Sinds 2014 heeft Nederland een Energieverkenning, tegenwoordig de Klimaat en Energieverkenning (KEV). Daarin brengt PBL de stand van zaken van de Nederlandse energievoorziening en broeikasgasemissies gedetailleerd in kaart, inclusief een onderbouwde vooruitblik. Ik kijk daar elk jaar oktober weer reikhalzend naar uit. Ook ditmaal was het een fraaie verhelderende publicatie, waarvoor mijn dank.
Het bijbehorende persbericht opende ditmaal met: “Klimaatdoel 2030 raakt uit zicht”, uiteraard overgenomen in de landelijke pers. Wie verder las, zag dat Nederland de EU-afspraken omtrent de klimaatdoelstelling wel haalt. Ruim zelfs. Het is de Nederlandse schizofrenie op klimaatgebied. Terwijl Nederland in Brussel met de overige EU-landen afspraken maakt over een gezamenlijke aanpak, kiest ze in eigen huis voor een andere koers. Nederland vergeet dan acuut dat de daling van de uitstoot van de industrie, de elektriciteitscentrales en interne luchtvaart op Europese schaal onder het ETS wordt geregeld. Ook vergeet ze dat ze wel een opdracht heeft voor de emissies van de overige sectoren (ESR), waaronder gebouwen, verkeer, land- en tuinbouw. Nee, in Den Haag wordt gestuurd op de totale emissie: ESR + ETS. Je zou verwachten dat de Nederlandse pers daar wel raad mee weet, of de Tweede Kamer, en desnoods zelfs de rechter. Maar nee, het is stil. Een mooie opdracht voor het PBL dit helderder over het voetlicht te brengen door een opbouw te kiezen die start met de EU-verplichtingen en daarna pas het nationale gebeuren belicht. Het merendeel van het klimaatbeleid komt immers uit Brussel. Het is ook de EU en niet Nederland, die het Parijs akkoord heeft getekend, COP onderhandelingen voert en in Glasgow beloften heeft gedaan aan de rest van de wereld over de 55% beperking van haar emissies. Mijn eerste suggestie.
“Het verbieden en vertragen van klimaatmaatregelen is uitgegroeid tot de nationale hobby van heel grijs en groen Nederland”
Nederland gaat het met de EU afgesproken 39% aandeel hernieuwbare energie in 2030 niet halen. PBL berekent slechts 33,4%. Dat Nederland alsnog op 39% komt is uitgesloten. Voor wind op zee dreigt eerder nog meer vertraging. Bovendien zit het stroomnet vol, stopt het salderen, willen we geen wind op land meer en zijn warmtenetten met vaste biomassa, in veel EU-landen zeer populair, uit den boze. Sterker zelfs: Het verbieden en vertragen van klimaatmaatregelen is uitgegroeid tot de nationale hobby van heel grijs en groen Nederland. Eigenlijk heel bijzonder dat Nederland in 2030 desondanks op bijna 50% reductie van haar totale broeikasgasemissie gaat uitkomen. Remco de Boer schreef daar uitgebreid over in zijn boek ‘Droomland’. De nationale Klimaatwet schrijft echter 55% voor en dat doel wordt dus niet gehaald. Zie persbericht.
Vriend en vijand zijn het erover eens dat Rutte IV onder aanvoering van Jetten de laatste twee jaar vol heeft ingezet op versnelling van klimaatbeleid. Eens te meer blijkt uit de KEV dat de praktijk weerbarstig is. Natuurlijk, PBL berekende in 2022 een aandeel hernieuwbaar in 2030 van 30,7% en in KEV24 is dat gestegen naar 33,4%. Echter, dat komt vooral door de stijging van vloeibare bio-transportbrandstoffen van 2,5% in 2022 naar 6% in 2024. Voor de rest worden windenergie en vaste biomassa thans minder hoog ingeschat dan in 2022 en zonPV en warmtepompen hoger. Netto effect nihil. Daar komt bij dat het klimaatakkoord doel van 85% aandeel hernieuwbare elektriciteit in 2030 pas in 2035 gehaald wordt. In 2022 berekende PBL dat dit al in 2030 het geval zou zijn. CO2-vrije elektriciteit in 2035 blijkt een mooie droom, aldus PBL-analyse. De praktijk is weerbarstig.
Meer resultaat werd geboekt met het verlagen van de broeikasgasemissie. In 2022 werd die voor 2030 begroot op 125 Mton, thans is dat nog 117 Mton. Deze verlaging komt vooral op conto van de ESR-sectoren, zie figuur. Voor de ETS-sectoren wordt geen netto voortgang gerapporteerd. Dat heeft vooral te maken met de elektriciteitssector die in 2030 juist meer CO2-emissie veroorzaakt dan eerder werd berekend in 2022. Voor de industrie berekent het PBL wel vooruitgang. Terwijl maatwerkafspraken niet van de grond zijn gekomen, de uitrol van CCS door tegenstanders via slimme gerechtelijke procedures jaren werd vertraagd, het stroomnet vol zit en de uitrol van waterstof niet opschiet.
“De KEV laat zien dat aardgas veel langer de ruggengraat van de Nederlandse energievoorziening blijft dan wat velen denken”
Daarbij gaat het PBL er nogal optimistisch vanuit dat de industriële productie in Nederland zich grotendeels zal herstellen. Een verwachting gebaseerd op de aanname dat de Europese gasprijs in 2030 van 23 eurocent/m3 bedraagt, terwijl in KEV22 met een gasprijs in 2030 van 37 eurocent/m3 werd gerekend. De CO2-prijzen in 2030 zijn overigens in beide KEV’s vrijwel gelijk en dat geldt ook voor de elektriciteitsprijzen in 2030: thans 68 euro/MWh en 73 euro/MWh in KEV22. Mede gegeven ook andere belastingen blijft energie in 2030 veel duurder dan in de Verenigde Staten. Waar zou u investeren?
Het PBL maakt helaas geen onderscheid tussen verschuiven van emissies naar het buitenland en werkelijke reductie. Voor een klimaatrapport is dat toch wel een ernstige omissie en ik beveel van harte aan dit euvel in de komende editie te verhelpen. Naast de industrie is ook bij landbouw en mobiliteit (tanken in buitenland) sprake van een significante verschuiving. Mijn tweede suggestie.
De Klimaat en Energieverkenning laat zien dat aardgas veel langer de ruggengraat van de Nederlandse energievoorziening blijft dan wat velen denken. PBL berekent thans een een gasvraag van maar liefst 25 miljard m3 in 2035, waarvan bijna 7 miljard m3 om elektriciteit te maken. Omdat TenneT de komende jaren haar exportcapaciteit fors uitbreidt, zou dit nog wel eens een onderschatting kunnen zijn. In het basis scenario voor 2035 exporteert Nederland slechts 6 TWh elektriciteit netto, maar dat kan volgens KEV24 in een hoog scenario ook 33 TWh zijn.
“De voorzieningszekerheid van aardgas laat de laatste tijd nogal te wensen over en dat geldt zeker ook voor elektriciteit”
De voorzieningszekerheid van aardgas laat de laatste tijd nogal te wensen over en dat geldt zeker ook voor elektriciteit. Diverse deskundigen hebben al gewaarschuwd en ik sluit me daarbij aan. Extreem hoge prijzen zijn het gevolg, met grote maatschappelijke consequenties. Dat brengt mij dan op mijn derde suggestie, want een analyse van de Nederlandse energievoorziening kan niet zonder een hoofdstuk over de zich ontwikkelende voorzieningszekerheid van olie, gas en elektriciteit.
Kortom, mijn drie suggesties voor KEV 2025: (1) stel het EU-perspectief centraal, (2) maak onderscheid tussen verschuiving van emissies en echte klimaatwinst en (3) besteedt aandacht aan voorzieningszekerheid. Zodat de reeds fraaie Klimaat en Energieverkenning nog beter wordt.