Zoeken

Klimaattop geeft groen licht aan CO2-markt

Auteur

Jos Cozijnsen

Onderzoek geeft aan dat met de mondiale CO2-markt 5 miljard ton extra CO2 gereduceerd kan worden tegen de helft van de kosten, stelt Jos Cozijnsen. “De CO2-markt zal, door de investeringen in ontwikkelingslanden bij kunnen dragen aan de internationale klimaatfinanciering. Daarvoor moeten landen jaarlijks 300 miljard bij elkaar brengen. In 2035 zal dat bedrag zelfs het vijfvoudige moeten gaan worden.”

Landen hebben negen jaar na het sluiten van het Parijs Akkoord op de afgelopen klimaattop in Bakoe (CoP-29, 1-24 November 2024) eindelijk de afspraken afgerond rond de voorwaarden waarmee landen de CO2-markt kunnen gebruiken om de CO2-doelen van Parijs te helpen halen. In zijn statement zei de voorzitter van de top Yalchin Rafiyev, dat met de CO2-markt “in 2030 meer reducties gefinancierd kunnen worden, met 250 miljard dollar minder kosten. Onderzoek geeft aan dat met de mondiale CO2-markt 5 miljard ton extra CO2 gereduceerd kan worden tegen de helft van de kosten. En de CO2-markt zal, door de investeringen in ontwikkelingslanden bij kunnen dragen aan de internationale klimaatfinanciering. Daarvoor moeten landen jaarlijks 300 miljard bij elkaar brengen. In 2035 zal dat bedrag zelfs het vijfvoudige moeten gaan worden. Wat zijn de afspraken van Bakoe?

Bilaterale CO2-handel (Artikel 6.2. Parijs Akkoord)
Op de Klimaattop in Glasgow in 2021 hadden landen al afgesproken onderling te kunnen handelen als een land zijn eigen CO2-doel al haalt en een overschot aan reducties heeft. Zwitserland is daar rap met CO2-deals, onder andere met Thailand en Ghana, mee aan de slag gegaan. Er zijn regels hoe landen dubbeltelling daarbij transparant kunnen voorkomen (één carbon credit telt maar in één land).
In Bakoe is nader afgesproken hoe nationale registers aan het VN-register gekoppeld kunnen worden. En er werd afgesproken waar deze “Authorization” aan moet voldoen: dat is de goedkeuring aan een land of een bedrijf om carbon credits aan een ander land of ander CO2-handelssysteem over te dragen. Die credits heten dan: “Internationally Authorized and first Transferred Mitigation Outcomes” (ITMO’s). Na overdracht van de credits, worden de emissies er bij het verkopende land weer opgeteld: de zogenoemde ‘corresponding adjustment’.

Nieuw VN carbon credit mechanisme (Artikel 6.4 Parijs Akkoord)

Het nieuwe VN-mechanisme voor de uitgifte van carbon credits: “Paris Agreement Crediting Mechanism” (PACM). Voor landen met sectoren zonder strenge klimaatverplichtingen kunnen Artikel 6.4 carbon credits uitgegeven worden als geïnvesteerd, is in reducties of koolstofopslag in bijvoorbeeld landbouw, bosbouw, afval, transport et cetera. De Art. 6.4 Supervisory Body (SB) gaat het komende jaar met landenexperts de methodologieën vaststellen op grond waarvan credits kunnen worden afgegeven. En de SB houdt toezicht op de markt. Bij de methodes moet verplicht rekening gehouden worden met duurzame ontwikkeling, biodiversiteit en de toekomstige aanscherping van klimaatbeleid in het land en er komen methodes voor koolstofvastlegging (‘carbon removal’ en ‘direct air capture’).

De project-credits dragen bij aan het halen van de eigen nationale CO2-doelen. En via Artikel 6.2 (zie hierboven) kunnen ze aan het CO2-doel ten goede komen van een ander land, een ander CO2-handelssysteem (zoals het EU ETS) of het CO2-offset systeem van VN Burgerluchtvaartorganisatie ICAO (“CORSIA”). Er gelden een paar extra eisen: ter vergroting van de ambitie mag 2% van de Art. 6.4 credits niet gebruikt worden. En de opbrengst van 5% van credits is voor financiering van het Adaptatiefonds voor ontwikkelingslanden.

Reactie van minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei over het belang van Artikel 6 aan de Tweede Kamer: “Het is een wereldwijde marktplaats voor emissiereductie en koolstofverwijdering, ook direct toegankelijk voor bedrijven. Het is nu aan landen om de afspraken over de vormgeving van deze markten eerlijk en doeltreffend te implementeren, op een manier die vertrouwen wekt. Alleen dan zullen verhandelde emissiereducties en koolstofverwijdering bijdragen aan het behalen van de Parijs doelen.”

Reactie Eurocommisaris voor Klimaat Wopke Hoekstra: "We did deliver on Article 6. We have witnessed the historical conclusion of the rule book for carbon markets, the standards with a UN stamp of approval. This will drive investment, raise ambition, bring transparency and higher standards."

Tweede Kamervragen Bontenbal en Grinwis

In een vraag aan minister Sophie Hermans van KGG vragen de kamerleden van het CDA en de ChristenUnie: “Op welke wijze gaat Nederland gebruik maken van het PACM en de ITMOs? Gaat het kabinet deze instrumenten inzetten om haar klimaatdoelen te realiseren?”. Ook wijzen ze erop dat bedrijven credits kunnen gebruiken om de eigen klimaatdoelstellingen te realiseren.

Landen zijn al met CO2-deals aan de slag gegaan

Ondertussen zijn diverse landen bezig met bilaterale CO2-deals, waaronder Zweden, Noorwegen, Zuid Korea, Singapore en Japan. Canada en Australië willen er ook mee aan de slag. En zo’n twintig ontwikkelingslanden willen carbon credits verkopen. In de EU is Zweden de eerste die besloten heeft om Art 6.2. voor haar CO2-doelen te gebruiken. In het klimaatbeleid is opgenomen dat geverifieerde emissiereducties buiten Zweden mee kunnen tellen. Tijdens de bijeenkomst van de Milieuraad in december bepleitte de Zweedse minister van Klimaat en Milieu, Romina Pourmokhtari, dat ook de EU gebruik zou moeten maken van Art. 6-credits voor haar toekomstige CO2-doelstellingen. Zie in de grafiek hoe Art 6.2 de carbon credits (IMTO’s) van Ghana overgedragen worden naar Zweden en dubbeltelling wordt voorkomen.

Afbeelding1

Wat kan Nederland ermee doen?

Opnemen van CO2-markt-optie in de Klimaatwet

Opnemen van de CO2-markt in de Internationale Klimaatstrategie

Daarmee wordt als het ware de internationale, indirecte carbon footprint van Nederland door de import verminderd. En via Artikel 6 kan (een deel van) de reductie meegeteld worden bij het Nederlandse CO2-doel. Bedrijven zien die investering dan ook meer als “insetting”, investeren in reducties in de eigen keten, dan als “offsetting”, investeren buiten de eigen keten.

Vrijwillige CO2-markt blijft een rol spelen en wordt robuuster

Voor de vrijwillige CO2-markt (VCM) heeft Bakoe geen direct effect, omdat Artikel 6 regels geeft voor landen, maar de VCM zal de aangescherpte afspraken wel zoveel mogelijk overnemen. En omdat het nog een paar jaar zal duren voor de eerste Art 6.4 credits op de markt komen, zal de VCM voorlopig een rol blijven spelen. De praktijk is dat vrijwillige carbon credits het kopende bedrijf helpen de klimaatimpact van zijn resterende emissies te compenseren. Dat is bijvoorbeeld als een Nederlands transportbedrijf resterende brandstofemissies compenseert met carbon credits voor cookstoves in Tanzania van Gold Standard. Er is dan geen internationale overdracht van de credit van het gastland naar het land van het kopende bedrijf. Dus is geen ‘corresponding adjustment’ in het kader van Artikel 6 nodig. Het is ook nog erg lastig voor veel landen om te bepalen hoeveel emissies er door een project van de totale nationale emissies afgetrokken kunnen worden.

Afbeelding2

MSCI Carbon Markets (nov. 2024) verwacht dat de VCM zich in 2025 herstelt van een waarde in 2024 van 1,5 miljard dollar, naar tussen 7 en 35 miljard dollar in 2030 en tussen 45 en 250 miljard dollar in 2050.

Maar de kwaliteit en betrouwbaarheid van de VCM moet wel omhoog. Organisaties die carbon credits uitgeven zoals Gold Standard, VERRA en Puro Earth zijn bezig de transparantie, governance en kwaliteit en integriteit van de standaarden te verbeteren. En de vorig jaar opgerichte en breed gedragen Integrity Council for the Voluntary Carbon Market (ICVCM), beoordeelt de normen en methodologieën aan de hand van tien Core Carbon Principles (CCP). De IC-VCM geeft een CCP-label af voor carbon credits methodologieën met hoge integriteit.

De IC-VCM erkent dat er natuurlijk discussie over de CO2-markt is, dat er politieke opvattingen over zijn en dat standaarden nog niet perfect zijn, maar dat het belangrijk is die te beteren. Hierover zei ze onlangs: “All perspectives round the table: Disagreement among experts is a sign of a healthy process.” Intussen is er wel meer actie op de grond nodig, moet er klimaatgeld naar ontwikkelingslanden toe en zal ervaring opgedaan moeten worden met CO2-projecten door bedrijven die het klimaatprobleem serieus nemen.

Met de Artikel 6-afspraken van Bakoe en de aanscherpingen van de VCM zal de CO2-markt steeds meer een cruciale en kosteneffectieve rol gaan spelen in de wereldwijde inspanningen om de opwarming van de aarde te beperken, de negatieve gevolgen van klimaatverandering te minimaliseren en klimaatfinanciering van ontwikkelingslanden te helpen mobiliseren.

Jos Cozijnsen

Jos Cozijnsen is Carbon Specialist bij Anthesis. Op Twitter is hij actief onder @timbales