Eind april presenteerde minister Jetten namens het kabinet een nieuw klimaatpakket. Naast vele goede punten (een verbod op nieuwe, fossiel gestookte warmte-installaties in de industrie!) en het jammerlijke ontbreken van een ‘vlootnorm’ om enkel nog emissieloze auto’s uit te leasen, sprong toch ook de afwezigheid van een energieprestatienorm voor koophuizen in het oog. De overheid bemoeit zich met kwaliteitseisen van zo’n beetje alles waar we in het dagelijks leven mee in aanraking komen, maar het recht om bij wijze van spreken in een krot te wonen waar warmte aan alle kanten uitvliegt, is en blijft kennelijk onvervreemdbaar. Hoe kan dat?
“De aloude vrees om huizenbezitters tegen de haren in te strijken, won het van het gezonde verstand”
Wie de vuistdikke verzamelde werken van het ambtelijke IBO-onderzoek naar Klimaat doorleest, komt de optie om energiebesparingseisen aan koopwoningen te stellen wel degelijk tegen. In Fiche 2.1a wordt keurig uitgewerkt hoe je een verplichting kunt invoeren om woningen die vanaf 2025 (of desgewenst wat later) worden verkocht aan een bepaalde isolatienorm te laten voldoen. Dat is best mild: Je hoeft je huis dus enkel aan te pakken, als het toch al leeggeruimd is en dikwijls sowieso bevolkt wordt door werkvolk. Namelijk bij een verhuizing. Wie niet verkast, wordt met rust gelaten. Omdat Nederlanders weinig honkvast zijn, komen veel woningen desalniettemin binnen een jaar of tien wel een keer aan de beurt. Topplan dus.
Maar terwijl de nadruk in IBO-onderzoek op verzoek van de politiek is gelegd op normering en beprijzing, haalde deze voor de hand liggende maatregel de eindstreep niet in de onderhandelingen tussen de coalitiepartijen. De aloude vrees om huizenbezitters tegen de haren in te strijken, won het van het gezonde verstand. Want hoe erg is een duidelijke energiebesparingsnorm nu? Ooit iemand horen klagen over de productie-eisen die de EU stelt aan koelkasten of auto’s? De techniek schrijdt voort, ook technieken om de energieprestatie van woningen te verbeteren. Voor huurhuizen, winkels en kantoren zijn we inmiddels gelukkig zo ver dat we de toepassing van die technieken afdwingen om onnodig gestook te voorkomen. Waarom zou je verhuizers niet een duwtje in de goede richting geven door voor te schrijven welke ingrepen echt-echt-echt een heel goed idee zijn om te nemen als de boel toch leeg staat? Maar net als afschaf van de hypotheekrenteaftrek is het (politiek) kennelijk te eng.
“Een politicus die iets verder durft te kijken dan zijn of haar neus lang is, kijkt ook naar het langetermijneffect”
Wat hierbij niet helpt, is dat invoering van de maatregel op korte termijn geen echte Megatonnenknaller is. Op zoek naar maatregelen met snelle impact voor 2030, scoort een energienorm voor koop niet echt als een beest: 0,3 Mton om precies te zijn. Een minder dapper politicus zou kunnen denken: “Wat haal ik me op de hals voor die paar procentjes die dit bijdraagt aan het reductiedoel van 22 Mton CO2 reductie?” Maar een politicus die iets verder durft te kijken dan zijn of haar neus lang is, kijkt ook naar het langetermijneffect, dat ongeveer eens zo groot is. En naar de onvermijdelijkheid van de maatregel, waarover de discussie achter de schermen al tien jaar woedt en die echt ooit beslecht zal worden. En naar het positieve effect op de energierekening van die koper. Die op het moment van verhuizing wellicht even moet zuchten, maar de investering (ondersteund door allerlei gunstige subsidies en leningen) gewoon binnen een redelijke termijn gaat terugverdienen.
Eén heuse normering gaat wel gelden voor koopwoningen: de (hybride) warmtepomp bij vervanging van de CV ketel. Kennelijk is het geen heel principiële kwestie om als overheid iets te vinden van apparaten die mensen in hun huis hebben hangen. Nu nog de stap nemen om als overheid, nee, als samenleving wat te vinden van de staat van dat huis zelf. Vlaanderen liet al overtuigend zien dat het kan en voerde verplichte labelstappen in. Als ons dit ook lukt, is het laatste heilige huisje geslecht.