Begin 2004 ging ik werken bij het multi-utilitybedrijf Delta in Zeeland. Het regeerakkoord van kabinet-Balkenende II wilde dat kerncentrale Borssele in 2013 dicht zou gaan; coalitiepartij D66 moest te vriend gehouden worden. Ook toen speelde het zoeken naar meerderheden. Delta was in veel opzichten anders dan de andere energiebedrijven. De onderneming had vier ‘nutsactiviteiten’: energie (gas/ elektriciteit), afval/ milieu, water en kabelactiviteiten. Homebase was Zeeland met uitstapjes naar delen van Brabant en Zuid-Holland en voorzichtig Vlaanderen. Delta was Zeeland en Zeeland was Delta. De liberalisering van de energiesector was net begonnen en als het callcenter van Essent of Nuon de Zeeuwse consument belde om over te stappen, kreeg Delta telefoontjes van trouwe klanten wat ze daarmee aan moesten. We breidden de energiepoot uit met zonne-energie en windmolens. Wat betreft de kerncentrale werd een solide afspraak gemaakt met de rijksoverheid. Het Borssele-convenant hield in dat we de kerncentrale up, running en veilig zouden houden, dat er tot 2034 geen discussie meer zou zijn hierover en dat de eigenaren, Delta en Essent, vele tientallen miljoenen extra zouden investeren in duurzame energie. Aldus geschiedde.
“De grootste lobby-loopgraven-energiestrijd uit de geschiedenis verlamde jarenlang het echte energiedebat”
Met de kerncentrale, de kolencentrale en gascentrales had Delta in alles een verantwoorde energiemix. In een tijd dat minister Brinkhorst (D66) overal in Nederland de noodzaak van nieuwe kolencentrales bepleitte, gingen de eigenwijze Zeeuwen investeren in een nieuwe gascentrale: de Sloecentrale samen met het Franse EdF. Inmiddels is D66 de grote bepleiter van kolencentrales sluiten. Eveneens bouwde Delta de kippenmestcentrale in Moerdijk om het overschot aan kippenmest zinvol in te zetten; biomassa. Aan de ‘waterkant’ werd geïnvesteerd in industriewaterprojecten om de Franse Veolia en Suez voor te blijven. Voor afval & milieu was het ook up or out en de acquisitie van het Vlaamse Indaver (huishoudelijk en industrieel afval) werd gerealiseerd. In die tijd verkochten andere nutsbedrijven hun kabelactiviteiten, maar Delta investeerde juist in de moderne verbinding: internetservice Zeelandnet was een fenomeen. Ieder jaar vroeg KPN of ze Zeelandnet konden kopen, want ‘het is zo’n mooi sterk bedrijf’. Inderdaad, dat vonden wij ook. Tussen alle bedrijven door wilde het kabinet, met wederom Brinkhorst als aanjager, de energiebedrijven splitsen in productie-/ leverings- en distributiebedrijven. Dit zou namelijk de Europese koers worden. Delta c.s. (EEND: Essent, Eneco, Nuon, Delta) wezen deze ‘slechte oplossing voor een niet bestaand probleem’ van de hand. De grootste lobby-loopgraven-energiestrijd uit de geschiedenis verlamde jarenlang het echte energiedebat, namelijk hoe kunnen we slim investeren in energieproductie en in de energienetten? Het resultaat is bekend: De Nederlandse bedrijven werden gesplitst, de productie- en leveringsbedrijven zijn verkocht aan Duitsland, Zweden en Japan en Europa volgde gidsland Nederland niet.
“Vanaf het splitsingsmoment begon ook de afbouw van het snel gegroeide Delta”
Vanaf het splitsingsmoment begon ook de afbouw van het snel gegroeide Delta. Ook omdat overmoed geleid had tot enkele slechte investeringen. Natuurlijk werden de netten verzelfstandigd en uiteindelijk ondergebracht bij Stedin. De gas- en elektriciteit-retailportefeuille en de kabel- en internetactiviteiten werden verkocht aan de Zweedse investeerder EQT. Inmiddels gaat EQT met ‘Delta Internet, Bellen & TV’ de concurrentie aan met KPN. Het afvalbedrijf is verkocht aan het Vlaamse Kantoen Natie en de waterpoot is verzelfstandigd en hangt direct onder de Zeeuwse overheidsaandeelhouder. En nu zijn dus de laatste activiteiten van het oude Delta, inmiddels dus PZEM, afgestoten en in Tsjechische handen. Het einde van een tijdperk, in veel opzichten. Ooit investeerden Zeeuwse overheden en ondernemingen in het Vlissingse havengebied in een kolen- en een kerncentrale. Ze hadden een vooruitziende blik. En durf. Zeeland kent, zoals ik het noem, landfactoren en zeefactoren. Landfactoren staan dan voor een zekere geslotenheid, het zich verschuilen achter de dijken en duinen, lief, schattig en kneuterig zijn, maar ook af en toe ‘Calimero-achtig’, zich te kort gedaan voelen. Zich kleiner makend dan nodig. Zeefactoren staan voor de zeeën veroveren, openheid, durf, zaken doen met Vlaanderen, Rotterdam en de rest van de wereld. Het staat voor havens, scheepvaart en investeren. De laatste benadering heeft Zeeland veel gebracht. Dat biedt kansen voor ondernemingen die hier gevestigd zijn. Zeefactoren staan voor Zeeland in de Gouden Eeuw, maar dus ook voor diverse perioden daarna.
“Zoals voor iedere Zeeuw, en dus ook een kerncentrale, geldt: ‘Ik worstel en kom boven’.”
Terugkijkend en met de wijsheid van nu. De strijd omtrent de splitsing was een slechte zaak, die Delta en de Nederlandse energiesector geen goed gedaan heeft. Verder heeft Delta zich overeten aan een aantal investeringen, waarbij met name de solar-aankoop verspilling van honderden miljoenen was. De andere, commerciële, activiteiten waren op bepaalde momenten niet (meer) passend voor de overheden en werden daarom afgestoten. Begrijpelijk. Het enige dat nog over is van Delta/ PZEM is wat in 2004 juist op de rol stond om te verdwijnen: de kerncentrale Borssele. Inmiddels wordt gesproken over verlenging van Borssele tot 2054 (!). D66-minister Jetten bezocht onlangs de kerncentrale. Hij sprak bij de jaarlijkse Oesterpartij en roemde Zeeland voor de vele mogelijkheden. Ook gaf hij aan dat het kabinet serieus gaat kijken naar nieuwe mogelijkheden voor kernenergie; in Zeeland.
Na het willen sluiten van Borssele, de splitsing en het bepleiten van bouw en sluiting van kolencentrales herpakt D66 zich. Zoals voor iedere Zeeuw, en dus ook een kerncentrale, geldt: ‘Ik worstel en kom boven’.
Frank van den Heuvel was werkzaam bij Delta tussen 2004-2011