De melkveehouders in Nederland moeten grond, productie en positie inleveren. Stikstof, mestwetgeving en klimaatmaatregelen drukken op de sector en leiden tot stevige discussies en protesten. Het mooie is dat de sector al decennialang, meer dan menig andere sector, aan het verduurzamen is door innovatie, extensiveren en omschakelen. Sterker, de Nederlandse melkveehouders, onze zuivelsector, is een voorbeeld voor boeren in andere landen. En boeren die niet aan transitie doen, met verduurzaming als onderdeel, zijn al lang geen boer meer. Zoals Louise Fresco, oud-voorzitter College van bestuur Universiteit Wageningen, recentelijk schreef: “Om op hetzelfde niveau van zuivel te blijven, zijn voor iedere koe die hier verdwijnt er in het buitenland drie andere nodig.” En dat in een groeiende markt. Melk en melkproducten zijn voedzaam, betaalbaar en ruim voorradig; overal in de wereld. En de producten zijn vele duizenden jaren oud, hetgeen van veel bewerkt voedsel vandaag de dag niet gezegd kan worden.
“Kortom melk, letterlijk de witte motor, heeft nog geen alternatief”
Net als in de energiesector zoeken boeren naar alternatieven. Dat schiet nog niet op. Iedere vorm van plantaardige melk heeft minder de noodzakelijke nutriënten als aminozuren in zich. Om aminozuren van 1 glas koemelk te matchen moet je 2 glazen sojamelk drinken of 8 glazen havermelk of 58 glazen amandelmelk. Mogelijkheden genoeg, maar niet realistisch. Om de alternatieven van kokosmelk (70 glazen) of rijstmelk (246 glazen) maar niet te noemen. Het is de vergelijking tussen 1 stevige kerncentrale versus een eindeloze vlakte met windmolens. Kortom melk, letterlijk de witte motor, heeft nog geen alternatief. Dat realiseren de hardliners onder de NGO’s zich niet altijd. En duurdere alternatieven klinken leuk in elitaire kringen, maar minder bij mensen die betaalbaar voedsel voor ogen hebben. En dan is het ook nog eens zo dat onze zuivelsector weer een voorbeeld is voor veel andere zuivelbedrijven en melkveeteelt in den brede overal in de wereld. Onze grond, zeker de veenweidegebieden in het Groene Hart en de graslanden in Friesland en de Kop van Noord-Holland, is de beste in de wereld. Vergelijkbaar met delen van Duitsland, Frankrijk, Ierland, Denemarken en Nieuw-Zeeland. Dus is het volstrekt logisch dat we een sterk zuivelland zijn.
“Zelf allerlei producten met olie als oorsprong gebruikend, lijmen ze zich vast aan schilderijen en andere voorwerpen”
En van het witte goud is het een kleine stap naar het zwarte goud dat op veel meer plaatsen in de wereld beschikbaar is, maar zeker ook met concentratiegebieden. Rusland, het Midden-Oosten, de Verenigde Staten en Venezuela zijn belangrijke olielanden. Net als bij melk gaat het bij olie om innovatie, kapitaalintensiviteit en verantwoorde transitie. Aardolie is een geweldig product. Als brandstof, maar eveneens als basisstof voor allerlei kunststoffen die we dagelijks gebruiken en die juist ook daarom het menselijk leven veraangenamen, beter maken en zelfs duurzamer. Zonder plastic kunnen we voedsel minder lang goed houden, hebben we zwaardere materialen nodig en zijn veel vormen van duurzame energie niet mogelijk. Windmolens hebben olie nodig om te kunnen draaien. Kunnen en moeten we minder olie gebruiken? Zeker, maar ook hier is het weer goed te kijken naar de alternatieven. En natuurlijk, ook deze sector ligt onder vuur zoals we voortdurend zien. Protestacties van actiegroepen als Just Stop Oil, die betogen dat we vandaag nog moeten stoppen met alles wat te maken heeft met olie, zijn niet realistisch en in zekere zin hypocriet. Zeker ook in hun acties in musea het laatste half jaar. Zelf allerlei producten met olie als oorsprong gebruikend, lijmen ze zich vast aan schilderijen en andere voorwerpen. Olie is een basisproduct voor onder andere lijm. Of is dit te demagogisch? Of protesteert deze actiegroep hiermee tegen de van olieverf gemaakte schilderingen; overigens een product van lijnzaad, 100% plantaardig. Zeker, de verbranding van aardolie stoot veel CO2 en andere schadelijke stoffen uit.
“Net zoals we hier geen citroenen en olijven kweken, maar melk produceren, hebben waterkracht en zonne-energie hier beperkte mogelijkheden”
Maar ook hier zien we progressie die leidt tot een schonere productie en gebruik. In de winning, de verwerking, de logistiek en de toepassing zien we forse vooruitgang en verandering de afgelopen decennia. Ook hier is innovatie op allerlei gebieden de grote veranderaar en is een balans tussen noodzakelijk gebruik en noodzakelijke zoektocht naar alternatieven nodig en mogelijk. Landbouw en energieproductie zijn beide de resultante van de locatie. Voor Nederland, met veel koelwater en liggend in de gematigde zone, betekent dit dat we de landbouw, inclusief melkveeteelt, hebben die hier past. En dat geldt eveneens voor de vormen van energie: aan zee en rivieren liggende centrales en wind op zee. Net zoals we hier geen citroenen en olijven kweken, maar melk produceren, hebben waterkracht en zonne-energie hier beperkte mogelijkheden. Het ruimtebeslag is eveneens relevant: intensieve landbouw en geen eindeloze zonneparken.
In oktober dit jaar was het schilderij Het Meisje met de Parel’ van Johannes Vermeer in museum het Mauritshuis doelwit van de klimaatactivisten. Ze gooiden verf over de glasplaat en lijmden hun eigen hoofd er aan vast. Als deze activisten oog zouden hebben voor de evidente parallellen tussen melk en olie zouden ze naar het Rijksmuseum zijn gegaan en gekozen hebben voor Het Melkmeisje, ook van Vermeer, als aandachtstrekker. Of, als ze in het Mauritshuis wilden zijn, De Stier van Paulus Potter. Maar die geeft geen melk.