan PBL werd gevraagd om een percentage dat in lijn was ‘met Parijs’ en een indicatie hoe dat zou kunnen worden ingevuld. 49% in te vullen door een maatschappelijk af te sluiten klimaatakkoord. Een tabelletje met een indicatieve verdeling volgde. PBL ging – op basis van hun kennis op dat moment – verder aan de slag en een verdeling over andere domeinen dan elektriciteit volgde. De zogenoemde ‘illustratieve pakketten’ werden voor de politiek de basis om de opgaves per domein ‘vast te klikken’. Aanschuiven aan tafel mocht, maar het doel kon niet meer ter discussie worden gesteld. Ook mochten er vragen worden gesteld over hoe de opgaven tot stand waren gekomen en deze werden ook vriendelijk beantwoord, maar bijstellen, nee dat was niet aan de orde. En dat lijkt me overigens ook terecht. Anders kom je namelijk nergens. Zoiets moet Ed Nijpels hebben gedacht. De industrie wil het eraf en de NGO’s erbij. Eindeloze discussies over het doel leiden alleen maar af.

“Opvallend genoeg is elektrificatie een van de hoofdmoten van de opgave voor de industrie”

Maar toch; ergens voelt het wel ongemakkelijk (ja, nog steeds). Er is bijvoorbeeld voor de industrie een ambitieus doel neergelegd – wat destijds neerkwam op zo’n -59% reductie op basis van een inschatting van PBL. Dat zijn hele grove inschattingen. Inmiddels weten we veel meer en is er meer kennis, maar we weten niet precies hoe het model of de zogenoemde ‘abatement curve’ van het PBL eruit ziet. De verschillende modellen die gebruikt worden zijn ook niet openbaar.

Een mooi voorbeeld is recente inschatting van het bureau guidehouse naar elektrificatie opties in de industrie. Guidehouse gaf aan dat die er nauwelijks zijn en als ze er al zijn meer dan 1.000 euro per ton CO2 kosten. Opvallend genoeg is elektrificatie een van de hoofdmoten van de opgave voor de industrie. Zoals u weet hebben we de andere hoofdmoot – CCS – namelijk gemaximeerd op 7,2 Megaton. Overigens ook een getal dat ooit uit een illustratief pakket van het PBL is gekomen en daarna door de politiek tot harde grens is verheven. Ik ben zelf benieuwd of die inschatting van guidehouse heeft geleid tot aanpassing van die abatement curve van het PBL. Maar weten doe ik het niet.

Nu er concrete projecten naar voren worden gebracht vanuit de industrie, weten we meer over de onzekerheden, de kosten, de benodigde infrastructuur en de alternatieven. Enige verbazing wekt dan ook de discussie over de hoogte van de CO2-heffing in de industrie en de inschatting van de kans van het PBL waarmee het industriedoel gehaald wordt. Alles staat vooral met de inschatting van welke bedrijven SDE++ projecten hebben en of er voldoende infrastructuur voorhanden is en inderdaad ook met de inschatting van de abatement curve. Maar een ieder die die drie elementen nader beschouwt en dat koppelt aan de onzekerheid over de kosten, kan eigenlijk maar tot één conclusie komen: die vraag is helemaal niet kwantitatief te beantwoorden.

“Steeds vaker zien we dat hoog oplopende politieke meningsverschillen moeten worden uitgerekend tot achter de komma”

En toch vraagt de politiek erom aan het PBL. Logisch. Steeds vaker zien we dat hoog oplopende politieke meningsverschillen moeten worden uitgerekend tot achter de komma. Ook bij zaken waar je dat helemaal niet kan uitrekenen. Enige terughoudendheid vanuit beide kanten zou op dat punt niet onverstandig zijn. Het zou ook helpen wanneer de politiek zelf van te voren nadenkt en meer aandacht besteed aan de invulling van het klimaatbeleid in plaats van het vooral stellen van ambitieuze doelen. Naast de doelen, denk vooral ook zelf na over de (financiële) consequenties. Toch weten we gelukkig steeds meer. Vanuit de industrie wordt er druk gewerkt aan opties zoals elektrificatie, groene waterstof en CCS. Die gegevens kunnen we goed gebruiken bij het herijken van de data en de modellen.

Gooien we het PBL dan onder de bus? Nee. Ik zou zeggen; juist niet. Het PBL vervult een onmisbare rol in het Nederlands klimaatbeleid en moet dat vooral blijven doen. Maar gegeven de belangrijke rol die het PBL binnen de huidige klimaatdiscussie inneemt, zou het goed zijn wanneer de data en modellen waarop het PBL zijn aanbevelingen doet openbaar worden. De kwaliteit kan er alleen maar door toenemen. En vanuit een sector, waar veel van wordt verwacht: voor het broodnodige draagvlak zou het ook niet slecht zijn. Het is namelijk niet ondenkbaar dat een volgende coalitie wederom te rade gaat bij het PBL.

En af en toe aangeven dat iets niet is uit rekenen, is wellicht ook een optie.

Erik Klooster

Erik Klooster is de directeur van VNPI.