De klimaatonderhandelingen in Sharm el Sheik eindigden in een akkoord met allerlei besluiten. Maar omdat alle besluiten in consensus moeten worden aangenomen, was dat dit jaar extra moeilijk, aangezien veel landen te maken hebben met klimaatrampen, oorlog en de energiecrisis. Ik was dit jaar niet bij de Klimaattop, maar was wel betrokken via de International Emissions Trading Association (IETA). Baanbrekend was het besluit, zeker gezien de lastige omstandigheden, tot de invoering van een Fonds voor Verliezen & Schades, dat alleen bedoeld is voor de meest voor klimaatschade kwetsbare landen. De regels daarvoor en wie dat financiert, worden volgend jaar besproken, maar zal ook door rijkere ontwikkelingslanden betaald worden. De CO2-markt speelt daarbij ook een rol als financier. Ik roep de Nederland op daar dan ook gebruik van te maken.
Gebruik van de CO2-markt overbrugt ‘emissions gap’
Wat ook duidelijk werd, is dat de verplichte CO2-markt (via artikel 6.2 van het Parijs Akkoord) en de vrijwillige CO2-compensatiemarkt belangrijk blijven om de nationale doelstellingen te helpen halen en het gat naar de 1,5°-doelstelling te overbruggen. En dat dit tegen lagere kosten kan dan alleen met binnenlandse maatregelen; 30% minder in 2030 en 50% minder in 2050. En het aankomende CO2-credit mechanisme van het Parijs Akkoord (het zogenoemde Art 6.4. mechanisme) helpt ook bij de financiering van het Adaptatiefonds.
De klimaattop werkte aan regels om CO2-handel beter te volgen en te registreren: transparantie is onmisbaar om robuuste CO2-handel te verzekeren en dubbeltelling door landen te voorkomen. Het zal nog tijd kosten om de regels te implementeren en voor landen om te bewijzen dat ze extra reducties realiseren bovenop de reducties die nodig zijn om aan hun Klimaatplan (NDC) te voldoen. Daarmee voorkomen ze ‘overselling’ en zorgen ze dat de koper de reducties, bekend als Internationally Transferred Mitigation Outcomes (IMTO's), ook kan gebruiken om aan diens CO2-doel te voldoen.
Vrijwillige CO2-compensatiemarkt blijft rol spelen
Ondertussen helpt de vrijwillige compensatiemarkt gastlanden van CO2-projecten om hun klimaatdoelen te halen. Want dan hoeven er geen reducties (ITMOs) naar een ander land overgedragen te worden (zogeheten Corresponding Adjustment). De vrijwillige CO2-markt is zo een ‘proxy’ voor de verplichte CO2-markt.
Landen bereiden zelf de operationalisering van Art. 6 in de praktijk al voor.
- Op de Klimaattop presenteerden verschillende Afrikaanse presidenten het African Carbon Markets Initiative (ACMI). Ze presenteerden een routekaart die een Afrikaans koolstofkrediet van hoge kwaliteit moet creëren en de vrijwillige markt moet opschalen tot 300 Mton CO2-reducties, 30 miljoen banen en 120 miljard dollar omzet in 2030. Ze denken aan een Mton-prijs van 20 dollar in 2030 en 80 dollar in 2050.
- De ministers van Japan en Singapore, en hoge ambtenaren uit Duitsland, India, Nieuw-Zeeland, Zweden, Finland, Estland, de VS en Italië lanceerden het “Artikel 6-implementatie partnerschap”; in totaal doen al 40 landen mee.
- En er zijn al verschillende Art 6.2 CO2-deals gesloten door bijvoorbeeld Zwitserland, Zuid-Korea, Japan en Canada; Japan heeft deals met 60 landen Ook Zweden, Noorwegen, Singapore, de VS en Duitsland zijn geïnteresseerd.
- Koolstofvastlegging (removals) werd verwelkomd als nieuwe categorie voor de CO2-markt om daarmee negatieve emissies te krijgen, om de emissiekloof sneller te dichten. Men vraagt uiterlijk in maart 2023 om input hierover.
Geen phase-out fossiele brandstoffen
De huidige crisis, het besef bij onder meer de EU dat er op korte termijn nog steeds gas nodig zal zijn en de lobby van olieproducerende landen verhinderden om de expliciete uitfasering van olie en gas op te nemen in het Besluit. Nu staat er “Stresses the importance of enhancing a clean energy mix, including low-emission and renewable energy”. Dat laat gas en olie toe met CCS bijvoorbeeld. Daarom zei de EU: "Dit is niet genoeg", aangezien er slechts zeven jaar resteert om binnen de doelstellingen van Parijs te blijven. Klimaattoppen zijn mondiaal en de belofte van ‘30% Methaan Reduction by 2030’ helpt, maar individuele landen beslissen zelf over hun eigen maatregelen en de implementatie daarvan. Het is dus van cruciaal belang dat grote uitstoters volgend jaar meer maatregelen voorbereiden. De emissiekloof kan nog worden overbrugd, want het IEA laat zien (zie tabel hieronder) dat we met de geplande doelen nu op 1,7 graden zitten!
Oproep
Het wordt tijd dat ook Nederland van de-CO2-marktmogelijkheden gebruik gaat maken. In de huidige Internationale Klimaatstrategie ontbreekt dat nog. Het is een van de instrumenten van het Parijs Akkoord om het emissie-gat en het financierings-gat te overbruggen.