We beleven ongekende tijden. Torenhoge energierekeningen en inflatie op recordhoogte. Bedrijven krimpen hun productie of sluiten gedwongen. Miljoenen Nederlanders raken aan de financiële afgrond. Overheden springen noodgedwongen bij. Het resultaat: Nederland verarmt in hoog tempo en ons toekomstig verdienvermogen wordt aangetast, want bedrijvigheid verkast naar elders. Dit gebeurt overigens niet alleen Nederland, maar ook in de rest van Europa.
Hardcore markteconomen vinden die hoge prijzen prachtig. Immers, daardoor gebruiken we minder energie en dat helpt vraag en aanbod in evenwicht te brengen. Het energiesysteem blijft dan goed functioneren. De enorme transfer van geld van consumenten naar producenten is voor hen neutraal. Het geld blijft immers in de economie. Het is vervolgens aan de overheid het producentensurplus af te romen en via belastingverlagingen terug te bezorgen bij de consument. Voorzieningszekerheid aldus gegarandeerd en de markteconomen blij.
“Een te krappe energiemarkt met extreem hoge prijzen is voor de Nederlandse economie en zijn burgers schadelijker dan voor veel andere EU-landen”
Ik zie dat anders. Een flink deel van dat producentensurplus gaat namelijk naar buiten de EU. Het is een utopie te denken dat de EU erin slaagt dat geld terug te halen uit landen als de USA, Qatar, Rusland, of zelfs onze vrienden uit Noorwegen. Dat geldt overigens ook voor het afromen van het producentensurplus binnen de EU. De energiemarkt is daartoe veel te complex, zowel qua prijsvorming als qua regelgeving. Leuk dus in economische theorieboeken, maar onmogelijk in de praktijk. Voor Nederland komt daarbij dat vrijwel alle energieproductie in buitenlandse handen is. Of het nu gasvelden, elektriciteitscentrales of offshore windparken zijn. Een te krappe energiemarkt met daardoor extreem hoge prijzen is voor de Nederlandse economie en zijn burgers dus nog schadelijker dan voor veel andere EU-landen.
Bij overvloedig energieaanbod zakken de prijzen en zijn de consumenten de winnaars ten koste van de producenten. Er is wel asymmetrie. Bij overvloed zakken de prijzen hooguit tot nul. Bij krapte kunnen ze gemakkelijk tot wel 10 keer of nog veel meer stijgen. Terwijl ik dit op maandagochtend schrijf kampt de UK met elektriciteitsprijzen boven de 2000 €/MWh, dat is 50 keer hoger dan normaal. We zien dit ook in de gasmarkt. In de jaren van overvloed bespaarde de EU volgens de IEA op haar gasimport 10 miljard euro per JAAR. Dit jaar betaalt de EU 30 miljard euro per MAAND extra aan gasimport. Evenzo geef ik u op een briefje dat de maatschappelijke kosten door het tekort aan netcapaciteit bij TenneT een veelvoud zijn van de uitgespaarde kosten door netuitbreidingen just-in-time uit te willen voeren.
“Laten we ons trouwens ook niet te afhankelijk maken van politieke beslissingen in buurlanden”
Er is dan ook alle reden het energiesysteem zo vorm te geven dat het tegen een fors stootje kan. Dat kost op de korte termijn ongetwijfeld iets meer dan puur sturen op efficiency en just-in-time, maar dat verdienen we dubbel en dwars terug in tijden van tegenspoed. Laten we ons trouwens ook niet te afhankelijk maken van politieke beslissingen in buurlanden. TenneT schreef begin dit jaar over de betrouwbaarheid van de Nederlandse stroomvoorziening: “Het is van cruciaal belang dat Nederland het beleid met omliggende landen bespreekt en afstemt”. Nogal makkelijk. Denkt u echt dat België en Duitsland hun plannen om, ondanks de gascrisis, door te gaan met het sluiten van hun kerncentrales hebben afgestemd met Nederland?
Ik besef dat consumenten en producenten geheel verschillende belangen hebben. Producenten zijn gebaat bij schaarste, consumenten bij een ruime beschikbaarheid van energie. Het is aan de overheid hier een redelijke balans in te vinden. In zekere zin gebeurt dat al. Via de SDE worden producenten gecompenseerd als de marktprijs lager is dan hun inschrijfprijs, dus bij ruime beschikbaarheid. En sinds kort wordt bij een te hoge marktprijs de overwinst bij producenten afgeroomd, dus bij schaarste. Het ultieme model hier is Contracts for Difference. In dat systeem krijgen investeerders subsidie als de marktprijs onder hun inschrijfprijs ligt; en dragen ze het meer verdiende af als de marktprijs daarboven ligt. Interessant dat dit model ook door producenten wordt omarmd. In de UK werkt men al zo.
“Alle wet- en regelgeving is ingericht op efficiency en just-in-time en ook onze cultuur is daar naar”
Ja, hoor ik u al denken. Maar bij ruime beschikbaarheid wordt energie dan veel te goedkoop, wat tot verkwisting leidt. Welnu, dat kan door belastingheffing worden gecompenseerd. Voordeel daarvan is dat de door de burgers afgedragen euro’s dan wel daadwerkelijk in Nederland blijven en niet naar het (verre) buitenland stromen. De overheid kan daar dan de subsidies voor energieproductie uit betalen, andere leuke dingen doen, of het geld via belastingkortingen teruggeven aan burgers en bedrijven.
Gaan sturen op robuustheid wordt een hels karwei. Alle wet- en regelgeving is ingericht op efficiency en just-in-time en ook onze cultuur is daar naar. De nieuwe energiewet bouwt daarop voort en belooft weinig goeds. En ook marktpartijen worden door concurrentie gedwongen tot scherp aan de wind varen. Wat dat voor het energiesysteem betekent zagen we vorig jaar, toen de gasopslagen nota bene niet gevuld werden. Ondanks talloze formele waarschuwingen kwam niemand in actie, ook beleidsmakers en andere regelgevers niet. Nog in november schreef de minister aan de Tweede Kamer dat er niets aan de hand was. Wat hebben we in Nederland en Europa een ongelooflijk geluk gehad dat het een warme winter was en dat Rusland de eerste helft van 2022 flink gas bleef leveren. Het kostte wel een paar centen.
We zullen daarom robuustheid van de energievoorziening apart moeten beleggen. Recent heeft Tweede-Kamerlid Silvio Erkens (VVD) voorgesteld de Mijnraad om te zetten naar een Energieraad en die de taak te geven jaarlijks een gezaghebbend onderzoeksrapport uit te brengen over de robuust- en betrouwbaarheid van ons energiesysteem. Dat lijkt me een prima plan.