Zoeken

Alle lof voor waterstof, maar groen gas verdient ook glansrol

Ulco Vermeulen (RvB Gasunie) stelt dat groen gas hoge ogen gooit, ook als je een onafhankelijke analyse loslaat op dit alternatief voor aardgas.

Verlicht eigenbelang. Zo zou je de voorspelling van Gasunie kunnen omschrijven, dat binnen de energietransitie een glansrol is weggelegd voor groen gas of biogas. Het grote voordeel van deze duurzame vervanger van aardgas is immers dat gebruik kan worden gemaakt van de bestaande infrastructuur voor het transport en de opslag van gassen, die wordt beheerd en onderhouden door Gasunie. Ulco Vermeulen, lid van de Raad van Bestuur, legt uit dat groen gas wel degelijk hoge ogen gooit, ook als je een onafhankelijke analyse loslaat op dit alternatief voor aardgas.

Om met het goede nieuws te beginnen: Enkele Duitse denktanks maakten onlangs bekend dat in 2020 in Europa voor het eerst in de geschiedenis meer elektriciteit werd opgewekt uit hernieuwbare bronnen (38%) dan uit fossiele brandstoffen (37%). Het slechte nieuws is dat Nederland het relatief matig doet: De hoeveelheid stroom die met behulp van zonnepanelen en windmolens wordt opgewekt neemt weliswaar snel toe, maar vorig jaar werd nog steeds 72% van de elektriciteit met fossiele brandstoffen opgewekt. Als naar de totale energiehuishouding wordt gekeken, dus inclusief industriële processen en de verwarming van kantoren en woningen, was dat zelfs 91,3%. Opvallend is ook dat de hoeveelheid elektriciteit die duurzaam werd opgewekt door biomassa te verbranden, in 2020 nauwelijks toenam. “De nadruk lag de afgelopen jaren op het vergroenen van de elektronen”, legt Vermeulen uit. “Dat zie je nu verschuiven naar het vergroenen van de moleculen, bijvoorbeeld in de vorm van het vergroten van het aandeel van duurzame gassen als waterstof en groen gas binnen de energiemix en het afvangen van het afvangen en opslaan van CO2.”

“We moeten volop blijven inzetten op energiebesparing en duurzame stroomopwekking, maar daar zitten grenzen aan”

Dat er meer aandacht komt voor het ‘vergroenen van de moleculen’ is volgens Vermeulen niet meer dan logisch. “We moeten volop blijven inzetten op energiebesparing en de duurzame opwekking van elektriciteit, maar daar zitten grenzen aan. Maximaal 40 tot 50 procent van het totale energiegebruik kan worden ingevuld met stroom, de andere helft moeten we blijven halen uit moleculen. Daarbij is groene waterstof het meest veelbelovend, maar het doorontwikkelen, uitrollen en opschalen tot een substantieel onderdeel van de energiemix gaat nog zeker een decennium duren.”

Als tussenoplossing in de gebouwde omgeving en als duurzame oplossing in de industrie, ziet Vermeulen een belangrijke rol weggelegd voor groen gas. “In bepaalde industriële sectoren is waterstof geen optie, omdat je koolstofmoleculen nodig hebt. In de gebouwde omgeving kan ik me een scenario voorstellen dat op de heel lange termijn voorziet in een energiemix zonder groen gas. Tot die tijd zijn er drie opties: warmtenetten, volledige elektrificatie en groen gas, veelal in combinatie met een goede isolatie en een hybride warmtepomp.”

In de wetenschap dat de mogelijkheden van zowel warmtenetten als volledige elektrificatie niet eindeloos zijn, heeft groen gas volgens de Gasunie-bestuurder als grote voordeel dat gebruik kan worden gemaakt van de bestaande gasinfrastructuur in de gebouwde omgeving. “Voor miljoenen woningen is het een klimaatneutrale en relatief goedkope optie. ‘Downstream’, zoals wij dat noemen, is het verreweg het makkelijkste alternatief voor aardgas, al is het geen kwestie van een hendel overhalen dan wel een knop indrukken. Voor groen gas het net in kan, moet het qua druk en kwaliteit op het niveau van aardgas worden gebracht. De ‘Groen Gas Booster’ die we hebben ontwikkeld, zorgt er bovendien voor dat groen gas het landelijke net in kan als er ’s zomers in de eigen regio te weinig vraag naar is.”

“Leeuwendeel van het groene gas zal worden geproduceerd door vergassing van biomassa”

‘Upstream’, om die term ook te gebruiken, kan groen gas via vergisting of vergassing van biomassa worden opgewekt. Vermeulen: “Met circa 200 miljoen kuub per jaar is de productie nu nog klein, maar het doel is ambitieus: twee miljard kuub in 2030. Afhankelijk van hoe snel de warmtevoorziening in woningen wordt verduurzaamd, door betere isolatie en de installatie van warmtepompen, sluit ik niet uit dat dat tegen die tijd genoeg is voor alle huishoudens in Nederland. Het leeuwendeel van het groene gas zal dan worden geproduceerd door vergassing van biomassa. Ik ben ervan overtuigd dat de discussie daarover genuanceerder zal worden en dat duidelijk zal worden welke biomassastromen zich het beste lenen voor een zo nuttig, maatschappelijk verantwoord en efficiënt mogelijke vergassing.”

Vergassing van biomassa is wel nodig, benadrukt Vermeulen, want met alleen vergisting zullen de doelen niet worden gehaald. “Dat de productie van groen gas de afgelopen jaren kwantitatief en kwalitatief toenam, was deels te danken aan verbeteringen van de vergistingstechnieken. Wat energetisch rendement betreft, kan vergisting echter bij lange na niet tippen aan de vergassingsinstallaties die de komende jaren voor substantiële groei moeten gaan zorgen.”

Doorontwikkelen van de technologie en opschalen is daarbij het devies en volgens Vermeulen gebeurt dat momenteel volop. “Aanvankelijk waren het vooral ondernemende pioniers die er in geloofden, maar inmiddels zie je ook dat grote, meer traditionele energiebedrijven als Shell, RWE en Engie er voor kiezen en er in durven te investeren.”

“Twee miljard kuub in 2030 halen we alleen als het vrijblijvende eraf wordt gehaald”

Zelf is Gasunie ook nauw betrokken bij de doorontwikkeling van vergassingstechnologieën. In dat verband hoopt Vermeulen dit jaar op goed nieuws uit Alkmaar. “Samen met SCW Systems ontwikkelen we daar op het Energy Innovation Park een installatie voor superkritische watervergassing, een innovatieve technologie die natte biomassa afvalstromen als mest, groenafval en rioolslib in een soort snelkookpan omzet in duurzame energie en herbruikbare grondstoffen als waterstof en CO2. De resultaten zijn de afgelopen jaren zo positief geweest, dat het wachten is op een doorbraak die grootschalige opwekking van groen gas naar een nieuw niveau zal tillen.”

Vooruitblikkend naar de Tweede Kamerverkiezingen in maart, hoopt Vermeulen dat de toenemende aandacht voor het ‘vergroenen van moleculen’ ook resulteert in een volmondige politieke waardering van groen gas als volwaardig deel van de oplossing. “Financiële ondersteuning is er nu wel, via de SDE bijvoorbeeld, maar te verbrokkeld, te gefragmenteerd. Een meer samenhangend pakket van ondersteunende maatregelen zou de productie van groen gas zowel kwalitatief als kwantitatief een enorme boost geven. Daarnaast moet de politiek eindelijk werk maken van een bijmengverplichting voor groen gas. Twee miljard kuub in 2030 halen we alleen als het vrijblijvende eraf wordt gehaald. Een bijmengverplichting lijkt mij daarvoor het beste instrument.”

Foto groen gasfabriek: Jeroen Bolwerk