Zoeken

Technisch en economisch is verduurzamen geen probleem

Energiepodium interviewde Mark van Baal, oprichter en directeur van Follow this. Deze kleine in Amsterdam gevestigde NGO probeert beursgenoteerde olie- en gasbedrijven via hun aandeelhouders te bewegen zich af te keren van fossiele energie en veel meer te investeren in duurzame alternatieven. “Het is een gegeven dat de gevestigde orde de fundamentele veranderingen die nodig zijn, tegenwerkt”.

De doelstellingen van Follow this wijken niet wezenlijk af van die van organisaties als Milieudefensie of Greenpeace. De wereld moet zo snel mogelijk stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen en overschakelen op duurzame energie. Maar de middelen verschillen. Waar Milieudefensie en Greenpeace, als het zo uitkomt, harde actie voeren en rechtszaken aanspannen, probeert Follow this door het mobiliseren van grote beleggers van binnenuit verandering af te dwingen.

Het is Follow this de afgelopen jaren gelukt om steeds meer grote beleggers achter zich te krijgen. Van slechts 2,7% van Shells aandeelhouders in 2016 steeg het percentage tot 30% in 2021. Ook BP en TotalEnergies kregen met Mark van Baals organisatie te maken. De aandeelhouders van de Amerikaanse olieconcerns Chevron, ConocoPhillips en Phillips66 stemden dat jaar zelfs in meerderheid voor een resolutie die het bedrijf opriep meer werk te maken van groene energie.

Recentelijk ondervindt Follow this tegenwind. Als gevolg van de energiecrisis schoten de opbrengsten uit olie en gas omhoog en, in het verlengde daarvan, besloten met name de Europese concerns juist minder te investeren in duurzaam en zich weer vooral te richten op de exploratie en winning van nieuwe fossiele bronnen. De steun van aandeelhouders liep terug, bij Shell naar ongeveer 20%. Het Amerikaanse ExxonMobil, dat zijn weerzin tegen alles wat zijn olie- en gasbusiness zou kunnen bedreigen niet onder stoelen of banken steekt, stapte zelfs naar de rechter om Follow this en het Amerikaanse ideële beleggingsfonds Arjuna Capital dwars te zitten. Doel was te verhinderen dat zij een resolutie op de agenda van de algemene vergadering van aandeelhouders zouden krijgen, die de onderneming zou adviseren doelen te formuleren voor het terugbrengen van zogeheten Scope 3-emissies, dat wil zeggen de CO2-uitstoot die klanten veroorzaken bij het gebruik van benzine, diesel, enzovoort.

Het kwam overigens niet van een rechtszaak, omdat Follow this en Arjuna, die geen zin hadden in langdurige juridische procedures, de betreffende resolutie introkken en beloofden niet meer in te zullen dienen. Tot chagrijn van ExxonMobil, dat de zaak graag had doorgezet om in zijn aandeelhoudersvergaderingen voor eens en altijd verlost te zijn van dit type verzoeken om emissiereducties, ook van institutionele beleggers.

“De olie- en gasindustrie kan ook een positieve kracht zijn, zij zijn het die de energietransitie kunnen versnellen”

Mark van Baal laat zich door dit soort tegenwerking niet uit het veld slaan. Hij gaat door op de ingeslagen weg, omdat hij ervan overtuigd is dat een meerderheid van aandeelhouders uiteindelijk zal inzien dat de huidige koers van de olie- en gasbedrijven de waarde van hun portefeuille zal schaden.

-Je richt je pijlen exclusief op de olie- en gasindustrie. Vind je dat die bedrijven onmisbaar zijn om de energietransitie tot een succes te maken?

Van Baal: “Ja, omdat ze, als we ze hun gang laten gaan, nog veel te lang met fossiel zullen doorgaan en daardoor de doelstellingen van het Akkoord van Parijs kansloos zullen zijn. Zij kunnen ook een positieve kracht zijn. Ze hebben de miljarden, de wereldwijde infrastructuur, marktkracht, politieke invloed, slimme mensen. Kortom, zij zijn het die de energietransitie kunnen versnellen. Er hoeven er maar een of twee te beslissen om het over een andere boeg te gooien en aan hun aandeelhouders, klanten, enzovoort te laten zien dat het kán, en de rest volgt vanzelf. Nu staan ze helaas nog op de rem.”

-Je kunt de economie ook zijn gang laten gaan. Olie- en gasbedrijven die zich niet op tijd aanpassen, zullen uiteindelijk van het toneel verdwijnen.

“Ja, maar dat duurt veel te lang, tientallen jaren. Ik haal graag het voorbeeld van Kodak aan. Een jonge ingenieur die daar werkte, vond in 1977 de digitale camera uit. De directie was niet geïnteresseerd, want, dachten ze, er was toch niemand die foto’s op een tv-scherm wilde bekijken en hoe zouden ze daarmee dezelfde marges moeten halen als op fotorolletjes en fotopapier? We weten hoe dat is afgelopen. Anderen gingen het wel doen en Kodak ging uiteindelijk failliet, maar pas in 2009, 32 jaar later! Vertaald naar de energiesector zou dat rampzalig zijn. We hebben zoveel tijd niet.”

“Duurzaamheid wordt steeds lucratiever en de belachelijke winsten op fossiel zullen verdwijnen”

-Kodak opereerde in een heel andere, in feite niet zo essentiële bedrijfstak. Er was geen maatschappelijke druk om te digitaliseren. In de energiesector is die er wel. De transitie gaat dan ook ook steeds sneller. Denk aan zonne-energie: exponentiële groei. Hoe kun je er zeker van zijn dat het tientallen jaren zal duren?

“Zeker, het gaat snel maar het is ook een gegeven dat de gevestigde orde de fundamentele veranderingen die nodig zijn, tegenwerkt. En hun macht is groot. De politiek neemt klimaatverandering al 30 jaar serieus. De eerste COP is van 1991, het Kyoto-protocol van 1997. De Amerikaanse regering van Clinton en Gore was een van de ondertekenaars. Door een heel gerichte lobby van de olie-industrie – de invloed van CO2-emissies op het klimaat zou wetenschappelijk onbewezen zijn; het Protocol zou ten koste gaan van de economie – kwam het niet door de Senaat. Daarna is die klimaatontkenningscampagne pas goed op gang gekomen.”

-Vrijwel niemand ontkent nog dat onnatuurlijke klimaatverandering bestaat en moet worden tegengegaan, ook de oliebedrijven niet. Zijn ze echt nog wel zo invloedrijk?

“Natuurlijk, anders hadden we allang een carbon tax gehad, anders werden de werkelijke kosten van het gebruik van fossiele brandstoffen allang doorberekend. Om dat te veranderen hebben we drie hefbomen: licence to operate, winstgevendheid en aandeelhouders. Als een van die drie succesvol is, dan gaat het heel snel. Aan de eerste wordt gewerkt, in de politiek en met rechtszaken. Met de winstgevendheid zal het ook de goede kant op gaan. Duurzaamheid wordt steeds lucratiever en de belachelijke winsten op fossiel zullen verdwijnen, want zodra de samenleving de echte kosten moet opbrengen, zullen de marges slinken. Maar dat duurt allemaal te lang. Het zijn de aandeelhouders die het verschil kunnen maken en zij hebben één machtsmiddel: hun stem op de aandeelhoudersvergadering. Ik denk dat het onze verdienste is dat we ze op dat punt wakker hebben gemaakt. Simpel, door heel redelijke vragen op de agenda te laten zetten. Ongeveer één vijfde van de aandeelhouders steunt ons nu. Dat blijft bijzonder, want normaal gesproken stemt 99% vóór de voorstellen van het bestuur. Het heeft ook gewerkt. Shell was het eerste oliebedrijf dat ook verantwoordelijkheid accepteerde voor Scope 3-emissies.”

“Als je nu nog in olie- en gasproductie blijft investeren, is dat zowel voor je bedrijf als voor de wereld gevaarlijk”

-Jullie hebben inmiddels met een terugslag te maken. Na de energiecrisis die uitbrak na de Russische invasie in Oekraïne, schoten de prijzen voor aardgas en olie omhoog. Shell, BP en de anderen kiezen nu weer voor méér investeringen in fossiele energie en trekken zich geheel of gedeeltelijk terug uit duurzame projecten. Een keerpunt?

“Ze hebben opnieuw een vals dilemma van stal gehaald: dat je moet kiezen tussen klimaat of winst. In de olie-industrie zijn de investeringen voor de lange termijn. Als je nu nog in olie- en gasproductie blijft investeren, is dat zowel voor je bedrijf als voor de wereld gevaarlijk. De winst in de komende kwartalen staat daar buiten, want die zijn gebaseerd op beslissingen van tien, vijftien jaar geleden. Het verhaal dat je bijvoorbeeld nu in de Noordzee moet gaan boren om de energiecrisis op te lossen, is daarom zo’n onzin, want het duurt nog vijftien jaar voor dat iets oplevert. Als ze in het verleden op tijd in duurzaam hadden geïnvesteerd, was die energiecrisis er helemaal niet geweest. Dat ze dit narratief toch succesvol de wereld in hebben geholpen, laat zien dat ze een heel goede PR-machine hebben. Het doel is om zo lang mogelijk door te gaan met fossiel. Om dat te bereiken was het eerst denial, nu is het delay.”

-Waarom zouden aandeelhouders voorstander zijn van strategische keuzes die ten koste kunnen gaan van de kortetermijnwinst?

“In de olie-industrie heeft de keuze om te investeren in fossiele of schone energie geen invloed op de kortetermijnwinst. In tegendeel, grote beleggers hebben enorm veel te verliezen door de klimaatcrisis. De groep die dit beseft, steunt ons primair uit financiële overwegingen. Zij zien dat, als de klimaatverandering uit de hand loopt, dit hun portefeuille zal schaden. De meeste vinden om die reden dat de klimaatdoelen van Parijs gehaald moeten worden. Alleen stemmen ze niet allemaal voor onze resoluties. Een aantal erkende eerst dat oliemaatschappijen ook verantwoordelijk zijn voor Scope 3-emissies, nu niet meer. We begrijpen nog niet goed waarom.”

“Het grootste deel van de bewezen olie- en gasreserves moet gewoon in de grond blijven”

-Op het eerste gezicht hebben ze wat dit betreft toch een punt? Wie bepaalt de vraag? De producenten of hun afnemers?

“In de energiewereld de producenten, daar ben ik van overtuigd. Uiteindelijk gaat het om het aanbieden van keuzemogelijkheden. Consumenten kunnen pas sinds kort voor elektrische auto’s kiezen, omdat een outsider, Musk, niet wist dat ‘dat niet kon’ en zo de traditionele auto-industrie voor het blok zette. Ook de olie-industrie is te lang in haar traditionele verdienmodel blijven hangen.”

“Technisch en economisch is verduurzamen geen probleem. Dat dit onvoldoende gebeurt, ligt aan de CEO’s. Die durven niet uit hun comfortzone te komen. Dat moet je niet onderschatten. Zij hebben dertig jaar lang in de sector gewerkt, dag en nacht, iedere keer met hun gezin op een andere plek in de wereld, carrière gemaakt. Eindelijk zit je in die board en kun je niet anders meer denken dan in olie en gas.”

-Er zijn ook beleggers die niet geloven dat de fossiele sector kan veranderen. Ze stemmen met hun voeten, zoals ABP. De fossiel-vrij-beweging wil dat er helemaal niet in de olie- en gassector wordt geïnvesteerd. Dat staat toch haaks op wat jij nastreeft?

“De handelwijze van ABP is een voorbeeld van hoe het niet moet. Ze hebben jaren achtereen niet voor onze resoluties gestemd, omdat ze naar eigen zeggen ‘goede gesprekken hadden met Shell’. Op een bepaald moment hebben ze zomaar besloten om ermee te stoppen. Ze gaven daarmee hun eigenaarschap uit handen, want voor de goede orde: aandeelhouders zijn geen investeerders, het zijn eigenaren. Ik ben er nooit achter gekomen wat daarvan de echte reden was. Het is toch een beetje de easy way out. De aandelen gaan dan over naar een minder verantwoordelijke partij. Big Tobacco bestaat daarom ook nog steeds.”

-De westerse oliemaatschappijen, de IOC’s, hebben hun dominantie op de wereldmarkt al lang geleden verloren aan nationale staatsbedrijven die opereren in landen waar de meeste groei is te verwachten. Overschat je de macht van de IOC’s niet om wereldwijd verandering af te dwingen?

“Terechte vraag, maar ik geloof nog steeds dat als twee of drie westerse oliebedrijven het roer omgooien en laten zien dat het kan en beter voor je bedrijf is, de andere zullen volgen. De IOC’s hebben altijd voor de technologie en innovaties gezorgd waarmee de NOC’s olie en gas uit de grond konden halen. Die bedrijven kunnen nog steeds niet zonder de IOC’s. Het is ook absoluut noodzakelijk om deze landen te helpen de transitie te maken. Ze hebben recht op dezelfde welvaart als wij, maar het zou een ramp zijn als ze de manier waarop wij die hebben bereikt, zouden kopiëren. Als we doorgaan met het aanboren van nieuwe olie- of gasbronnen, zullen we Parijs nooit halen. Iedereen kan dat uitrekenen. Het grootste deel van de bewezen olie- en gasreserves moet gewoon in de grond blijven.”

Tekst: Anton Buijs