Zoeken

Europa werkt door, dan kan Nederland niet stilzitten

Auteur

Pieter Boot

De Tweede Kamerverkiezingen zijn bijna 2,5 maand geleden gehouden en het demissionaire kabinet doet zijn best voortgang in het beleid te houden. In Europa gemaakte afspraken hebben tijdslijnen die niet op Nederland wachten, stelt Pieter Boot. “Een voorbeeld zijn de stappen die gezet moeten worden om het tweede deel van de emissiehandel te introduceren en de daarmee binnenkomende financiële middelen te kunnen besteden. Hier zijn nog keuzes te maken.”

In Energiepodium in juni 2023 schreef ik over de stappen die Europa heeft gezet om naast de huidige emissiehandel een tweede deel te introduceren (ETS2) in de gebouwde omgeving, het wegvervoer en voor kleine industriële installaties (in Nederland 34% van de emissies). Het nu demissionaire kabinet heeft daar als voorlopig standpunt ook enkele andere toepassingen bijgevoegd, zodat het voornemen is al het fossiele energieverbruik van CO2-beprijzing te voorzien. Administratief loopt ETS2 via de brandstofleveranciers. Per 1 januari 2025 moeten deze daarvoor een vergunning hebben aangevraagd bij de NEA. In de eerste helft van 2024 moet ETS in Nederlandse wetgeving zijn omgezet. Op 1 januari 2027 gaat het van start.

“Idee van ETS2 is dat er ook een CO2-prijs komt voor sectoren buiten het huidige ETS”

Idee van ETS2 is dat er zo ook een CO2-prijs komt voor sectoren buiten het huidige ETS. De rechten van ETS2 worden direct geveild omdat er immers geen weglek naar het buitenland dreigt bij gebouwen en het rijden van auto’s. Er is in Europa ook goed nagedacht over de besteding van de daarmee binnenkomende middelen. Daarbij gaat het om grote bedragen. Bij de bij de besluitvorming verwachte prijs van 45 euro per ton CO2 zou Nederland over de periode 2027-2032 volgens een door UBA uitgegeven studie 7,4 miljard euro ontvangen, maar als de prijs over deze periode gemiddeld 100 euro per ton zou bedragen is het 19,6 miljard en bij een ook niet onmogelijke 200 euro zelfs 41,8 miljard. Ongeacht de prijs gaat er in totaal 65 miljard naar het Sociale Klimaatfonds, dat volgens vaste formules wordt besteed. Deze zijn afhankelijk van bijvoorbeeld het aantal mensen dat kwetsbaar is voor hoge energieprijzen of op het platteland woont. In Europese context heeft Nederland weinig energie- of transport-armen en is er nauwelijks platteland – dus Nederland krijgt minder geld uit dit fonds dan we er aan afdragen. Nederland kan 720 miljoen ontvangen, als tijdig (voor 30 juni 2025) een plan wordt ingediend. Nederland moet zelf 240 miljoen aan het fonds bijdragen. De overige veilinginkomsten kunnen de lidstaten zelf besteden, ook weer aan vooraf overeengekomen bestemmingen zoals het liefst investeringen in energie efficiency, maar ook inkomensondersteuning.

“Nederland heeft voor huishoudens bij verre de hoogste gasprijs van Europa”

In ambtelijke kringen, bijvoorbeeld de Keuzekaart Klimaat en energie die eind vorig jaar verscheen, wordt er vanuit gegaan dat de CO2-prijs van ETS2 bovenop de huidige energieprijzen komt. Dat is echter niet noodzakelijk. Nederland heeft voor huishoudens bij verre de hoogste gasprijs van Europa. In de eerste helft van 2023 bedroeg deze het dubbele van het Europese gemiddelde en kwam er geen land bij ons in de buurt. Dat komt vooral door een hoge energiebelasting op gas. De belasting op gas is sindsdien verder verhoogd van 49 naar 58 ct per kuub gas. Bij een emissieprijs van 45 cent per ton CO2 komt daar 9 cent bij. Is zo’n hoge prijs nodig om de negatieve externe effecten van het fossiele energieverbruik te beprijzen? Niet echt. CE Delft liet in een bijlage bij het recente advies over de herziening van het belastingstelsel zien dat de gemiddelde verbruiker in de gebouwde omgeving in 2021 voor aardgas ongeveer 250 euro per ton CO2 betaalde – sindsdien is dat verder verhoogd. De maatschappelijke kosten van CO2-uitstoot zijn volgens PBL en CPB ongeveer 130 euro en lopen op tot iets minder dan 190 euro in 2030. In Nederland is er nu dus geen noodzaak om het gasverbruik verder te belasten. Denkbaar is daarom ook om met de invoering van ETS2 de energiebelasting op gas met het bedrag dat voor ETS2 wordt verwacht te verminderen. Jammer voor de schatkist, maar beter voor de burger en vanuit milieuoptiek verdedigbaar.

“Het is van groot belang dat het Nederlandse beleid voortgaat woningen te helpen van het aardgas af te gaan”

Omdat de ETS2-prijs bepaald wordt door vraag en aanbod van rechten is deze ongewis. Ik gaf hiervoor al enkele mogelijke voorbeelden. De vraag en het aanbod gelden Europees. De Nederlandse verbruiker wordt nog sterker afhankelijk van ontwikkelingen elders in Europa. Nu niet alleen van de ontwikkeling op de gasmarkt, maar ook van het beleid in de andere landen. Immers, als gemiddeld in Europa flink op het fossiel energieverbruik wordt bespaard daalt daardoor de vraag naar emissierechten. De al genoemde UBA-studie illustreert hoeveel dit uitmaakt voor de ETS2-prijs. In het scenario dat de Europese Commissie heeft gebruikt bij de Impact Assessment, voorafgaand aan de Europese besluitvorming, blijven vraag en aanbod van 2027 tot 2032 goed in evenwicht, wat een emissieprijs van gemiddeld 45 euro per ton CO2 oplevert. Als de landen extra beleid voeren blijft de vraag achter. Omdat voor de prijszekerheid vooraf extra tijdelijke rechten zijn uitgedeeld, maakt dat voor de prijs weinig uit. Maar in veel landen loopt de beleidsuitvoering achter bij het gestelde doel. Dan stijgt de vraag naar rechten tot boven het aanbod, waardoor niet alleen eerst de extra tijdelijk toegekende rechten opraken, maar drastische ingrepen nodig zijn om vraag en aanbod weer in evenwicht te krijgen – waaronder een wellicht zeer hoge prijs. Het is dus veel belangrijker dan voorheen dat de lidstaten overleggen over het te voeren beleid in de ETS2-sectoren en elkaar op de uitvoering daarvan aanspreken. Dit speelt later nog meer. Het mooie van de duidelijke emissiereductie heeft immers een keerzijde in de onzekere prijs. Zonder nadere ingrepen worden er na 2044 geen nieuwe rechten meer uitgegeven. De CO2-prijs kan daardoor heel hoog worden. Het is dus van groot belang dat het Nederlandse beleid voortgaat woningen te helpen van het aardgas af te gaan.

Er is in Nederland weinig aandacht voor dit belangrijke nieuwe Europese beleidsinstrument. Al dit jaar moeten voor de invoering daarvan stappen worden gezet. In beleidsstukken wordt er vanuit gegaan dat de nieuwe CO2-prijs bovenop de al hoge huidige belasting op aardgas (en benzine) komt – maar er zijn ook redenen dat niet te doen. In alle gevallen zal goed nagedacht moeten worden hoe mensen met een laag inkomen en een hoge energierekening, voor hun huis en auto, door teruggave van de opbrengsten van nieuwe heffing gecompenseerd kunnen worden. Ook moet tijdig nagedacht worden hoe we omgaan met de kans op sterke toename van de prijs aan het eind van de handelsperiode.

Pieter Boot

Pieter Boot is verbonden aan het CIEP en was sectorhoofd bij het PBL