Nou, het was me het weekje wel. In een week tijd kwam het eindrapport van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) beschikbaar, zagen we de grote politieke verschuivingen na de Provinciale Statenverkiezingen én vierden we het lustrum van Studio Energie. Waar het IBO vooral een teleurstellende update bleek van de versie uit 2021, lieten de verkiezingen nog maar eens scherp zien dat het gat groeit tussen partijen die ambitieuzer energie- en klimaatbeleid willen en partijen die het tempo van Europa als meer ‘realistisch’ maar vooral ook ‘uitdagend genoeg’ zien.
De overtuigende winst van de BoerBurgerBeweging (BBB) kan natuurlijk als een proteststem worden gezien. Een signaal dat een aanzienlijk deel van het electoraat het niet eens is met de keuzes die de huidige coalitie maakt. Uiteraard speelt het stikstofdossier, en de gevolgen die het beleid kan hebben voor de boeren en hun bedrijfsvoering, hierin een grote rol. Maar de trend om te stemmen tegen de regerende coalitie is al langer gaande. Daarmee is het ook een signaal dat een deel van het electoraat zich niet herkent in de keuzes die gemaakt worden.
“Waar het IBO-rapport positief ontvangen werd door de milieubeweging zagen we de ‘scherpe keuzes’ bij het bedrijfsleven vooral leiden tot verzuchting en teleurstelling”
Het IBO heeft als titel ‘Scherpe doelen, scherpe keuzes’, en is direct voer voor discussie. Zeker als je dit afzet tegen de uitkomst van de verkiezingen. Waar het rapport positief ontvangen werd door de milieubeweging zagen we de ‘scherpe keuzes’ bij het bedrijfsleven vooral leiden tot verzuchting en teleurstelling. Het rapport wijst vooral op de noodzaak tot beprijzing en normering, in de volksmond ook wel de stok genoemd, om de doelen voor 2030 te halen. Denk hierbij aan een nationale CO2-heffing (bovenop het bestaande Europese emissiehandelssysteem (EU ETS), of het verhogen van de gasprijs (!?). Dit laatste is op z’n minst opvallend te noemen na het met veel pijn en moeite tot stand komen van het prijsplafond.
Met de beperkte mogelijkheden die er de komende jaren zijn om bijvoorbeeld het elektriciteitsnet te verzwaren, en daarmee ruimte te bieden voor meer duurzame energie van grootschalige projecten op land of verduurzaming van de industrie, leidt dit tot slechts twee mogelijke uitkomsten. Ofwel de kosten worden sterk opgedreven. Kosten die, als het maar even kan, doorbelast zullen worden aan de consument. Of de bedrijven zullen het economisch niet meer kunnen bolwerken en zullen sluiten, of naar het buitenland verhuizen. Dit geldt overigens niet alleen voor de grote industriële spelers die onder het EU ETS vallen, maar zeker ook voor de lokale ondernemer (het non-ETS deel) die nauwelijks ruimte ziet om te verduurzamen omdat ook zij geconfronteerd worden met de beperkte ruimte qua infrastructuur en bijvoorbeeld niet vallen binnen de industrieclusters. Wel hebben ook zij te maken met steeds verder oplopende kosten.
“De consument moet natuurlijk wel gecompenseerd blijven worden, volgens menig politieke partij”
Weggaan of sluiten: probleem opgelost, zouden sommigen dan denken. Maar nee, met het verplaatsen naar het buitenland neemt de uitstoot niet af (vaak zal de uitstoot zelfs toenemen), en zullen de kosten van die producten verder stijgen en dus bij diezelfde consument eindigen bovenop de toch al hoge prijzen van dit moment. En daar komt de grootste verbazing om de hoek kijken. Want die consument moet natuurlijk wel gecompenseerd blijven worden, volgens menig politieke partij. Of het nu gaat over de energierekening als het prijsplafond afloopt aan het einde van het jaar, of de andere (indirecte) kosten die oplopen en leiden tot verlies van koopkracht. Compensatie die dan betaald zou moeten worden uit de opbrengsten van de hogere lasten voor het bedrijfsleven. Dat het bedrijfsleven, net als onze CO2-uitstoot en de werkgelegenheid, steeds meer geëxporteerd wordt als gevolg van dit soort keuzes lijkt er niet zoveel toe te doen.
De wetsvoorstellen van de Europese Commissie met betrekking tot de Europese Critical Raw Materials Act en de Net Zero Industry Act staan in het teken van het versterken van de Europese technologie om klimaatverandering tegen te gaan zonder een te grote afhankelijkheid van niet-Europese regimes. Gezien de recente ontwikkelingen in de VS (America First), China (met hun grondstoffenbelangen in grote delen van de wereld) en Rusland (geopolitieke gevolgen van een te grote afhankelijkheid van een land), schuift de focus naar meer industriële productie en grondstofwinning op Europese bodem. Dit staat dan echter haaks op de beprijzings- en normeringsadviezen zoals deze beschrijven zijn in het IBO. Daarin ligt de focus op het halen van de nationale klimaatdoelen, zonder rekening te houden met de betaalbaarheid voor de consument en andere Europese belangen zoals beschreven in bovenstaande Europese wetgevingsvoorstellen.
“Natuurlijk kan alles sneller en beter, maar er is ook veel moois gaande”
Voorafgaand aan het schrijven van deze column had ik een sterke behoefte om eens een positief verhaal op te schrijven. Er is immers voldoende voer om zuur te doen over de status van de energietransitie, de ambities, de uitslag van de verkiezing, de adviezen uit het IBO, de polarisatie in de politiek, en zo meer. Tijdens het evenement van Studio Energie gaf ik een korte update over de huidige stand van zaken ten aanzien van de energietransitie en een positieve vooruitblik. Natuurlijk kan alles sneller en beter, maar er is ook veel moois gaande. Zo groeit het percentage duurzame energie als een dolle, is de CO2-uitstoot flink afgenomen, liet Martien Visser zien dat we de gestelde klimaatdoelen voor 2023 gewoon halen en staat het voorjaar weer voor de deur.
Maar het allermooiste vond ik die middag dat er enkel mensen aanwezig waren die ieder op hun manier druk bezig zijn met de transitie. Van luisteraars van de podcast die hun huis hadden geïsoleerd tot multinationals die grof investeren in waterstof of duurzame energie, tot netbedrijven en energiebedrijven die iedere dag bezig zijn met netverzwaring en de bouw van duurzame energie. Allemaal mensen die, ondanks de ruis die er regelmatig te horen valt, zich iedere dag weer vol inzetten op het omlaag brengen van de CO2-uitstoot. Een mooie middag die mij hoop biedt voor de komende jaren. Niet teveel focussen op het negatieve, maar samen vooral kijken naar de dingen die wél lukken. Dus, scherpe doelen, schouders eronder!