Zoeken

Wat betekent het klimaatakoord voor emissiehandel?

Jos Cozijnsen: "Makkelijker CO2-handel van verschillende landen koppelen"

De Klimaattop in Parijs begon met oproepen van regeringsleiders en CEO's van bedrijven om carbon pricing. Over het klimaatprobleem en het belang van emissiehandel is geen twijfel meer. De top eindigde met twee verassingen: 1) proberen de temperatuurstijging niet alleen onder de 2 graden, maar onder de 1,5 graden te houden en 2) gebruikmaking van een robuuste CO2-markt.

Er is een grote relatie tussen ambitieuze CO2-doelen en een goed werkende CO2-markt. Dat zien we in de EU. Het Emissiehandelssysteem zorgt dat de afgesproken doelen worden gehaald. Wat moet gebeuren is het voorbereiden op scherpe lange termijn CO2-doelen.

Van Kyoto- naar Parijse CO2-markt
Wat bepaalt het ‘Paris agreement?' En wat is er anders dan in het Kyoto protocol?

Net als in het Kyoto protocol komen er drie typen CO2-handel tussen landen en voor bedrijven:

1. handel in emissiereducties tussen landen met nationale CO2-verplichtingen, ofwel de ‘Internationally Transferred Mitigation Outcomes (ITMOs): er worden afspraken gemaakt over transparantie en het boekhouden van nationale CO2-emissies;

2. handel in reducties in projecten in andere landen met verplichtingen via ‘Cooperative Approaches'. Dit lijkt op het huidige Joint Implementation mechanisme uit het Kyoto protocol; verschil is dat nu ook ontwikkelingslanden verplichtingen kunnen hebben;

3. handel in reducties via het Sustainable Development Mechanism. De opvolger van het Clean Development Mechanism. Het verschil is dat het SDM moet leiden tot netto reducties; het CDM leidde alleen tot een verschuiving van totale emissies.

““Voor de EU betekent het dat haar emissiehandelssysteem, na de aanstaande koppeling met Zwitserland, eenvoudiger kan koppelen met landen die ook een verplichting hebben””

Samenwerken aan transparantie
Bij alle drie typen moet de milieu-integriteit en dubbeltelling van emissiereducties voorkomen worden. Parijs besloot ook dat de nieuwe Ad Hoc Working Group on the Paris Agreement (APA) richtlijnen voor deze marktmechanismes gaat maken.
Nederland gaat in een soort carbon club met landen, van de VS en Zuid-Korea tot Indonesië en Chili, aangekondigd in een verklaring in Parijs door Nieuw-Zeeland, samenwerken aan scherpe emissiemarktregels. Nederland is in 2016 gastheer van de Carbon Pricing Leadership en betaalt 2 miljoen euro aan het maken van CO2-prijskaartjes in andere landen.
Voor de EU betekent het dat haar emissiehandelssysteem, na de aanstaande koppeling met Zwitserland, eenvoudiger kan koppelen met landen die ook een verplichting hebben. Afhankelijk van de uitwerking van het SDM kan de EU gebruik maken van dergelijke credits om de CO2-doelstelling van 2030 aan te scherpen. Door de regeringswisseling in Canada en doordat Mexico een CO2-handelssysteem voorbereidt, is voorstelbaar dat er een Noord-Amerikaanse CO2-markt komt. Dat maakt koppeling met de emissiemarkt in Californië en andere staten makkelijker.

Van twijfel naar potentieel
Emissiemarktsceptici dachten dat het belang van emissiehandel zou verdwijnen, maar het is juist steviger verankerd geworden. De reden? Het is voor regeringen een effectief systeem om emissies binnen grenzen te houden. En de emissiemarkt kan vroegtijdige en extra CO2-reducties realiseren en certificeren, die we voor latere doelen nodig hebben. En het helpt internationaal level playing field voor bedrijven. Omdat de Nationally Determined Contributions om de vijf jaar aangescherpt worden, kan de emissiemarkt daarop anticiperen.
In tweede helft van deze eeuw moeten de mondiale emissies in evenwicht zijn met de reducties. Dat betekent dat het Westen meer moet reduceren dan het zelf emitteert. Daar is de mondiale CO2-markt dus voor nodig, omdat de extra reductie van elders moet komen. Ook is van belang dat de CO2-reductie van bosbescherming is opgenomen. Dat kan miljarden tonnen vroegtijdige CO2-reductie opleveren, als je die een waarde geeft.

Emissies van lucht- en zeescheepvaart
In commentaren wordt er op gewezen dat lucht- en zeescheepvaart de dans ontspringen. Dat is niet helemaal juist. Ook de emissies van deze sectoren vallen onder het mondiale CO2-doel. Deze emissie moet namelijk wel worden gerapporteerd. Het grensoverschrijdende karakter maakt het echter moeilijk maatregelen te maken. ICAO (VN luchtvaartorganisatie) is daar nu mee bezig, Op de Assembly in mei 2016 besluit men over Market Based Mechanisms en kan dan gebruik maken van de afspraken uit Parijs. Hetzelfde is mogelijk voor IMO (VN zeescheepvaart organisatie).

Jos Cozijnsen is zelfstandig adviseur emissierechten. Meer informatie over hem vindt u op www.emissierechten.nl. Op Twitter is hij actief onder @timbales.

Jos Cozijnsen

Jos Cozijnsen is Carbon Specialist bij de Climate Neutral Group. Op Twitter is hij actief onder @timbales