De energietransitie is een feit en Nederland zet alles op alles om de klimaatdoelen te halen. Maar deskundigen zien biodiversiteitsverlies als een nog ernstiger probleem dan de opwarming van de aarde door gebruik van fossiele energie. Toch zijn er vooral internationaal bindende afspraken op het gebied van klimaatverandering. Daar moet een top in China dit jaar verandering in brengen. Hoe hangen biodiversiteit en klimaatverandering met elkaar samen en wat is de weg vooruit?
Op 2 mei staat er een artikel in De Volkskrant over de aanleg van een elektriciteitskabel met duurzame energie, dwars door een natuurgebied op Schiermonnikoog. De eilanders spreken er schande van en een petitie tegen de aanleg van de kabel is inmiddels ondertekend door meer dan 18.000 Nederlanders, vele malen meer dan de ruim 900 eilandbewoners. Natuurorganisaties vrezen een blijvend litteken door een ecologisch natuurgebied met kwetsbare soorten.
“Natuurmonumenten hoopt het tij met een stevige lobby nog te keren. Anders rest enkel de juridische weg”, staat in het artikel. En: “Als uit een tweede Milieurapportage blijkt dat de natuur onherstelbaar wordt beschadigd, mag de kabel er niet komen.” Dit heeft te maken met de wet natuurbescherming die ervoor moet zorgen dat planten en dieren in gebieden beschermd blijven. Echter, daarvoor kun je compenseren binnen de wet. Er waren namelijk andere opties voor de kabel. Maar minister van Economische Zaken en Klimaat Bas van ‘t Wout wist regionale bestuurders ervan te overtuigen dat de kabel door het natuurgebied het beste plan is, mits de nadelige effecten gecompenseerd worden. Hoe dat laatste zijn beslag zou moeten krijgen, valt uit het artikel niet op te maken.
“Genetische variatie is de basis onder de stabiliteit van het natuurlijke ecosysteem”
“De kabelkwestie toont opnieuw hoe ingewikkeld de kwestie is”, schrijft De Volkskrant. Nederland staat voor twee grote opgaven die deels met elkaar samenhangen: de energietransitie en daarmee de opwarming van de aarde tegengaan en biodiversiteit behouden en liefst weer herstellen. Volgens deskundigen is het risico van het verlies van biodiversiteit nog groter dan het risico dat ontstaat door klimaatverandering, al hangen ze uiteraard ook samen. In 2019 produceerde IPBES (Intergouvernemental Panel on Biodiversity and Ecosystem Services) een rapport waarin werd gesteld dat één miljoen soorten met uitsterven bedreigd worden.
“Het menselijke bestaan is volledig afhankelijk van de natuur. Al onze grondstoffen worden door de natuur geleverd, net zoals onze voeding. Genetische variatie is de basis onder de stabiliteit van het natuurlijke ecosysteem. Het op grote schaal uitsterven van dier- en plantensoorten vormt een directe bedreiging voor onze leefomstandigheden”, aldus IPBES. Toch lijkt biodiversiteit vaak ten koste te gaan van de energietransitie. In het artikel ‘Hoe de energietransitie ten koste gaat van de biodiversiteit’ in Vrij Nederland in 2020 valt te lezen dat er nauwelijks overlegd wordt tussen de beleidsmakers en uitvoerders van de agenda van de energietransitie en de agenda van de biodiversiteit.
“Windmolens veranderen de golfstroom en de troebelheid van het water, met gevolgen voor het leven in de zee”
De kabel op Schiermonnikoog is maar één voorbeeld waaruit blijkt dat de energietransitie en het behoud van biodiversiteit regelmatig schuren. Neem windturbines. Ralph Buij van Wageningen University & research doet onderzoek naar gesneuvelde vogels als gevolg van windturbines. Zijn team heeft zeearenden en bruine kiekendieven gechipt, waardoor hun vlucht te volgen is. Zo hopen ze het risico van windturbines voor deze vogels (vooral langlevende zwevende soorten zijn kwetsbaar) in kaart te brengen. Want: “Er wordt door de vergunningverleners veel minder gemonitord dan zou moeten. De overheid heeft een rol te spelen: die moet zorgen voor de instandhouding van een aantal kwetsbare soorten op een onafhankelijke, wetenschappelijke en gestructureerde manier. Dat gebeurt nu onvoldoende en veel gegevens zijn niet inzichtelijk.” Vorig jaar kwam onderzoeksbureau Deltares met een rapport over hoe windmolenparken de ecosystemen op zee beïnvloeden. Ze veranderen de golfstroom en de troebelheid van het water, met gevolgen voor het leven in de zee. Ook bij de aanleg van windmolens heeft de natuur te lijden. Het rijke natuurgebied de Doggersbank waar windmolens moeten komen is paargebied van verschillende vissoorten zoals de haring. Bij de plannen is collateral damage meegerekend in de vorm van 5% sterfte van bruinvissen.
De tekst loopt hieronder door.
Henk Simons, adviseur biodiversiteit bij natuurorganisatie IUCN denkt alleen al aan de productie van de voor de energietransitie noodzakelijke windmolens en zonnepanelen. “Daarvoor zijn grondstoffen nodig zoals metalen voor in batterijen, die ervoor zorgen dat de natuur verder uitgeput raakt. De mijnbouw vindt bijna altijd plaats in rijke natuurgebieden en hotspots voor biodiversiteit.” Hij mist meer mogelijkheden naast de natuurwet om juridische druk te zetten, zodat de belangen voor het behoud van biodiversiteit net zo hoog op de agenda komen te staan als die van de door klimaatverandering ingegeven energietransitie. Simons heeft daarom al zijn hoop gevestigd op de biodiversiteitstop die dit jaar nog (waarschijnlijk in het najaar) plaatsvindt, in Kunming, China. Doel van deze top is dat er internationale afspraken komen die, naar voorbeeld van het Klimaatakkoord van Parijs, concrete doelen stellen voor het beschermen van de mondiale biodiversiteit.
“De ene studie na de andere laat zien dat dieren en planten echte ongerepte natuur nodig hebben”
Gelukkig zijn er ook voorbeelden waarbij energietransitie en biodiversiteit hand in hand lijken te gaan en Simons neemt dan ook ‘een kanteling’ in het bewustzijn over biodiversiteit waar. Volgens de Wageningse studie ‘Zonneparken natuur en landbouw’ kunnen zonnepanelen bijdragen aan het verhogen van biodiversiteit, waar vooral vegetatie, insecten en sommige vogels van profiteren. Het effect is in grote mate afhankelijk van de uitgangssituatie en het beheer. Ook het combineren van zonneparken in agrarisch gebied, zoals het aanbrengen van panelen langs paden, of het plaatsen van panelen in een weide waar ook dieren lopen is een optie. Maar toch zijn die voorbeelden maar een klein doekje voor het bloeden. De ene studie na de andere laat zien dat dieren en planten echte ongerepte natuur nodig hebben en niet een klein beetje biodiversiteit tussen het leven van mensen door. Simons pleit er dan ook voor om eerst alle daken van huizen en bedrijven in Nederland vol te leggen. Buij verhaalt enthousiast over hoe in Griekenland gieren werden beschermd en de energieopbrengst van windparken nauwelijks achteruit ging, door rekening te houden met hun vluchtroutes.
Simons uiteindelijke oplossing ligt echter niet in het samengaan van biodiversiteit en de energietransitie. “Als de vraag naar energie blijft toenemen, en dat blijft hij door bevolkingsgroei en toenemende welvaart, dan blijft biodiversiteit daar onder lijden omdat je zoals gezegd voor de aanleg van windparken en zonneparken grondstoffen nodig hebt die uit de natuur komen. De enige no-regret oplossing is uiteindelijk om met elkaar een andere levensstijl aan te nemen. Een levensstijl die veel minder energie nodig heeft. Het is een woord dat nu veel klinkt en niet veel mensen willen gebruiken, maar de enige uiteindelijk oplossing ligt bij transformative change, ofwel een totale verandering van ons economische systeem.”
Anderen, zoals journalist Hidde Boersma, schrijver van het artikel in Vrij Nederland, zien een oplossing in kernenergie, naast intensivering van de landbouw op specifieke stukken land en andere stukken land teruggeven aan de natuur (rewilding). En dat in Europees verband. Dat is geen gek idee, zegt Buij: “Natuur en biodiversiteit houden zich niet aan landsgrenzen, dus is het hoe dan ook een goed idee dit ook in Europees verband aan te vliegen. Maar dat vraagt veel meer kennis over risico’s op soorten en een heel goede afstemming.”