Medio oktober kwamen Zwitserland en Peru overeen samen te werken aan CO2-reducties. Het oliebedrijf Total leverde klimaatneutrale LNG aan China. Het eerste is een voorbeeld van de ‘verplichte CO2-markt’: Het land dat carbon credits koopt, helpt daar zijn CO2-verplichting onder het Parijs Akkoord te halen. Het tweede is een voorbeeld van de ‘vrijwillige CO2-compensatie-markt’: De reducties helpen het land waar de reducties plaatsvond zijn doel halen. Het bedrijf dat de credits koopt, houdt in haar eigen land CO2-verplichtingen.
Zwitserland en Peru spraken vorige maand af samen te werken om de klimaatambitie van beide landen te vergroten. Zwitserland heeft als klimaatdoel 50% reductie in 2030; 12,5% wil men behalen via de mondiale CO2-markt. Volgens artikel 6 van het Parijs Akkoord mag een land het overschot aan CO2-reductie van een ander land gebruiken om zijn doel te helpen halen via zogeheten “Internationally Transferred Mitigation Outcomes” (ITMO’s). Landen geven in hun klimaatplan aan welke reductie ze zeker willen halen: ‘unconditional’; en welke alleen met steun: ‘conditional’. Het ‘onvoorwaardelijke’ CO2-doel van Peru is 20% reductie t.o.v. ‘business as usual’ (ongeveer 14% boven 1990 niveau). Peru geeft aan 10% meer te kunnen reduceren onder de ‘voorwaarde’ van ‘carbon financing’. Daarvan maken beide landen gebruik. Peru kan nog meer doen aan bosbescherming en hernieuwbare energie. Zwitserland investeert 20 miljoen euro. Dat wordt onder andere besteed aan het Tuku Wasi programma. Daarbij worden efficiënte kooktoestellen gedistribueerd, waardoor er minder hout gebruikt wordt en er minder ontbossing plaatsvindt. Peru onderhandelt ook over vergelijkbare CO2-overeenkomsten voor de afvalsector met Scandinavische landen.
Een deel van de extra reducties tellen voor het Peruviaanse CO2-doel, een ander deel voor het Zwitserse. "The signing of this agreement is an example of how cooperation between countries can facilitate the fulfillment of our climate goals and —at the same time— bring prosperity as well as well-being for our citizens”: zei de Peruviaanse milieuminister Kirla Echegaray. Ze spreken af dat de reducties die overgedragen zijn aan Zwitserland (ITMO’s) niet dubbel geteld worden. Dat is geheel volgens artikel 6.2 van het Parijs Akkoord. Dat betekent dat Peru de reducties die ze aan Zwitserland overdraagt van haar eigen rapportage afhaalt (‘Corresponding Adjustment’, CA). Daarmee anticiperen ze op uitvoeringsregels die afgesproken gaan worden op de Klimaattop in Glasgow, eind 2021.
Total kondigde aan hun ‘First Carbon Neutral LNG Cargo’ te leveren aan het Chinese National Offshore Oil Corporation (CNOOC) in Dapeng. De LNG komt van een productielocatie in Australie. “This first LNG-shipment, whose carbon emissions have been offset throughout the value chain, represents a new step as we seek to support our customers towards carbon neutrality”: zei Laurent Vivier, President van Total. CNOOC verkoopt daarmee CO2-neutraal gas aan binnenlandse klanten. Voor de CO2-emissies voor het gebruik van het gas blijft de gebruiker verantwoordelijk. Eerder dit jaar kocht ze al klimaatneutrale LNG van Shell.
De CO2-emissie van de productie en het transport wordt gecompenseerd door twee CO2-reductieprojecten:
- Het Hebei Guyuan Wind Power Project dat kolenstroom vervangt in Noord China, gecertificeerd via het Clean Development Mechanism (CDM) en het
- Kariba REDD+ Forest Protection Project, dat bos tegen kap beschermt in Zimbabwe, gecertificeerd door de VCS (Verified Carbon Standard).
De reducties voor windenergie en bosbescherming dragen hij aan de CO2-doelen in China, respectievelijk Zimbabwe. Total reduceert hiermee niet de CO2-emissies van de eigen installaties in Australië. Deze investeringen komen daar bovenop. Overigens worden dergelijke grote CDM-windprojecten door de meeste compensatie-aanbieders niet meer gebruikt omdat ze al commercieel en rendabel. Bovendien houdt het Kyoto Protocol, waarin het CDM is geregeld dit jaar op en loopt het CDM daarom dit jaar ook af. REDD-projecten en cookstoves-projecten, zoals ook in Peru, worden wel veel benut op de vrijwillige CO2-markt.
Volgens een onderzoek van Climate Focus is een tiental landen, zoals ook Canada, Japan en Chili en een aantal internationale organisaties, zoals de Wereldbank, EBRD en Nefco bezig met dergelijke internationale CO2-pilots
Deze voorbeelden illustreren hoe twee landen met gebruikmaking van de CO2-markt en internationale overdracht van carbon credits beide ambitieuzere CO2-doelen kunnen halen. En bedrijven die vrijwillig hun CO2-emissies compenseren via internationale CO2-projecten dragen in die landen bij aan het halen van hun CO2-doel. Die bedrijven doen dat uit verantwoordelijkheid voor hun klimaatimpact of omdat ze klimaatneutrale projecten of diensten willen verkopen. Bedrijven die CO2-plannen afspreken in het kader van de ‘Science Based Targets mogen aanvullend op de eigen reducties ook compensatie (“offsets”) gebruiken.
In de toekomst zal de reikwijdte van CO2-verplichtingen toenemen en krijgen meer sectoren en bedrijven van hun regering een CO2-heffing of vallen onder emissiehandel. Daardoor zullen de reducties die in een ander land gerealiseerd worden, wel overgedragen moeten om bij te dragen aan het land waarin dat bedrijf gevestigd is. Ik hoop dat de Europese Lidstaten van deze kans ook gebruik zullen maken. Zweden bereidt CO2-deals voor met Ethiopie, Nepal, Cambodia. De Duitse staatssecretaris voor Milieu, Jochen Flasbarth, zei op een bijeenkomst vorige maand dat Art 6 reducties bovenop de 55% reductie van de EU kan komen. In het Europees parlement haalde een voorstel daarvoor van de EPP nog geen meerderheid. Maar genoemde voorbeelden verdienen zeker navolging.