Zoeken

Gedoe in Bakoe

Auteur

Anton Buijs

De magere uitkomst van de recente COP in Bakoe bevestigt wat veel waarnemers allang weten: dat de Parijse klimaatdoelen niet via diplomatieke weg gehaald zullen worden. Bovendien, observeert Anton Buijs, toont de gang van zaken aan dat de Westerse invloed ook qua klimaat- en energiepolitiek tanende is.

Op het moment dat ik dit schrijf is voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een belangwekkende zaak begonnen. Inzet: de historische verantwoordelijkheid van rijke landen om kleine arme landen die in hun bestaan worden bedreigd als gevolg van klimaatverandering, financieel en anderszins te helpen. De zaak is aangespannen door de Pacifische eilandstaat Vanuatu. Het gerechtshof zal een rij van andere landen horen, waaronder lidstaten van de EU en de OPEC, maar ook de twee grootste uitstoters van broeikasgassen, de Verenigde Staten en China. De uitspraak wordt ergens volgend jaar verwacht en zal overigens niet bindend zijn. Desondanks menen deskundigen dat het oordeel van het gerechtshof een belangrijke rol zal spelen in toekomstige klimaatzaken, uiteraard alleen in democratisch bestuurde landen met een onafhankelijke rechterlijke macht. Mogelijk is dat zo, maar of staten als Vanuatu, die het water letterlijk tot aan de lippen staat, daar iets aan zullen hebben, staat te bezien. Daarvoor staat de internationale rechtsorde te veel onder druk.

“Naar verwachting zal de voormalige en nieuwe Amerikaanse president de VS opnieuw terugtrekken uit het Akkoord van Parijs”

Neem de door de VN gecoördineerde onderhandelingen over een mondiaal klimaatbeleid. Kortgeleden eindigde de 29ste COP (Conference of Parties) in de hoofdstad van Azerbeidzjan, Bakoe. Op het nippertje slaagden onderhandelaars er met stoom en kokend water in een akkoord te bereiken over het belangrijkste agendapunt van de conferentie: geld. Op dat moment waren verschillende delegaties van de minst ontwikkelde landen al vertrokken, gefrustreerd en boos als ze waren over het gebrek aan bereidheid van de ‘haves’ om de ‘have-nots’ substantieel bij te staan. De 300 miljard dollar aan hulpgeld voor ontwikkelingslanden per jaar vóór 2035, die er uiteindelijk uitkwam, betitelden zij, hoewel het een verdrievoudiging is van het eerder overeengekomen bedrag, als volstrekt onvoldoende en veel te laat. Het optimisme van EU-klimaatonderhandelaar Wopke Hoekstra, die na afloop van de conferentie beweerde dat het bedrag van 1,3 biljoen (!) dollar per jaar dat volgens experts echt benodigd is, er uiteindelijk zal komen, deelden zij niet. Dat de voormalige ontwikkelingslanden en huidige grootvervuilers China en India botweg weigeren om financieel bij te dragen, zal hun scepsis hebben versterkt.

Dat er überhaupt een akkoord werd bereikt in Azerbeidzjan, verhult een ongemakkelijke waarheid: de gestaag afnemende invloed van het Westen, in het bijzonder Europa, op geopolitieke ontwikkelingen. De EU speelt nog steeds een belangrijke rol op de klimaatconferenties van de VN, maar is niet in staat om landen die een effectief klimaatbeleid in de weg staan – denk vooral aan de grote producenten van olie en gas zoals Rusland en Saoedi-Arabië – tot de orde te roepen. Daar komt bij dat de westerse democratieën allesbehalve een eenheid vormen. De terugkomst van klimaatontkenner Trump in het Witte Huis zal dat probleem alleen maar verergeren, net als de opkomst van extreemrechts in Europa, die de interne cohesie en slagkracht van de EU bedreigt. Naar verwachting zal de voormalige en nieuwe Amerikaanse president de VS opnieuw terugtrekken uit het Akkoord van Parijs. Maar ook als Kamala Harris de verkiezingen zou hebben gewonnen, zou dat weinig hebben veranderd aan de onderliggende kwestie: dat een groeiend blok van VN-lidstaten geen boodschap heeft aan wat Washington en Brussel hebben te melden, tenzij er voor hen wat te halen is.

“Zitten we met de internationale klimaatpolitiek op een doodlopende weg? Dat nu ook weer niet”

Het opmerkelijke is dat dit besef in Europa nauwelijks lijkt te zijn doorgedrongen, althans bij de organisaties en burgers die onze autoriteiten tot een ambitieuzer en voor vervuilers strenger klimaatbeleid proberen te bewegen. De gretigheid waarmee uitspraken van lokale rechters als wereldwijd baanbrekend voor ‘het klimaat’ worden betiteld, is in dat opzicht behoorlijk naïef. De meerderheid van VN-lidstaten die macht voor recht laten gelden, zullen ongewenste beslissingen van onafhankelijke rechters in ons deel van de wereld schouderophalend afdoen. Of denken we nu echt dat China, dat bijvoorbeeld het internationale recht aan zijn laars lapt door de heerschappij over de Zuid-Chinese Zee te claimen, zich iets gelegen zal laten liggen aan gerechtelijke uitspraken van buitenlandse rechters? Of dat, stel, een wettelijk verbod voor Europese oliemaatschappijen om nog te zoeken naar nieuwe olie- en gasbronnen, betekent dat ook de Amerikaanse concurrenten en de staatsoliemaatschappijen in het Midden-Oosten, Rusland, Venezuela enz. daarmee zullen stoppen?

Zitten we met de internationale klimaatpolitiek dus op een doodlopende weg? Dat nu ook weer niet. Het proces verloopt weliswaar veel te langzaam, het getrouwtrek tussen belanghebbenden is vaak tenenkrommend en de resultaten vallen keer op keer tegen, maar er wordt hier en daar ook reële vooruitgang geboekt. Voorbeelden zijn het stellen van regels voor de handel in CO2, alsmede vergroting van de mondiale energieopslagcapaciteit, twee punten waarover in Bakoe overeenstemming werd bereikt. Maar dat de doelstellingen van Parijs louter via internationaal diplomatiek overleg verwerkelijkt kunnen worden, gelooft onderhand niemand meer. We zullen het uiteindelijk moeten hebben van iets anders: het ontwikkelen van betaalbare schone energietechnologie, die de fossiele brandstoffen wereldwijd uit de markt prijst. Op dat vlak kan het rijke Europa wel degelijk het verschil maken door meer geld te steken in onderzoek en ontwikkeling en de bevordering van duurzame alternatieven.

Anton Buijs

Anton Buijs is voormalig manager communicatie en public affairs van GasTerra en medeoprichter van Energiepodium.